Brede, serieuze en respectvolle klimaatdialoog bleek toch mogelijk

Geen categorienov 22 2014, 17:00
Meer dan 400 commentaren tot dusver.
Eerder berichtte ik over de klimaatdialoog die was gestart op het NRC–klimaatblog van Paul Luttikhuis. Ik verwees daarbij naar diens inleiding.
Citaat:
Kort na de verschijning van het boek De Twijfelbrigade van Jan Paul van Soest, over wat hij beschouwt als verdraaiingen in het klimaatdebat, werden hij en de econoom Hans Labohm, die op zijn blog op De Dagelijkse Standaard regelmatig over klimaatonderwerpen schrijft, door oud–KNMI wetenschapper Gerbrand Komen uitgedaagd om in debat te gaan. Hij vroeg ze om zo precies mogelijk hun visie te formuleren. Was er tussen deze tegenpolen in het klimaatdebat common ground te vinden?
Komen stelde een reeks prikkelende en precieze vragen – over onzekerheden of ‘robuuste bevindingen’, over kernenergie of windenergie, over de zin van mitigatie of de noodzaak van adaptatie. Labohm en Van Soest reageerden daarop en uiteindelijk is het idee ontstaan om op dit blog een dialoog te beginnen.
Nu de klimaatwetenschap heeft gesproken en de vijfde cyclus van IPCC-rapporten is voltooid, is het een goed moment voor die bezinning. De komende tijd zal ik daarom af en toe een blog schrijven waarin het debat tussen – om het voor één keer zo te noemen – sceptici en alarmisten, zich niet beperkt tot de reacties, maar onderwerp is van het blog zelf. Ik doe dat naast de reguliere berichten over het klimaatnieuws.
Aldus Paul Luttikhuis.
Nu, na zo'n 400 reacties was het tijd om een tussenbalans op te maken.
Paul Luttikhuis:
Beste deelnemers aan het eerste deel van deze dialoog,
De grote respons op de oproep tot deze dialoog heeft me overvallen. En mij niet alleen. Ook opponenten Hans Labohm en Jan Paul van Soest en moderator Gerbrand Komen werden verrast door de kwantiteit en geregeld ook de kwaliteit van de reacties. Toegegeven, soms zat er aperte onzin tussen, waar ik misschien iets strenger had moeten modereren. Komen vindt het opmerkelijk dat zoveel ‘reageerders uitgesproken ideeën hebben over het klimaatsysteem zonder dat ze echt kennis van zaken hebben’.
Al werd er naar mijn gevoel wel wat te veel tegen in plaats van met elkaar gesproken. Over het algemeen werd er behoorlijk gedebatteerd.
Gerbrand Komen heeft een uitgebreide analyse gemaakt van de verschillende thema’s die aan de orde zijn gekomen. Hij heeft het gevoel dat deelnemers wel een beetje naar elkaar zijn toegegroeid. Er is, schrijft Komen, draagvlak voor de volgende stellingen:
• Er is meer dan middelbareschoolnatuurkunde in het spel
• Bij de discussie van risico’s en maatregelen moet je uitgaan van brede onzekerheid
• Bij het maatschappelijk debat is het IPCC een goed uitgangspunt; bij inhoudelijke discussies is het onterecht om de autoriteit van het IPCC aan te roepen
IPCC
Veel van de opmerkingen gingen over het IPCC. Er wordt getwijfeld aan de objectiviteit van het klimaatpanel. Roger Pielke senior wordt aangehaald, die het IPCC ooit een oligarchie noemde. IPCC-criticus Marcel Crok bepleit om bij controversiële onderwerpen ‘gevarieerde teams samen te stellen, die elkaar scherp houden’. Omdat dat ontbreekt, ligt volgens hem het gevaar van groepsdenken op de loer.
Anderen steunen de stelling van Van Soest dat het IPCC ‘grosso modo de stand van kennis heel behoorlijk weergeeft’. Bovendien is het klimaatpanel helder over de betrouwbaarheid van zijn uitspraken. Volgens Marc Davidson kunnen leken niet veel anders doen dan de autoriteit van het IPCC erkennen. Zo niet, dan moeten ze goed kunnen uitleggen waarom ze dat niet doen. Lennart van der Linde kritiseert Labohm, die in zijn ogen zonder onderbouwing vaststelt dat het IPCC zich alleen op modellen baseert.
Vertrouwen
Komen constateert dat veel van de reacties gingen over de vraag wie je als burger of als beleidsmaker moet vertrouwen. Waar ligt de grens tussen geloof/mening en wetenschap? Van Soest vindt dat de zogeheten sceptici ‘werkelijke scepsis hebben ingewisseld voor de stelligheid dat de opwarming door zo’n beetje alles behalve door broeikasgassen kan komen’.
Marc Davidson ziet geen alternatief voor het baseren van democratisch gelegitimeerde besluiten op de inzichten van het IPCC. Dat bracht hem in aanvaring met Marcel Crok, die weliswaar begrijpt dat beleidsmakers dat doen, maar die vindt dat je je voor een dialoog als die op dit blog niet moet verschuilen achter ‘het autoriteitsargument’. Het gaat er juist om te ontdekken in welke mate we bronnen als autoriteit erkennen.
Modellen
De twijfelaars hebben zoals te verwachten was weinig vertrouwen in klimaatmodellen, aangevoerd door Labohm die alle modellen ‘ongevalideerd’ noemt. Alleen al het feit dat er verschillende modellen zijn, beschouwen zij als een zwaktebod. Die verschillende modellen zijn echter volgens anderen juist een teken van sterkte. ‘Het is een bijzonder onverstandig idee dat men aan één klimaatmodel genoeg zou hebben’, schrijft Bob Brand.
Het bewijs
Gerbrand Komen ziet in de reacties twee scholen. De ene school (veelal twijfelaars) denkt dat je wetenschappelijke uitspraken over het klimaatsysteem kunt bewijzen – of op zijn minst, dat dat het doel moet zijn. Komen noemt dit een ‘achterhaalde wetenschapsfilosofie’. Door het gebrek aan bewijs zijn volgens Frans Galjee ‘in de discussie over de klimaatverandering en de menselijke bijdrage daarin [ ] wetenschappelijke feiten vooral wetenschappelijke meningen geworden.’
De andere school ziet meer in de begrippen onderbouwing en rechtvaardiging. Bob Brand: ‘Wetenschap gaat niet over ‘de waarheid’, nooit. Het is een continu proces van steeds verder verfijnen, aanpassen en additionele processen beter gaan doorgronden.’
Hiatus
Hoewel ik nog zo had gehoopt dat we het daar voor één keer niet over zouden hebben, bleek het onderwerp onontkoombaar. Volgens Gerbrand Komen wordt de hiatus door sommigen gezien als het bewijs dat de modellen fout zijn, of als een bewijs dat de klimaatgevoeligheid niet erg groot is, en dat de invloed van de mens overschat is. Voor het IPCC is de meest waarschijnlijke oorzaak een tijdelijke schommeling die niet goed in de modellen zit. Er zijn allerlei verklaringen bedacht. Het IPCC mikt op de opslag van warmte in de oceaan, aldus Komen.
Klimaatgevoeligheid
Dit was het belangrijkste onderwerp (en ook het onderwerp dat de ‘middelbareschoolnatuurkunde’ overstijgt). Belangrijk hiervoor is de erkenning door Hans Labohm in zijn aftrap dat hij niet twijfelt aan de ‘broeikaswerking’ van CO2. Sommigen spraken hem daar nadrukkelijk op aan. Labohm zou moeten aangeven wat de maximale opwarming is die hij als gevolg van menselijke broeikasgasemissies verwacht. Het debat ging onder andere over de studie van Crok & Lewis, die in vergelijking met het IPCC op een relatief lage klimaatgevoeligheid uitkomen. Van Soest herinnert in zijn slotopmerkingen aan de conclusie van Lennart van der Linde: Het IPCC ontkent niet dat je [Crok] het bij het rechte eind zou kunnen hebben met je schatting van een relatief lage klimaatgevoeligheid, maar er blijken ook redenen om te denken dat die gevoeligheid relatief groot kan zijn.
Tot Slot
Op de vraag over klimaatgevoeligheid zullen we in een volgend hoofdstuk van deze dialoog ongetwijfeld terugkomen. We gaan ons eerst even bezinnen op het vervolg en op de vraag of de vorm van het debat aanpassing behoeft. We kiezen een nieuw thema en hopen dat u allen weer even enthousiast meedoet.
P.s. Er blijft voorlopig nog gelegenheid op elkaar te reageren. Beschouw dat maar als een informele nazit.
Aldus Paul Luttikhuis
Lees verder hier.
Voor mijn eerdere DDS–bijdragen zie hier.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten