Ik jen, dus ik ben

Geen categoriejun 10 2013, 12:00
Met amper 250 pagina’s is De helleveeg een dunnetje in het oeuvre van A.F. Th. van der Heijden. Daarmee is het boek de ideale opwarmer voor nieuwe delen in zijn De tandeloze tijd-cyclus.
Liefhebbers van De tandeloze tijd, de mammoetcyclus van A.F. Th. van der Heijden, kunnen opgelucht ademhalen. Lang leek het erop dat er geen delen meer zouden volgen, maar nu heeft de auteur de draad weer opgepakt. Onlangs is De helleveeg verschenen – om de recente uitreiking van de P.C. Hooftprijs aan Van der Heijden extra glans bij te zetten.
Middelpunt van De tandeloze tijd is – weet u het nog? – Albert Egberts. Via hem beschrijft Van der Heijden zo ongeveer de hele tweede helft van de twintigste eeuw. Nou ja, bijna helemaal dan. De jaren van wederopbouw; studeren in de ‘democratiese’ jaren ’70; de kroningsrellen van 1980. Het komt allemaal voorbij. Soms uitvoerig en expliciet, maar veel vaker in veelzeggende terzijdes en anekdotes. Als geen ander verdient Van der Heijden de titel ‘Chroniqueur van het moderne Nederland’.
In De helleveeg, dat zich grotendeels afspeelt in het Brabantse arbeidersmilieu van na de oorlog, speelt Egberts echter de tweede viool. De hoofd- én glansrol is weggelegd voor zijn tante Tiny, in de familie aangeduid met ‘Tientje Poets’. Deze bijnaam is welverdiend, want zelfs als ze op visite gaat, neemt ze haar gele stofdoek mee – om deze ook daadwerkelijk tevoorschijn te halen als het meubilair in haar ogen een poetsbeurt kan gebruiken.
Verwijst de tweede lettergreep uit de titel (De Helleveeg) naar deze manische poetsdrang? Het zou heel goed kunnen. Als iemand een antenne heeft voor taalvondsten en dubbele betekenissen van woorden, is het Van der Heijden. Maar in de eerste plaats verwijst De helleveeg naar de verdorven aard van tante Tiny. ‘Ik jen, dus ik ben’ is zo ongeveer haar levensmotto. Niemand ontsnapt aan haar verbale uithalen. Er is nauwelijks een familiefeest dat ze níet om zeep helpt met haar kwaadsprekerij.
Waar komt deze scherpe tong vandaan? ‘Luttele jaren voor haar dood,’ zegt Albert Egberts heb ik pas ontdekt wat haar zo’n door en door rotkarakter heeft bezorgd had, en wat haar een leven lang dreef.’ Pas aan het eind van De helleveeg komt de lezer hierachter. Dat maakt het boek in zekere zin tot een whodunnit. Ik zal dus niet al te veel uitweiden over de plot. De dader – voor zover daarvan sprake kan zijn – moet in elk geval gezocht worden in de familiesfeer.
Op het omslag van De helleveeg staat ‘roman’. Hoe raak is die typering? Het boek telt ‘slechts’ 244 pagina’s. Misschien dat een andere auteur daarmee een roman had afgeleverd, maar Van der Heijden stelt zijn eigen wetten. Een roman betekent bij hem doorgaans: tenminste 500 pagina’s, maar het liefst meer. Waarschijnlijk doen we De helleveeg meer recht met de typering ‘novelle’, ook vanwege het beperkte aantal personages.
Maar laat er geen misverstand over bestaan. Dat er relatief weinig personages in De helleveeg voorkomen is geen diskwalificatie van het boek. Veel belangrijker is wélke personages er een rol in spelen. Dan blijkt dat Van der Heijden met ‘Tientje Poets’ een van zijn meest monumentale scheppingen is. Ja, haar karakter ís rot. En toch ben je van deze antiheld gaan houden. Dit maakt haar tot de ideale teaser voor de drie De tandeloze tijd-delen die Van der Heijden ons voorin De helleveeg belooft.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten