De woorden van Wilders

Geen categoriesep 22 2011, 18:59
Hij heeft het weer voor elkaar. Wederom staan alle schijnwerpers gericht op Geert Wilders. Moeiteloos werpt hij tijdens de algemene beschouwingen enkele woeste uitspraken de zaal in, en iedereen praat er over.
Discussie over de inhoud? Is er nauwelijks. Hét gesprek van de dag gaat niet over kabinetsplannen of politieke posities, maar over de mate waarin kamerleden zich (zouden moeten) mogen uiten. Hoe beledigend mag men als kamerlid zijn? Specifiek: hoe beledigend mag die gemene meneer Wilders zijn?
Het voelt als een herhaling van zetten. Steeds weer gaat het over ‘de toon’. Over de woordkeus in het debat, en niet over de argumenten. Tot in de rechtszaal moest al gestreden worden over de vraag of Wilders dingen zegt die hij (volgens sommigen) niet zou mogen zeggen.
Iedere keer trappen ze er weer in, en op die manier is het wel héél makkelijk voor Wilders. Moeiteloos stuurt hij het hele debat aan, door enkele opzettelijk provocerende bewoordingen. En iedereen valt er over, dus iedereen praat weer over hem. Stemmen roepen op om hem de mond te snoeren – want hij gaat nu écht te ver! – en dan is hij meteen weer de man van het vrije woord, en zijn alle anderen de oubollige moraalridders die over de vorm vallen, en de inhoud laten passeren.
En dat is ook zo. Bijna alle commentaren op de algemene beschouwingen gaan geheel of vooral over de woordkeuze van Wilders, en nauwelijks over de standpunten die besproken zijn. Blijkbaar vindt men de vorm inderdáád belangrijker dan de essentie, en is “fatsoenlijk praten” een positiever eigenschap dan “zeggen wat je denkt”.
In de woorden van CDA-fractievoorzitter Sybrand van Haersma Buma wordt deze hele houding samengevat: “Als je vrijheid van meningsuiting hebt, moet je ook respect hebben. Dat heb ik bij de heer Wilders gemist.”
En dat is dus klinkklare onzin. Als je vrijheid van mening hebt, échte vrijheid, dan betekent dat namelijk dat je óók zonder respect voor anderen mag spreken. Anders is het nauwelijks vrijheid te noemen. Omdat het overgrote deel van onze politici dat weigert te begrijpen, zullen ze steeds als Wilders iets roept dat hen niet bevalt wéér proberen om zijn spreekrecht in te perken. En keer op keer bewijzen ze daarmee dat hij gelijk heeft.
Op deze manier laat Wilders zijn tegenstanders alle hoeken van de kamer zien, en laten ze dat ook nog eens zelf toe. Wie het politieke gevecht écht aan wil gaan met Wilders, moet ophouden met steeds ingaan op de verbale spelletjes die hij zo goed beheerst. Alleen door hem aan te vallen op de inhoud, kunnen ze hopen het van hem te winnen. In een woordentwist hebben de overige kamerleden echt geen schijn van kans, want of zijn woorden hen nu bevallen of niet, op retorisch gebied is Geert Wilders met gemak hun meerdere.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten