De EU en het good governance-model

Geen categoriemei 30 2014, 15:15
Laten we de EU eens langs een internationaalrechtelijke meetlat leggen.
De Verenigde Naties hanteren een aantal beoordelingscriteria om de bij haar aangesloten lidstaten te beoordelen op de kwaliteit van de overheden van de desbetreffende landen. De VN is een organisatie waar zelf ook het nodige op is aan te merken, maar dat maakt het model niet minder bruikbaar. Het beoordelingsmodel van de VN behelst acht criteria. Hoe meer een regering aan deze acht criteria weet te voldoen, hoe beter bestuur van zo’n lidstaat over het algemeen is.
De acht criteria zijn de volgende:
1 Onpartijdig en open
2 Rechtszeker
3 Consensusgericht
4 Participatief
5 Vraaggericht
6 Effectief en efficiënt
7 Publieke verantwoording
8 Transparant
Onpartijdig en open
De EU heeft zich tijdens de EP-verkiezingen recentelijk allesbehalve onpartijdig gedragen. Zo werden mensen die vraagtekens durfden te plaatsen bij het instituut EU voor fascisten uitgemaakt en werden er vele miljoenen verspild aan pro-EU-propaganda zonder echte daadwerkelijke argumenten of feiten te kunnen noemen. Men beschadigt liever zijn politieke tegenstander. Van enige onpartijdigheid is dus absoluut geen sprake. Tevens is de EU ook geenszins open te noemen. Hoe politieke besluitvorming tot stand komt en hoe financiële geldstromen lopen is (opzettelijk) totaal niet na te gaan.
Rechtszeker
Binnen de EU is er geen overzichtelijke rechtszekerheid. Dat begint al omdat de 28 lidstaten gedeeltelijk wel en gedeeltelijk niet hun eigen regelgeving kunnen doorvoeren. Daardoor is er dus sowieso geen eenduidige rechtszekerheid te bespeuren. Dit is ook niet haalbaar bij 28 zo’n verschillende landen, culturen, tradities en economieën. Maar meer nog bedreigt de Europees Hof van Justitie de rechtszekerheid. Deze instantie wordt bemand door een groepje ‘opperrechters’ die uit enkele landen van de EU zijn bijeengeraapt om een oordeel te vellen dat boven de nationale rechtsgang uitstijgt. Dit kan en heeft ook al geleid tot uitspraken die tegendraads zijn aan de nationale wetgeving van een lidstaat. De desbetreffende lidstaat moet dan tegen haar eigen wetgeving in een ‘bevel’ opvolgen en uitvoeren, en zo nodig zelfs haar wetgeving aanpassen. Dit leidt tot rechtonzekerheid omdat de inwoners van een lidstaat dus blijkbaar niet meer op hun eigen wetgeving kunnen afgaan. Omdat de ooit soevereine staten nu de wil van een heel klein ondemocratisch geselecteerd groepje moeten opvolgen waarvan de kans groot is dat er zelfs niet eens één enkele afgevaardigde van het betreffende land zitting heeft in het selecte groepje.
Consensusgericht
Bij het begrip consensusgericht valt twee kanten op te beredeneren. Je zou kunnen inbrengen dat de meerderheid van het EU en zeker de Europese Commissie een grote vorm van consensus hebben bereikt in hun streven naar een grote federalistische socialistische Europese superstaat. Maar men kan ook opperen dat een vorm van consensusgerichtheid toch meer iets is als luisteren naar je politieke opponent. Om daarna op inhoud te trachten consensus tussen de verschillende politieke en filosofische overtuigingen te bereiken. Dit gebeurt in de huidige EU absoluut niet, omdat men niets anders doet dan de mensen die kritiek hebben op de Europese eenwording, de euro, bankenunie of de interne massa-immigratie tussen de lidstaten, slechts demoniseert en volledig monddood tracht te maken.
Participatief
Participatief leiderschap wordt bereikt als er een democratisch mechanisme is om het leiderschap te corrigeren en eventueel af te zetten. Ondanks dat we tweemaal in het decennium onze stem op het Europees Parlement mogen uitbrengen kunnen we geen democratische inbreng uitoefenen op de ware macht binnen de Europese Unie en dat is de Commissie en haar ‘ministers’. Omdat de mogelijkheid tot afzetting al helemaal volledig ontbreekt kunnen we zeker niet van participatief leiderschap spreken binnen de EU.
Vraaggericht:
De EU is er bijzonder goed in gebleken om keer op keer beleid te formuleren dat absoluut niet gedragen wordt door de bevolkingen van haar lidstaten. Het is dus geenszins vraaggericht. Zelfs al zou de EU dit werkelijk nastreven dan is dit zelfs een onmogelijkheid. Omdat de ‘vraag’ die zuidelijk Europa verlangt zo tegengesteld is aan wat West/Noord-Europa nodig heeft en dus vraagt. Dit terwijl het oosten weer totaal andere wensen heeft. Dit is ook volslagen logisch met zulke enorme verschillen tussen de lidstaten. Maar buiten al deze politieke, geografische en culturele verschillen zijn er ook nog de belangen van de banken en de multinationals. De belangen van de laatstgenoemde twee groepen gaan structureel voor bij de eurocraten.
Effectief en efficiënt
De EU is alles behalve effectief of efficiënt. Dit komt door de enorme bureaucratie, corruptie, de tegenstrijdige belangen van de lidstaten maar bovenal door de socialistische filosofie waarop de EU gebouwd is. Men streeft naar gelijkheid binnen het EU grondgebied, en daarom dient men solidair te zijn van het ene land naar het ander. Feitelijk moet men dat net zolang blijven doen tot er genoeg geld van Noord/West-Europa is verscheept naar het zuiden en het oosten van Europa totdat er een ongeveer gelijk welvaartsniveau tussen de lidstaten zou worden bereikt. Dit beleid van eeuwige welvaartsherverdeling is uiteraard alles behalve effectief en/of efficiënt. Het leidt slechts tot kapitaalverlies, werkloosheid en andere effecten die een goed bestuurde staat juist niet zou willen.
Publieke verantwoording
De publieke verantwoording is ver te zoeken binnen de EU, als ze er al überhaupt is. De EU houdt haar politieke besluitvorming buiten iedere vorm van controle en de subsidiestromen en andere miljarden aan financiële toekenningen, uitgaven, vergoedingen en salarissen tracht men ook zo goed mogelijk binnenkamers te houden. Zelfs de bankenunie, iets wat één der grootste financiële ingrepen ooit is, wordt opgetuigd zonder dat men daar publieke verantwoording voor af legt.
Transparant
Transparant heeft veel overeenkomsten met de publieke verantwoording met het verschil dat je nog transparant zou kunnen zijn als organisatie zonder verantwoording af te leggen. Hier kunnen we kort over zijn: de EU is niet transparant.
De EU zou voor alle acht criteria van het Good Governance-model zakken. De EU slaagt slechts voor de test als het zou gaan om als baantjescarrousel voor middelmatige politici te fungeren en als hulpstuk voor megabanken en multinationals, maar zeker niet voor de inwoners van haar lidstaten.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten