Hoe Tayyip Erdogan de erfenis van Atatürk verkwanselt

Geen categoriejun 25 2013, 16:30
Ruim drie weken geleden werd Turkije geconfronteerd met ongeregeldheden, nadat de politie een aanvankelijk vreedzame demonstratie op het Taksim-plein in Istanbul gewelddadig had neergeslagen. De protesten werden al snel grimmiger en verspreidden zich naar andere delen van Turkije. Waar aanvankelijk nog werd gesproken over protesten tegen bouwplannen van onder andere een megalomane moskee en shopping mall op het Taksimplein, werd al snel duidelijk dat de aanleiding voor de volksopstanden veel dieper ligt. Sinds het aantreden van president Tayyip Erdogan in 2003 is de erfenis van het moderne, seculiere Turkije, de droom van Mustafa Kemal Atatürk, stukje bij beetje verkwanseld.
Daarnaast blijken ook economische zorgen een grote rol te spelen: de vaak geroemde economische prestaties van de regering-Erdogan blijken steeds vaker een zeepbel.
Mustafa Kemal Atatürk was de grondlegger en eerste president van de Republiek Turkije, natiestaat der Turken. Geen Arabisch land, zoals soms ten onrechte wordt gedacht. De naam Atatürk heeft de betekenis van ‘Vader der Turken’. Zijn politieke ideeën worden wel aangeduid met de term kemalisme. Atatürk streefde naar een seculiere, feitelijk laïcistische staat gestoeld op westerse normen en waarden. Onder Atatürk werd de aloude sharia afgeschaft. Polygamie werd verboden, de gelijkwaardigheid van man en vrouw werd ingevoerd en de scheiding tussen kerk en staat werd strikt gehandhaafd. Atatürk voerde verregaande sociale en politieke hervormingen door. In de etatistische visie van Atatürk was de staat de motor van de veranderingen.
Atatürk geniet ook in het huidige Turkije een welhaast mythische status, waarbij kritische geluiden niet worden geduld. In ieder openbaar gebouw is de afbeelding van Atatürk aanwezig. Daarnaast wordt Atatürk op de lira, de Turkse munt, afgebeeld.
Premier Tayyip Erdogan (59) is in veel opzichten de tegenhanger van Atatürk. De charismatische Erdogan is voormalig burgemeester van de megapool Istanbul en sinds 2003 de 25e premier van de republiek Turkije. Erdogan is de politiek leider van de conservatief-islamitische AK-partij (Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling). Die partij, deels voortkomend uit de omstreden religieuze stichting Milli Görü?, wordt door militairen, overheidsdienaren en seculiere (laïcistische) politieke partijen sterk gewantrouwd vanwege een (latente) islamiseringsagenda. Zelf verklaart AK geen confessionele partij te zijn, maar een conservatieve centrumpartij. In 2008 dreigde de partij te worden verboden vanwege een sterk anti-seculier karakter.
Niettemin wordt het steeds duidelijker hoe de regering-Erdogan de erfenis van Atatürk verkwanselt. Reeds als burgemeester van Istanbul wilde Erdogan gescheiden schoolbussen voor jongens en meisjes invoeren net als aparte badstranden voor vrouwen. Als premier hervormde Erdogan universiteiten, waarbij vooral leden en sympathisanten van de AK als medewerkers werden aangesteld. Ook werden moskeeën op de diverse campussen geopend. Het gevolg is een verregaande islamisering van het ooit zo seculiere Turkse onderwijs. In 2008 liepen de spanningen op toen Erdogan het hoofddoekenverbod op universiteiten wilde schrappen. Recentelijk voerde de regering-Erdogan strengere regels voor alcoholgebruik voor, uiteraard in lijn met de islamitische traditie. Ook abortuswetgeving dreigt te worden aangescherpt en met de vrijheid van meningsuiting is het in Turkije al helemaal niet te best gesteld. Volgens politicologe Monique Samuel hangen deze ontwikkelingen samen met de opkomst van de zogenaamde (conservatieve) Gülenisten, genoemd naar de Turkse President Gül. Deze Gülenisten beheersen de prominente nieuwsbladen, televisiezenders, bedrijven, banken en investeringsbureaus. En in toenemende mate de politiek¹.
Een andere belangrijke oorzaak van de onrust in Turkije zijn de economische zorgen. Erdogan blijkt niet de motor van een economisch wonder, maar veeleer de architect van een derdewereld-zeepbel, zoals ook econoom David Goldman recentelijk treffend verwoordde in de Volkskrant-Opinie². De Turkse consumenten zuchten onder een verpletterende schuldenlast. Daarnaast gaat Turkije gebukt onder torenhoge werkloosheidscijfers en een hoge inflatie. De politiek gemotiveerde gulheid van Erdogan keert zich nu tegen hem.
Ondertussen tracht Erdogan de geest weer in de fles te krijgen en wijst op zogenaamde –vanuit het buitenland gearrangeerde- samenzweringen. Buitenlandse krachten, bankiers en media zouden de opstanden hebben veroorzaakt en aangewakkerd. Inmiddels weten we beter.
Erik J. Prins is econoom, Midden-Oosten- en Amerika-kenner
¹ Van Tahrir naar Taksim, Monique Samuel 01-06-2013
²' De geldsmijterij van Erdogan heeft de Turken een enorme kater bezorgd' Volkskrant 07-06-2013
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten