Jihad in Afrika (1): Nigeria

Geen categoriemei 01 2014, 19:00
Een korte greep uit de maand april in Nigeria: Honderd meisjes gekidnapt in school door islamistische groepering. 71 doden door islamistische bomaanslag op bus tijdens spitsuur. Twee kerken platgebrand door moslimmeute in Katsina. 68 dorpelingen afgeslacht door raid van moslims op christelijk dorp. Dit is de jihad in Afrika. Frontlijn Nigeria.
De Shehu
Deze aanvallen van zwarte moslims zijn enkel te begrijpen in het licht van de islamitische geschiedenis van Noord-Nigeria die er altijd één is geweest van jihad. De islamisering van Noord-Nigeria dateert immers nog maar van de laatste tweehonderd jaar. Daarvoor was de islam in die regio, net zoals in quasi heel West-Afrika, niet voor het gewone volk maar wel de klassenreligie van lokale adel of chefs die de islam zagen als het sociaal attribuut van rijkere groepen. Het islamgeloof was ook traditioneel Afrikaans en nauwelijks islamitisch, behalve dan in naam. Sommige islamheersers verboden zelfs bekering voor aanhangers van traditionele religies en Arabisch-nomadische kledij als sluier of tulband.
In de achttiende eeuw kwam daar een einde aan door islamitische geestelijken (hoofdzakelijk uit de Fulani etnie) die ketens van opeenvolgende jihadoorlogen voerden en islamitische theocratieën oprichtten in o.a. Guinea (Futa Jalon, 1747), Senegal (Futa Toro, 1776), Mali (Masina, 1818), Nigeria (Sokoto, 1804) en de beweging van de Mahdi in Nilotisch Soedan. In Nigeria bevond zich het Sokoto kalifaat (1804-1904) met als stichter één van de belangrijkste geestelijken uit deze periode met een grote literaire productie: 'Oethman dan Fodio (1754–1817) alias de Shehu (verbastering van sjeik). Hij viel de lokale islamheersers van de Hausa staten aan wegens een heleboel redenen: omdat ze bondgenootschappen sloten met niet-islamitische heersers, de islam niet naleefden, niet oplegden aan de bevolking, en niet-islamitische taksen oplegden (achteraf behield hij ze met aangepaste Arabische naam: zakât en jizya). Verschillende aanvullende factoren verklaren al deze zwarte jihad-expansies: etnische motieven (Fulani vs anderen), economische motieven (slavenhandel, bv. Sokoto bestond voor 50% uit slaven) en sociale conflicten (adel vs geestelijken). Maar de basis bleef echter hetzelfde in alle gevallen: het was een jihad tegen koefr ('ongeloof') volgens gangbare Arabisch-islamitische opvattingen. Belangrijk voor Dan Fodio, en andere West-Afrikaanse jihad-leiders, was hun tweeledige agenda van arabisering en islamisering: invoeren van de Arabisch-nomadische kledij als hijâb en djellaba, hudûd straffen (amputatie, zweepslagen, etc.), strikte uitvoering van de sharia in Arabische gerechtshoven, verkettering van traditionele Afrikaanse cultuur (muziek, groepsdans, gezangen, worstelen) in alle gebieden die hij en zijn opvolgers probeerden te veroveren en uit te zuiveren.
De Shehu zijn invloed ging over heel West-Afrika, en één van zijn jihad-manifesto's (de Wathiqa) reikte tot in de Caraïben waar het een algemene opstand (1832) veroorzaakte onder islamitische slaven op Jamaica. Tot op vandaag zijn Afro-Trinidaanse bekeerlingen en de islam in Nigeria beïnvloed door dan Fodio en zijn jihadistische boodschap, waarvan men de imperialistische successen uit het verleden ziet als een weg voor de toekomst.
Sharia: imperialisme en de-afrikanisering
Het West-Afrikaanse Nigeria (50% moslims, 40% christen) met zijn twaalf noordelijke islamstaten heeft dus een lange traditie van islamitisch geweld tegen ongelovigen, in de moderne tijd vooral tegen christenen: van de Biafra-oorlog (1967-1970), waar de Egyptische luchtmacht weerloze Igbo-dorpen bombardeerden, tot de vermeerderde conflicten sinds de laatste democratiseringsgolven (1990, 1999). Eerst bleef het bij aanvallen op christenen en kerken binnen het islamitische noorden, maar de laatste jaren probeert men het geweld en de verdrijvingen te verplaatsen naar het overwegend christelijke Midden-Nigeria met genocidaire raids op christelijke dorpen.
Een belangrijk instrument van Noord-Nigeriaanse moslims is de sharia omdat dit nu eenmaal geen systeem is van universele moraal maar de concretisering van een machtsproces. De sharia belooft, zowel naar de letter als de geest, dominantie over anderen: zowel macht van mannen over vrouwen, als van moslims over niet-moslims. Daarom is de sharia een goed instrument om als groep zijn macht op te leggen aan anderen. De antropoloog Harnischfeger beschreef in enkele artikels hoe democratische hervormingen toelieten dat moslimmeerderheden de sharia invoerden in noordelijke staten met belangrijke niet-islamitische minderheden (Kano, Kaduna, Gombe). Zo kregen zij het staatsapparaat achter zich en dirigeren nu het publieke leven (kledingsvoorschriften, scheiding der seksen, publieke gebeden, voedsel- en vastenverboden) voor iedereen, niet moslims incluis. Christenen betalen ook een soort jizya, een symbolisch tribuut om hun onderdanige positie te symboliseren. Net zoals in dan Fodio's tijd dient de sharia ook als instrument om traditionele Afrikaanse cultuur (van moslims en niet-moslims) te vernietigen en te vervangen door een Arabiserend model uit het Nabije Oosten.
Idem voor de raids van moslims in Centraal-Nigeria waar islamitische kolonisten (Hausa/Fulani) kleine enclaves vormen en daar hun eigen taal en cultuur importeren. Sharia is populair onder deze migranten omdat een systeem gebaseerd op de islam als hoogste macht een manier is om hun claim op vreemd territorium kracht bij te zetten. De namen die deze kolonisten aan hun nederzettingen/wijken geven zijn dan ook veelzeggend: bv. Jihad Zone, Seat of Bin Laden, Saudi Arabia. Vreemd land usurperen is voor deze moslims een religieuze missie: overal willen zij de suprematie over niet-moslims, conform de islamitische doctrine en de religieuze tradities die hun regio heeft gevormd.
Geocultureel denken
Elk geostrategisch denken over Afrika kan niet zonder een visie over de gewelddadige opmars van de islam in het continent: van de Sahel (Mali, Libië), West-Afrika (Soedan, Ivoorkust, Nigeria), Oost-Afrika (Somalië, Kenia, Tanzania, Ethiopië)! Het probleem is dat de politieke structuren van de EU vastzitten in de zieke paradigma's van 'Global Cop' USA: anti-Russisch en anti-sji'ietisch, deels als (oude) afspiegeling van hun hang naar globale dominantie, deels als verlengstuk van hun perverterende olie/energie-relaties met Arabische petro-staten. De realiteit van vandaag is niet meer geopolitiek (communistisch/Sovjet-Unie vs kapitalisme/USA) maar "géocivilisationnel" (islam vs iedereen). Voeg daar aan toe de nefaste dechristianisering van onze politieke leiders waardoor men de geoculturele belangen niet meer begrijpt, noch zich kan identificeren met door de islam vervolgde en vernietigde christendom wereldwijd.
De oplossingen: (a) ofwel Noord-Nigeria onder seculier federaal bestuur, ofwel splitsing van Nigeria (maar ook Ivoorkust) naar het voorbeeld van Soedan langs de etnisch-religieuze lijnen; (b) bewapen & verdedig het Afrikaans christendom in alle conflicten om zwarte jihadi's en hun Arabische sponsors te wijzen op de rode lijn; en bovenal (c) sponsor alle missionair werk & christelijke NGO's in Afrika als dam tegen de oprukkende islam en de sluipende de-afrikanisering. Het Afrikaanse christendom, in tegenstelling tot de islam, incorporeert en versterkt pre-christelijke culturen, daarvan is Afrika het levende bewijs. Tevens bouwt men aan een positieve link met de Westerse beschaving.
Willen we een Afrikaans Afrika, of een islamitisch Afrika? De Nigeriaanse Afro-jazz muzikant Fela Kuti (een Yoruba, zoon van een protestantse pastor) beweerde dat de 21e eeuw de eeuw van Afrika wordt door zijn explosief potentieel aan kunst en spiritualiteit. Laat het islamitisch imperialisme, het oudste kolonialisme dat Afrika teistert tot vandaag, er niet tussen komen.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten