De treurige wetenschap

Geen categoriejun 17 2014, 11:53
Ik ben geen tegenstander van de wetenschap. De Stichting Skepsis, die zich tegen pseudowetenschap verzet, kan op mijn blijvende sympathie rekenen. Het is tekenend voor onze, op domheid beluste, tijd dat deze organisatie zo zelden in het nieuws komt. Maar de wetenschap zelf kan ook erg teleurstellen.
Je kunt de katernen en supplementen van onze kwaliteitskranten niet openslaan of je wordt er weer gewezen op publicaties die ons dwingen een geheel nieuwe kijk op natuur en geschiedenis te krijgen. Ik roep dan meteen het hele gezin bijeen en aan de keukentafel beschouwen we de nieuwe toestand. Kleine Jan, het nakomertje, kan ons meestal een beetje geruststellen. Hij zegt dat al die wetenschappers naam willen maken met een ontdekking. Ze willen als een Einstein met zijn relativiteitstheorie een eeuwige plaats verwerven – of althans een bevordering en lucratieve televisieoptredens.
Hitler
Maar wat denkt u van mijn vrouw die geregeld het volgende stelt? Haar stoort steeds weer dat de vermeende ontdekkers zich op zo weinig baseren. Wordt een Romeinse potscherf in Californië gevonden, moeten we meteen ons idee van het Romeinse Rijk herzien en aanvaarden dat het wereldomspannend was. De journalisten – mensen die op zoek naar nieuws zijn en het desnoods verzinnen – bedenken onmiddellijk krantenkoppen als ‘Ons beeld van de Oudheid wankelt’. Toch lijkt het niet onmogelijk dat de potscherf door een 18e-eeuwse toerist in Rome is gekocht en door zijn werkster bij vergissing op de vuilnishoop is gegooid.
Julie, mijn oudste dochter, is van mening dat te veel boeken met boeken worden gemaakt – en met te weinig boeken. En ze komt met het voorbeeld van de Duits-Amerikaanse psycholoog Erich Fromm, die in The Anatomy of Human Destructiveness een essay aan Hitler wijdde en deze dictator meende te kunnen analyseren op basis van welgeteld drie boeken, waarvan slechts eentje geschreven was door iemand die zelf Hitler had meegemaakt. Mijn dochter die honderden boeken over Hitler gelezen heeft en bij voorkeur boeken van mensen die met Hitler zijn omgegaan en niet de boeken die met boeken zijn gemaakt, moest van Fromm niets meer weten en hield er een zeker wantrouwen tegenover de wetenschap aan over. Niet dat ze het vak psychologie ooit erg ernstig heeft genomen. En wat de smalle basis aangaat (het kleine aantal boeken waarop zo’n onderzoek is gebaseerd of misschien moet je eerder zeggen: waarin de bevestiging van een vooroordeel is gezocht), laten we ook niet te veel onder de indruk zijn van daarentegen erg lange literatuurlijsten, want die zijn makkelijk samen te stellen. Al die boeken lezen en er indien mogelijk ook een beetje over denken, kost meer inspanning.
Onze buurman die toevallig is binnengelopen en bij ons aan de keukentafel is komen zitten, doet eveneens een duit in het zakje. Hij waarschuwt voor zogenaamd wetenschappelijke studies die op literaire werken steunen. Zeg maar: een studie van de Verlichting op basis van de literaire bestsellers van die dagen. Als je ergens niet op moet afgaan, stelt hij, is dat wel het geouwehoer van letterkundigen. Die begrijpen nergens iets van. Mijn vrouw schenkt hem maar eens in.
Geert Mak
Marie, mijn op één na oudste dochter, herinnert ons er altijd weer aan dat in de wetenschap de mode even beslissend is als in de kledingindustrie. En ze komt dan iedere keer met een inderdaad onweerlegbaar voorbeeld: onze nationale historiograaf Geert Mak. Onlangs zag ik nog een krantenartikel waarvan de kop ongeveer luidde: ‘Je zou hem als geschiedenisleraar gehad willen hebben.’ Nu, ik niet en mijn dochter Marie al evenmin! Want dan was ons geleerd hoe je de gebeurtenissen van vroeger met de vooroordelen van vandaag moet bekijken. Daarin is Mak inderdaad onovertroffen en het verklaart zijn succes bij de hersenlozen.
De vriend van Marie, Peter, zegt dat hij zo’n hekel heeft aan geleerden die wel degelijk een goede opleiding hebben gekregen, maar uit pure hebzucht een beetje alternatieve flauwekul ernaast gaan doen. De reguliere arts die ook een homeopathisch praktijkje heeft, waar zijn ‘patiënten’ dan denken: als Oom Dokter die gewone geneeskunde heeft gestudeerd, ook aan homeopathie doet, dan zal het wel in orde zijn met die homeopathie. Een tragische vergissing, want Oom Dokter doet het alleen om de centen.
Napoleon
Willem, mijn enige zoon, mijmert nog wat over het denken en over het bedrijven van wetenschap. Hij is van mening dat je om enig inzicht te krijgen in wat dan ook, toch vooral niet mag vergeten veel de straat op te gaan en in zoveel mogelijk situaties te belanden (tot onze grote ongerustheid doet hij dit ook met overgave). Volgens hem ontbreekt het de meeste denkers aan levenservaring, waardoor ze allerlei beweren dat psychologisch eenvoudig niet klopt. Om Napoleon te doorzien, kun je misschien beter een huistirannetje bestuderen dan het zoveelste professorale geschrift door te werken. Waarbij je ook weer niet moet overdrijven. Napoleon was meer dan een huistirannetje. Op de Engelse televisie zie je de laatste tijd nogal eens programma’s met titels in de trant van ‘De Tudors, pure maffia’. Hoe verhelderend zo’n vergelijking soms mag zijn, de deur naar anachronismen staat dan wel wijd open. Vlotte, jonge presentatoren wandelen toch zorgeloos naar binnen, met een pretentie of zij eindelijk de historie goed aanpakken en ware wetenschap bedrijven.
En toen hebben we onze koffiekoppen in de vaatwasser gezet en zijn we overgegaan tot de orde van de dag.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten