Grondwettelijke godsdienstvrijheid nogal bedenkelijk

Geen categoriesep 31 2012, 22:19
De invoering van een grondwettelijk recht op vrije beoefening van godsdienst in het openbare leven is een erfenis van de Franse revolutie, die drastisch korte metten maakte met de verplichte belijdenis van het Rooms Katholicisme, dat met het vorstenhuis en onder toezicht van de paus onder een hoedje speelde en in die samenwerkingsvorm de Franse politiek naar de afgrond voerde. Eeuwenlang onderdrukten de Bourbons het volk uit naam van christelijke principes. Het was een bizarre situatie. Eigenlijk diende het volk twee chefs: de paus en de wereldlijke kroon, wat een bron van conflikten vormde.
Deze Middeleeuwse totale overheersing van de politiek door de kerk wordt geacht tot de verleden tijd te behoren sinds wij het seculiere tijdperk van de verlichting zijn binnengegaan in onze beschavingsgeschiedenis. Is dit echter wel zo? Zijn we misschien van de regen in de drup gekomen? Is onze religieuze bevrijding misschien niet doorgeschoten? Doet de zo hoog geprezen en alom gewaardeerde godsdienstvrijheid ons niet de das om?
Onder godsdienst moeten wij in dit verband niet verstaan de innerlijke geloofsbeleving van mensen in hun verhouding tot wat zij hun Opperwezen achten of hun particuliere levenswijze overeenkomstig de voorschriften waarvan zij menen dat hun die door een soort bovennatuurlijke Openbaring worden voorgehouden. Geen enkele seculiere overheid zal daar moeite mee hebben. Opvattingen van onderdanen kunnen trouwens niet tot haar bevoegdheid worden gerekend, omdat die niet controleerbaar of oplegbaar zijn. Evenmin zal een overheid zich zorgen kunnen maken over een eigenaardige manier van leven van onderdanen, mits die het publieke leven niet ontregelt of medeburgers schade berokkent. Naast deze onschuldige vorm van godsdienst heeft zich echter historisch een totaal ander type ontwikkeld, een uitwendige cultus , die gepaard gaat met de verplichting tot grootschalige manifestatie in de publieke ruimte en voor de aanhangers de verplichting om die ruimte geheel te bezetten en om te vormen tot een eigen terrein. Ik doel uiteraard op de fanatieke Islam, die in wezen politiek is gericht en niet stopt voordat het huis van de oorlog (het gebied van de ongelovigen) is veranderd in het huis van de Islam. Alle middelen zijn daartoe geoorlooofd.
Met dat type godsdienst hadden wij eigenlijk nog geen rekening gehouden toen wij in de negentiende eeuw onze grondwet formuleerden en zo ruimhartig elke godsdienst de mogelijkheid gaven om zich hier te vestigen op ons grondgebied. Wij gingen ervan uit dat de burgers onbetwist het oppergezag van de gekozen overheid zouden erkennen en dus niet zouden willen aantasten. Maar wij hadden buiten de waard gerekend en waren onnozel. De godsdienstvrijheid gaat ons de das omdoen, nu zich  door een massale intocht van moslems in ons land een godsdienst met een politieke signatuur en met politieke ambities heeft gevestigd, die duidelijk de wet wil verzetten en daar uit principe geen middel voor schuwt. Royaal maakt men gebruik van de voorzieningen en rechten die elke godsdienst worden toegestaan. En wij maar slapenderwijs onze ondergang tegemoet gaan!
Helaas betrekken wij geen lessen uit de geschiedenis. In het grijze verleden, denken wij aan de oud-Griekse en de Romeinse tijd,  waren godsdienst en politiek een onlosmakelijke eenheid. Elke burger had de officiele pietas ten opzichte van de goden en de keizer te betrachten op het gevaar af als een opstandeling en misdadiger te worden  gestraft. De Christenen waren de eerste rebellen die deze toestand ondermijnden en via een hypokriete gehoorzaamheid geleidelijk de hoogste kringen voor zich wisten te winnen. Mohammed (de tweede namelijk, de militaire strateeg en geweldenaar) verwierp een scheiding van godsdienst en politiek gezag verre van zich. "Mohammed had zeer gezonde opvattingen" (Contrat Social 4/8). en vestigede alom met groot geweld de Islamitische eredienst en levenswijze in de gebieden die men men tot niet gering profijt wist te veroveren. De Islamitische godsdienst is in wezen een politieke godsdienst, die al zijn aanhangers verplicht om de andere helft van de wereld vreedzaam of met geweld en bedrog te bekeren. Laten we ons niets wijs maken over bedoelingen die met onze seculoiere instelling verrenigbaar zouden zijn.
Overeenkomstig het gezonde inzicht van Mohammed moeten wij een ander type van eenheid tussen godsdienst en politiek daar tegenover stellen, een soort godsdienst die primair een staatsdienst is, een inzet voor het publieke belang van rechtvaardigheid en naastenliefde onder volksgenoten. Ik schreef dat al in mijn Contrat Social: onze godsdienst moet bestaan in de cultus van de wetten en moet het vaderland maken tot het object van onze adoratie.De staat dient onze titulaire godsdienst te zijn.Laat iedereen voor de rest de opvattingen koesteren die hem lief zijn. Doet er niet toe, mits zij hem maar zijn burgerlijke plichten doen beminnen en uitvoeren.
Een 'godsdienst' die daar niet toe aanzet, ja zelfs onze wetten en zeden openlijk bestrijdt, is levensgevaarlijk voor onze samenleving. Zulk een godsdienst nu (Islam) dulden wij in ons midden, koesterren en faciliteren wij, ja wij betalen daar zelfs, als soortement dhimmi's, belasting voor. Onze grondwettelijke godsdienstvrijheid zou niet misbruikt of gebruikte mogen worden voor deze staatsvijandige indringer. Wij zijn hardstikke gek.
De enige die zich in het publieke domein daartegen verzet en daarvoor onder voortdurende bedreiging leeft, is Geert Wilders. Alle andedre politici zijn blind voor de sluipende Islamisering en vernietiging van onze vrije republiek. Politici van VVD, CDA, PVDA, SP etc. word toch eens wakker. Dit is het grootste gevaar dat ons bedreigt, aanzienlijk ernstiger dande euro-crisis.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten