De hollende kleurling

Geen categoriejun 18 2013, 15:15
Op 14 oktober 1976 lopen twee politieagenten door het centrum van Amsterdam. Het is bijna half vier ‘s nachts als ze door de Sint Olofspoort lopen, een voormalige stadspoort.
Ze zijn vlakbij café Caribian Nights als hen plotseling een kleurling tegemoet komt rennen uit de richting van het café. De agenten vermoedden dat de man drugs bij zich heeft want Caribian Nights staat bij de politie bekend als drugscafé. Als ze hem staande willen houden om hem te fouilleren valt hen op dat de kleurling zijn linkerhand voortdurend in zijn jaszak houdt. Hierdoor rijst het vermoeden dat hij in die jaszak wel eens verdovende middelen zou kunnen hebben. Als de agenten hem aanhouden om hem over te brengen naar het politiebureau aan de Warmoesstraat ontstaat er een hevige worsteling. Hierbij wordt één van de agenten in zijn rechterpols gebeten. Bij de worsteling haalt de kleurling zijn linkerhand uit zijn jaszak en laat een zilverpapiertje vallen. Het blijkt een wikkel met heroïne te zijn.
De intuïtie van de agenten blijkt te kloppen en de kleurling wordt gedagvaard wegens het bezit van 840 milligram heroïne en wegens wederspannigheid, dat wil zeggen gewelddadig verzet bij zijn arrestatie. De rechter is het hier echter niet mee eens. Het Hof Amsterdam overweegt dat de enkele omstandigheid dat een kleurling uit de richting van een drugscafé komt rennen niet voldoende is om te spreken van een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit. De kleurling mocht met andere woorden niet als ‘verdachte’ worden aangemerkt. Er is daarmee niet voldaan aan het vereiste van artikel 27 van het Wetboek van Strafvordering (een ‘redelijk vermoeden van schuld’) en daardoor was het staande houden en fouilleren door de agenten onrechtmatig. Doordat het bewijsmateriaal als gevolg hiervan niet op rechtmatige wijze is verkregen, wordt de man vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs, zowel van drugsbezit als van wederspannigheid.
Toen dit arrest een paar jaar geleden tijdens een college strafrecht aan de orde kwam, klapperden mijn oren vanwege de absurditeit ervan. Liet het Gerechtshof hier nu werkelijk een man vrijuit gaan die midden in de nacht een notoir drugscafé uit rent en daarbij bijna letterlijk tegen de politie opbotst? Een man die – zoals later blijkt – inderdaad drugs bij zich heeft en die ook nog eens een agent in zijn pols bijt? Is hij vrijgesproken omdat zijn huidskleur een rol lijkt te hebben gespeeld bij de intuïtie en de inschatting van de dienstdoende agenten? Het arrest wordt in de jurisprudentie en in de literatuur aangeduid als de ‘hollende kleurling’, vandaar dat ik dezelfde terminologie heb gebruikt. Hoe het verder ook zij, ik moest aan deze hollende kleurling denken bij het lezen van een tweetal artikelen over vrijwel dezelfde delicate materie. Eén op het subsidieblogje van de VARA; Joop.nl en één op onze eigen kwaliteitsblog; de Dagelijkse Standaard.
De drempel om iemand als verdachte te kunnen aanmerken is in de jurisprudentie ná de hollende kleurling verlaagd en de mogelijkheden voor de politie om preventief te fouilleren zijn flink uitgebreid. Over dit laatste beklaagt ene Abdelkarim El-Fassi zich op Joop.nl omdat hij als Marokkaan (?) vaker gefouilleerd zou worden dan autochtone Nederlanders. Hij noemt het voorbeeld van twee Marokkaanse jongens die zijn staande gehouden en gefouilleerd alleen omdat ze op de autoweg liepen in plaats van op het voetpad. Hij sluit af met de opmerking dat de hoge criminaliteitsstatistieken onder Marokkanen veroorzaakt worden doordat Marokkanen vaker zomaar worden aangehouden. Hoe lachwekkend dit laatste ook is, ook op de Dagelijkse Standaard wordt er door Yernaz Ramautarsing bepleit dat er geen verschil zou mogen zijn in politieoptreden, ook al zijn bepaalde bevolkingsgroepen zwaar oververtegenwoordigd in de criminaliteit.
Ik ben het met beide heren oneens, omdat ik denk dat een bepaalde mate van racial profiling (zoals dit in de VS wordt genoemd) onvermijdelijk is. Omdat de term uit Amerika komt, blijven we nog even bij de VS. Ongeveer de helft van alle moorden en berovingen in de VS worden gepleegd door zwarte Amerikanen, terwijl zij maar 15% van de totale bevolking uitmaken. Wat dit betekent voor het opsporen en voorkomen van dit soort misdrijven wordt het beste duidelijk als we het vergelijken met andere aspecten van een daderprofiel. Zo weet iedereen dat mannen vaker geweldsdelicten plegen dan vrouwen en iedereen weet ook dat jongeren vaker geweldsdelicten plegen dan bejaarden. Nu is het verschil in criminaliteit tussen zwarten en blanken in de VS ongeveer net zo groot als het verschil in criminaliteit tussen mannen en vrouwen. Op dezelfde wijze waarop we bij de opsporing van bepaalde delicten een zekere mate van leeftijdsdiscriminatie en seksediscriminatie accepteren, moeten we daarom ook een zekere mate van racial profiling accepteren.
Het gemeentebestuur in Antwerpen maakt zich grote zorgen over het ronselen van Vlaamse jongens voor de jihad in Syrië. De politie kreeg daarom de opdracht om uit te kijken naar jongens met baarden, omdat dit een indicatie is van een bekering tot de radicale islam. Moet de Antwerpse politie tegen beter weten in net zoveel aandacht besteden aan Vlaamse omaatjes als aan jongemannen met baarden? Niet iedereen met een baard is een moslimextremist of een Syrië-ronselaar, zouden El-Fassi en Ramautarsing wellicht willen opmerken. Om daar aan toe te voegen dat we mensen als individu moeten zien en niet als behorend tot een bepaalde bevolkingsgroep of denominatie. Deze houding is alleen te verklaren tegen de achtergrond van een ontwikkeling waarin niet-discrimineren in onze westerse cultuur het hoogste goed is geworden. Best problematisch als je beseft dat de mogelijkheid om te discrimineren – om de best beschikbare optie te kiezen – de essentie is van logisch denken.
Het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat mensen zomaar zonder reden worden gearresteerd. Maar als er in de trein een tas wordt gestolen door een donkere man met een Antiliaans uiterlijk, dan zal de politie op het station zoeken naar mensen die voldoen aan dat daderprofiel. Dit betekent dat Marokkanen en Antillianen in Nederland vaker lijdend voorwerp zullen zijn van politieacties en waarschijnlijk vaker gefouilleerd zullen worden. Als je dit als nette Marokkaan frustrerend vindt, dan moet je je frustratie richten op al die Marokkaanse criminelen die de groep als geheel een slechte naam bezorgen. En je moet niet gaan klagen over de politie die gewoon zijn werk doet, zoals Annabel Nanninga hier op GeenStijl op ongeëvenaarde wijze onder woorden brengt. Elke agent, hoe naïef of idealistisch hij zijn carrière ook begint, komt erachter dat sommige groepen gevaarlijker zijn dan andere.
Dat is niet controversieel, dat is een feit.
Een overzicht van mijn artikelen vindt u hier.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten