Hoe bestrijdt een tolerante samenleving de intolerantie?

Geen categorieaug 05 2014, 12:44
In een eerder column Tijd voor bezinning wees ik erop dat de tijd van wegkijken en goedpraten voorbij is.
Er is veel aan de hand in onze samenleving, er borrelt enorm veel onder de oppervlakte. Schokkende gebeurtenissen zoals het neerstorten van vlucht MH17 of het conflict tussen Israël en de Palestijnen hebben een splijtende werking in onze pluriforme samenleving.
In feite zien we nu gebeuren waar denkers als Pim Fortuyn maar ook de sociaal-democraat Paul Scheffer (de man van Het multiculturele drama) eind jaren negentig al voor gewaarschuwd hebben. Deze twee totaal verschillende denkers kwamen in hun analyse van de multiculturele samenleving sterk overeen. Kort gezegd komt het erop neer, dat Nederland door massa-immigratie op een totaal naïeve manier verzeild raakte in een muliculturele samenleving, waarbij bewust of onbewust door de elite de oude principes van de verzuiling toegepast werden. Het was iedere groep voor zich.
Niemand bekommerde zich over iets als een nationale identiteit of daaraan gekoppeld een aantal bindende normen en waarden, waaraan iedereen zich dient te houden. Dat was voor de relativerende, progressieve Nederlanders iets waar je überhaupt niet over nadacht. Normen en waarden, of patriottisme, dat was iets van de jaren vijftig, iets voor fanatieke Amerikanen, daar hielden wij ons niet mee bezig in ons polderland van vrijheid-blijheid!
Paul Scheffer vergeleek in Het multiculturele drama (2000) de sociale kwestie van de 19e eeuw met de allochtonenproblematiek en schreef daarover:

“Juist daarom is de gelaten manier waarmee gereageerd wordt op het ontstaan van een nieuwe, veel venijniger tweedeling in de Nederlandse samenleving zo onvoorstelbaar. Want waarom wordt er niet in veel dwingender termen gesproken over het achterblijven van hele generaties allochtonen en over de vorming van een etnische onderklasse? Zo energiek als `de sociale kwestie' van weleer te lijf is gegaan, zo aarzelend wordt nu omgegaan met het multiculturele drama dat zich onder onze ogen voltrekt”.

Scheffer kon zeker niet verweten worden dat hij last had van politieke correctheid. Zo schreef hij ook nog in zijn essay:

“Wie alle beschikbare gegevens overziet komt tot een ontnuchterende conclusie: werkloosheid, armoede, schooluitval en criminaliteit hopen zich op bij de etnische minderheden. En de vooruitzichten zijn over de gehele linie niet gunstig, in weerwil van individuele succesverhalen”.

Scheffer wees erop dat de elite maar bleef geloven in de succesformule van het poldermodel voor het oplossen van de problemen van de multiculturele samenleving, zich niet realiserende dat etnische verdeeldheid iets is, dat veel dieper gaat dan de religieuze scheidslijnen waarmee we te maken hadden in de 19e en de 20e eeuw. Hij wees er ook op dat het niet aanvaarden van de scheiding tussen kerk en staat door veel moslims, tot grote spanningen en problemen zou leiden.
Ook de columnist/politicus Pim Fortuyn kwam in zijn vele geschriften in de jaren negentig tot vergelijkbare conclusies. Wellicht is het grootste verschil tussen Scheffer en Fortuyn gelegen in de oplossingen. Waar Fortuyn meer ging voor het debat en de keiharde confrontatie – hij wilde zelfs Artikel 1 afschaffen om de discussie van ieder taboe te ontdoen, zocht Scheffer (als sociaal-democraat) het meer in het bevorderen van een nieuw “wij”: het werken aan een nieuwe, gemeenschappelijke nationale identiteit.
Waar Scheffer en Fortuyn wél in overeenstemden, is dat zij integratie – in de betekenis van het deel uitmaken van een normen en waarden gemeenschap – veel dwingender op wilden leggen, in scholen, in bedrijven en in gemeenten. Fortuyn zei daarover in zijn beroemde interview met Theo van Gogh:

“Het zijn wel ónze Marokkanen, we hebben ze zélf hier naar toe gehaald. Ik ga niet de landen van herkomst met onze problemen opschepen. Het moet gewoon keihard aangepakt worden. Desnoods halen we de tuchtkampen van Lubbers weer van stal. En ik zal met de vrouwen beginnen, ja, die zal ik eerst laten emanciperen”.

Scheffer schreef in zijn essay Het Multiculturele Drama:

“Zoals de Rushdie-affaire laat zien, houden neutraliteit en relativisme ergens op. Sterker nog: tolerantie moet  verdedigd worden tegenover gewetensdwang. In het openbare leven behoort geen plaats te zijn voor stromingen die de scheiding van staat en kerk of de gelijke rechten van man en vrouw willen opheffen. Religieuze symbolen als hoofddoekjes horen bij het privéleven en niet bij een openbare functie als de politie”.

Ik zou haast zeggen: hoe duidelijk wil je het hebben? Toch heeft onze politieke elite het erbij laten liggen. Al jaren maken de gevestigde partijen zich voornamelijk druk om de uitspraken van Wilders en hebben het kruitvat van de multiculturele samenleving op zijn beloop gelaten, in weerwil van de glasheldere analyses van Scheffer, Fortuyn en anderen. Ze gingen verder op het pad van de selectieve verontwaardiging, veelal ingegeven door politieke correctheid.
De prijs voor die onachtzaamheid is hoog, want we zien nu in onze straten en op social media hoe groot het gapend gat is tussen de beleving van autochtone en die van allochtone groepen. Uiteraard met tal van uitzonderingen, maar toch. Een rapper van Marokkaanse afkomst, Appa, roemt tijdens Gaza-demo’s het heldendom van Hamas en predikt haat tegenover "de zionistische honden". Hij werd toegejuichd door een duizenden mensen, die in extase Allah Akbar scandeerden. Andere, nog fanatiekere figuren, riepen tijdens demonstraties zelfs op tot dood aan de Joden.
Dezelfde politici die de afgelopen jaren steeds voorop stonden om Wilders te veroordelen, zwegen angstvallig of lieten een woordvoerder verkondigen dat er niets aan de hand was. Zo zijn we afgegleden als samenleving en hopeloos gepolariseerd geraakt. Het is niet gelukt de inzichten van Fortuyn en Scheffer om te zetten in iets positiefs. Misschien waren we als natie teveel uit het lood geslagen na de brute moord op Fortuyn. Het probleem is er nog steeds en het zal zich niet vanzelf oplossen.
Ieder heeft zijn eigen grens, maar bij het openlijk ventileren van Jodenhaat door bepaalde groepen is die van mij wel zo’n beetje bereikt. Zoals Scheffer schreef: neutraliteit en relativisme houden ergens op. Het is nu tijd om de strijd aan te binden, de strijd voor het behoud van onze tolerante, liberale en open samenleving. Het klinkt zo tegenstrijdig als de pest, maar iets anders kan ik er niet van maken.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten