Column Jean Wanningen: De Adviesraad Internationale Vraagstukken als Euro-lobbyist

Geen categorieaug 24 2017, 20:30
Op 6 oktober 2016 heeft de Nederlandse regering bij monde van minister van Buitenlandse Zaken Bert Koenders aan de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) gevraagd om een advies uit te brengen over welke opties er zijn om binnen de huidige Verdragskaders de Economische en Monetaire Unie (EMU) te versterken. Tien maanden later kwam de AIV met haar rapport. Hier volgt een analyse ervan.
‘We beslissen iets. We brengen dat dan in en wachten enige tijd om te zien wat er gebeurt. Volgt er geen misbaar, breekt er geen opstand uit – de meesten begrijpen toch niet wat er is beslist – dan gaan we weer wat verder. Stapje voor stapje, totdat er geen terugkeer meer mogelijk is.’
De woorden van een ras-manipulator? Neen, het zijn de woorden van de huidige voorzitter van de Europese Commissie (EC), Jean-Claude Juncker, in een interview met het Duitse weekblad Der Spiegel uit 1999. Stapje voor stapje (totdat er geen terugkeer mogelijk is). En laat dat nu juist de kern zijn van het advies van de AIV aan de Nederlandse regering hoe de eurozone geleidelijk aan versterkt kan worden: geleidelijke hervormingen totdat er geen weg meer terug is. Tussen haakjes: deze weg wordt al sedert het uitbreken van de crisis – tevergeefs – bewandeld.
Waarom heeft de Nederlandse regering de AIV om advies gevraagd over dit onderwerp?
Dat heeft te maken met de grote problemen in de eurozone sinds 2010. Honderden miljarden van eurozone belastingbetalers moesten worden aangewend om diverse probleemlanden te redden. Griekenland is het bekendste, maar niet het enige land dat steun ontving. In plaats van de door de toenmalige Europese leiders verwachte convergentie bij de invoering van de euro, zijn de eurozone landen na de invoering van de eenheidsmunt juist steeds verder uit elkaar gegroeid. Een feit, dat ook de AIV constateert in haar rapport.
Een ander aspect van de eurocrisis betreft het voortdurend niet nakomen van gemaakte afspraken en het uitblijven van eveneens overeengekomen sancties bij het overtreden ervan.
De Nederlandse regering wilde om hiervoor genoemde redenen graag weten wat er gedaan zou kunnen worden binnen de bestaande Verdragskaders om al deze problemen in de toekomst te voorkomen. De officiële opdracht aan de AIV luidde als volgt:
Gelet op de formulering van de vragen is ook de Nederlandse regering van oordeel dat de
Europese samenwerking niet op rolletjes verloopt en dat de euro daar een belangrijke oorzaak
van is. Niettemin lijkt ook de Nederlandse regering ervoor te kiezen om de munt kost wat kost te
behouden, maar hoopt onafhankelijk advies te krijgen om de huidige impasse te doorbreken.
Welnu, de AIV stelt een aantal maatregelen voor om de euro te redden c.q. de eurozone te versterken. Maar dan moeten de Verdragen wel aangepast worden, terwijl de uitdrukkelijke opdracht van de regering aan de AIV was om maatregelen voor te stellen waarvoor juist géén Verdragswijziging noodzakelijk is. Hoogst opmerkelijk dat de AIV in haar advies afwijkt van de oorspronkelijke opdracht van de Nederlandse regering.
Wat zijn dan die belangrijkste maatregelen die de AIV voorstelt om de euro te redden c.q. de eurozone te versterken?
De voorgestelde maatregelen liegen er niet om: méér begrotingscontrole, een eigen eurozone minister van Financiën, de invoering van eurobonds ter leniging van gemeenschappelijke staatsschulden, Europese belastingen, de risico’s van de Europese zombiebanken moeten gezamenlijk worden gedragen door een (nog onvoltooide) bankenunie, een kapitaalmarktunie moet zo snel mogelijk worden opgetuigd, zogezegd om de toegang tot financiering van het middelgrote bedrijfsleven te bevorderen en, last but not least, er moet een Europees Monetair Fonds worden opgericht, analoog aan het IMF (Internationaal Monetair Fonds). Dat IMF vindt men maar lastig, zie het voortslepende conflict met de EC over de kwijtschelding van de Griekse schulden. Men wil van het IMF af. En dat, terwijl deelname van datzelfde IMF voor zowel het Duitse als Nederlandse parlement een conditio sine qua non was voor deelname aan de noodfondsen om diverse eurolanden te redden. Deelname van het IMF was dus voor ons parlement een noodzakelijke voorwaarde, maar die wordt hier door de AIV rücksichtloos van tafel geveegd. Je verzint het niet.
De leden van de Commissie EMU van de AIV menen te weten dat de economische crisis in de eurozone over is en de tijd dus rijp is om de Nederlandse burger te overtuigen dat méér Brussel de enige manier is om de monetaire unie te versterken. In een toelichtend gesprek met Het Financieele Dagblad verklaarde de vice-voorzitter van de AIV, Alfred van Staden, dat verdieping en versterking van Europese samenwerking op economisch gebied ‘onvermijdelijk’ is. Het volgend kabinet moet het verzet tegen meer invloed van Brussel laten varen.
De adviezen van de AIV vertonen een opvallende gelijkenis met het eerder verschenen Reflection Paper van de EC. Ook daarin werd gepleit voor een verdere integratie van de eurozone. Alsmede een opvallend grote gelijkenis met de plannen van Frankrijk bij monde van haar nieuwe president Emmanuel Macron en de Franse eurocommissaris voor Financiën, Pierre Moscovici. De AIV is dan ook uiterst lovend over Macron.
Volgens de AIV zal Frankrijk onder Macron er eindelijk voor zorgen dat de Franse economie hervormd en geherstructureerd wordt. Dat geloof van de adviescommissie is gebaseerd op uitlatingen van de Franse president, die inderdaad beloofd heeft dat hij zijn land zal hervormen. Maar wie kijkt naar de recente daden van Macron kan toch ernstige vraagtekens plaatsen bij dat goede voornemen. Niet alleen schoffeerde hij de Italianen door een Franse scheepswerf te nationaliseren, ook gaf hij staatsbedrijven als Renault en PSA Peugeot Citroën opdracht om een failliete toeleverancier van opdrachten te blijven voorzien om zo de werkgelegenheid te redden. Een duidelijker voorbeeld van protectionisme en staatsinterventionisme kan nauwelijks bedacht worden. Ook wil Macron de rechten van Oost-Europese werknemers in Frankrijk beknotten. Dit alles staat haaks op wat Macron met de mond belijdt en welke hervormingen door de AIV bepleit worden. Het optimisme van de AIV over de Franse bereidheid tot échte hervormingen lijkt dus eerder gebaseerd te zijn op wensdenken dan op realiteit.
En hiermee valt de belangrijkste rationale van het advies van de AIV aan de Nederlandse regering weg. Want als het onmogelijk blijkt voor Frankrijk om echt te hervormen dan resteert slechts een permanente transferunie, hetgeen betekent dat de sterke, noordelijke landen blijvend zullen moeten betalen voor de zwakkere zuidelijke'. De verregaande plannen van de EC voor een collectief werkloosheidsfonds voor de hele eurozone wijzen in die richting.
En hetzelfde geldt mutatis mutandis voor Italië, dat een geheel eigen economische problematiek kent met zeer hoge staatsschulden en een rotte bankensector. Of zoals Dirk Bezemer deze week stelde in zijn artikel in De Groene Amsterdammer: ‘De tragedie is dus dat de euro-regels Italië richting de euro-uitgang duwen.’ Geen woord over dit risico van de adviescommissie. Intussen pleit de partij van oud-premier Berlusconi voor een parallelle munt voor Italië, naast de euro.
Wat de AIV bezielt om met een dergelijk advies te komen is dan ook uitermate raadselachtig. Het heeft er alle schijn van dat er sprake is van een vooringenomen agenda. Financieel geograaf Ewald Engelen sprak zelfs van een ‘coup’.
Beste Nederlandse regering, als jullie de euro redden willen redden c.q. de eurozone willen versterken dan zouden jullie eens aan 'The Matheo Solution (TMS)' kunnen denken. Invoering daarvan kan prima binnen de bestaande Verdragskaders plaatsvinden, zodat tevens voldaan wordt aan uw opdrachtvraag. Lees voor een onderbouwde uitwerking van TMS bijvoorbeeld dit artikel.
En de AIV is niet het enige adviescollege wat door de regering om advies is gevraagd. Ook de Raad van State is benaderd. Nu ik dit advies van de AIV gelezen heb, ben ik toch wel heel benieuwd waar de Raad van State volgende maand mee komt. Immers, aan dat college is min of meer dezelfde vraag gesteld, naar aanleiding van een motie van het CDA-kamerlid Pieter Omtzigt. Volgens de secretaris van de AIV, A.R. Westerink, kwam die vraag aan de Raad van State pas enkele maanden later:
Het wordt dan ongetwijfeld een leuk tijdverdrijf om de verschillen te spotten en te controleren of onze Raad van State wél in staat is om een onafhankelijk advies te geven.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten