Een burgerlijke moslimwereld

Geen categoriejun 16 2014, 20:30
Het ligt voor de hand met de opmars van het ISIS-leger in Irak om alle inspanningen van de Amerikanen om een burgersamenleving in het Midden-Oosten op te bouwen voor vergeefs te houden.
Leon de Winter doet dat vandaag in zijn column op de Dagelijkse Standaard. Volgens hem zijn de Arabieren niet toe aan een burgerlijke samenleving en zijn er geen politiek correcte antwoorden op de vraag waarom dat niet lukt. Dat er geen politiek correcte antwoorden zijn, zou best kunnen. De Winter meent dat de islam een moderne samenleving in de weg staat. Zou ook best kunnen, al worstelt de islamitische wereld allang met de achterstand op het Westen en zijn daar al verschillende moderniseringspogingen achter de rug. Niet omdat de Amerikanen of de Europeanen dat wilden, maar omdat de elites zelf beseften dat het niet goed ging en dat zij aansluiting moesten zoeken bij de moderne wereld.
Ik denk dat we hier voor fatalisme moeten waken. Als het Midden-Oosten bezig is zichzelf op te blazen, wat De Winter beweert, dan kan het Westen daar weinig tegen uitrichten. Maar we moeten ook niet doen alsof de toekomst aan de jihadisten is, want hun onheilige oorlogen zaaien slechts dood en verderf. We moeten ook niet vergeten dat het de elites zijn die in zulke gevallen de hulp van het Westen inroepen. Dat zien we nu weer bij de regering van Nouri al-Maliki in Bagdad, en we hebben dat de afgelopen twee eeuwen veel vaker gezien. Dan ging het niet alleen om bescherming tegen terroristen en moslimbroederschappen, maar ook om geopolitieke overwegingen zoals tegenspel bieden aan de dreigingen van Rusland of Iran. Daarbij probeerden die elites ook de verschillende westerse mogendheden tegen elkaar uit te spelen, om niet te zeer afhankelijk te zijn van een enkele berschermheer. Dat machtspel beheersen ze allemaal, tot het moment dat het fout gaat natuurlijk.
Het Ottomaanse Rijk zocht in de negentiende eeuw al bescherming bij Groot-Brittannië en Frankrijk, en later bij Duitsland, om in de Eerste Wereldoorlog na een foute strategische keuze voor de centrale mogendheden ten onder te gaan. De gevolgen van die rampzalige ondergang bleven lange tijd verborgen, maar zijn sinds het einde van de Koude Oorlog weer volop aan de oppervlakte getreden. De opkomst van de politieke islam is sinds 11/9 de grootste uitdaging voor het Westen, en de democratische wereld heeft daar geen gemeenschappelijk antwoord op. Als het misgaat in het Midden-Oosten ligt het altijd aan de ander: aan Bush, aan de neocons, aan Israël, aan Obama, aan de dhimmi's in Europa, en ga zo maar door. In die zin is de politieke islam ook voor de westerse wereld een splijtzwam die onze zekerheden ondermijnt.
Toch zou ik daar niet te snel de conclusie uit willen trekken dat een burgersamenleving in het Midden-Oosten onmogelijk is. Wat mij het meest opviel toen ik vijfentwintig jaar geleden voor het eerst in Istanbul kwam, was hoe Europees het was. Op de radio hoorde je Bach en Beethoven, en de stad had die oriëntaalse sfeer die juist door westerlingen lang is geromantiseerd. De boten over de Bosporus; de Mercedessen en dolmussen (meest oude Amerikaanse sleeën die op ingenieuze wijze waren verlengd) in het verkeer; de flatwijken rond Bagdad Avenue in Kadiköy aan de Aziatische kant waar de middenklasse een goed leven leidde. Het had een onvervalst burgerlijke sfeer, met mensen in theehuizen die taartjes aten en allemaal beleefd en ontzettend aardig waren. Natuurlijk was er ook een rauwe kant van Istanbul, die niet alleen uit boze moslims bestond (die waren er toen nog helemaal niet), maar vooral uit straathandelaren, kruimeldiefjes, niet altijd even eerlijke taxichauffeurs, woest rijdende automobilisten, en een niet aflatende stroom plattelanders die de ooit zo kosmopolitische stad aan het overspoelen was.
Maar altijd trof mij ook weer die verfijnde burgerelite, die gastvrij was, op buitenlandse scholen en universiteiten had gezeten, en vaak beter was opgeleid dan ikzelf. Daarbij was die bovenlaag seculier, en op een wijze anti-islam die wij later 'politiek incorrect' zouden noemen. Heel beschaafde mensen sympathiseerden ook met het leger, zagen de Koerdische PKK en Abdullah Ocalan als staatsvijand nummer één, en moesten niks hebben van de corruptie van de zich op het kemalisme beroepende regeringspartijen, die ze niettemin bij gebrek aan beter steunden. Op universiteiten had je ook zeer linkse en marxistische Turken, maar in hun levensstijl (en paranoia) waren die even burgerlijk als de bovenlaag en de militairen die ze verachtten. Als Istanbul tegenwoordig swingt en cool is, dan komt het door deze mensen, die in niets van moderne kritische westerlingen te onderscheiden zijn. Behalve dat ze uit Turkije komen, voor bijna honderd (98) procent een moslimland.
De laatste vijftien jaar is in het Turkse binnenland, in grote provinciesteden als Kayseri, Konya en Gaziantep, ook een islamitische middenklasse opgekomen die doorgaans de AK-partij van premier Erdogan steunt. Op Erdogan had het Westen lang zijn democratische hoop voor de regio gestoeld, maar de man blijkt een grotere demagoog en vooral veel autoritairder te zijn dan gedacht. Het is de vraag of Turkije, een belangrijk NAVO-bondgenoot, nog pro-westers genoemd kan worden. Maar burgerlijk zijn die nieuwe middenklassen wel. Ik meen ze ook in Syrië gezien te hebben, toen ik daar in oktober 2009 rondreisde, anderhalf jaar voor de burgeroorlog. Van de stad Hama herinner ik me niet alleen de uit de Romeinse tijd stammende waterraderen in de rivier de Orontes (zie foto), maar ook de thee en limonade drinkende stelletjes in de parken en een herbouwd (de stad werd in 1982 door de luchtmacht van Hafez al-Assad gebombardeerd) centrum dat burgerlijk aandeed. Zo was het ook in Aleppo en Damascus, steden die in de Ottomaanse tijd al over een kleine op Europa gerichte intelligentsia beschikten. Overal in het voormalige Ottomaanse Rijk bouwden ze hun eigen Parijs, van Boekarest op de Balkan, tot aan Erzurum in Oost-Anatolië aan toe. Ook Istanbul en Caïro hebben zulke Parijsachtige stadcentra, die overigens ernstig zijn verwaarloosd. Beiroet was zo'n stad, en ook Izmir (Smyrna toen het tot 1922 nog door Grieken werd bewoond) had een sfeer met boulevards en palmbomen waar het prettig wandelen was. Allemaal burgerlijk, burgerlijk, burgerlijk.
Je kunt zeggen dat die burgerij onder vuur ligt van de moslimfundamentalisten, de zeloten, de terroristen, en het gewone volk dat zich onderdrukt en tekort gedaan voelt. Maar die burgerbeschaving is niet weg, al moet ook gezegd worden dat al die burgers niet even beschaafd zijn. Maar in Teheran houden ze feestjes met westerse popmuziek en gaan ze skieën in de bergen, in Ankara hebben ze met eigen ingenieurs en bouwmaatschappijen een miljoenenstad uit de grond gestampt, en in Erbil in Noord-Irak beleven de Koerden nu een economische boom. Met alle burgerlijke genoegens die daarbij horen. Het is helemaal niet zo dat een burgerlijke levensstijl in islamitische landen onmogelijk is, alleen staat die onder druk door alle politieke instabiliteit. Een instabiliteit en een onveiligheid waar westerse mensenrechters en democratiebevorderaars geen antwoord op hebben. Maar dat wil niet zeggen dat het verlangen naar een solide burgerbestaan en alle sociale en politieke rechten die daarmee verbonden zijn niet breed leven.
Het is een fout om de hele moslimwereld als een woeste streek vol halsafsnijders en kameeldrijvers af te doen. Wie zo'n karikatuur schetst, moet niet verbaasd zijn dat mensen zich ook naar die karikatuur gaan gedragen. Daarom kan het Westen niet anders dan blijven aannemen dat ook Arabieren net als de rest van de wereldbevolking in de kern brave burgers zijn. Met een afkeer van geweld, waartoe zij te midden van alle bommen en aanslagen (je zal maar in Bagdad of Mosul wonen) nog meer reden hebben dan wij. Dat is niet naïef, maar keurig burgerlijk. Of politiek correct, zo u wilt, maar een beter antwoord is er niet.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten