Tussen verzorgingsstaat en anarchie

Geen categoriedec 22 2014, 20:00
Ik ben geen groot liefhebber van de overheid. Die moet veel en veel kleiner.
Tegelijk wil ik gezegd hebben dat ik ook geen libertariër ben die vindt dat er bijna helemaal geen overheid moet zijn. Dat is onmogelijk. Waar ik van overtuigd ben, is dat de overheid te vaak een bureaucratische en geldverslindende belemmering is voor een vrije samenleving waarin mensen een eigen verantwoordelijkheid hebben en een verantwoordelijkheid naar elkaar.
De overheid doet ongetwijfeld veel dingen met de beste bedoelingen, maar, zoals bij veel lezers wel bekend is: de weg naar de hel is geplaveid met goede bedoelingen. Een vaak aangehaalde anekdote in liberale en conservatieve kringen, is wat de Franse filosoof Alexis de Tocqueville zag gebeuren in zijn thuisland.
De Fransen grepen meteen naar de gemeente om een omgevallen boom weg te halen uit de straat, in plaats van dat zij zélf de handen uit de mouwen staken. Nu zeg ik niet dat we voortaan alle omgewaaide bomen zelf moeten opruimen, maar het gaat me hier puur om de denkwijze van de Fransen, die toen al - we spreken over de eerste helft van de 19e eeuw - gewend waren aan het feit dat de overheid het maar moest oplossen.
Aan de andere kant: een land kan niet zonder overheid. Dat is onmogelijk én onwenselijk. Een land zonder overheid is een anarchie. Van een anarchie wordt niemand gelukkig. In delen van Syrië en Irak zien we de gevolgen van zo'n totale anarchie. ISIS trekt daar de macht naar zich toe met verschrikkelijke gevolgen voor iedereen die niet precies hetzelfde sektarische geloof aanhangt.
De chaotische gevolgen van een anarchie zien we ook terug in bijvoorbeeld Nigeria waar Boko Haram hele steden terroriseert, in Colombia waar de radicale communistenbeweging FARC actief is, en in delen van Mexico door de al jaren durende drugsoorlog tussen overheid en gewelddadige drugskartels. Lees verder op pagina twee.
Ik vind wel dat we in Nederland best met een beetje minder overheid kunnen. Nederland was in de 19e eeuw een nachtwakersstaat. Dat veranderde na de Tweede Wereldoorlog en de snelle ontzuiling en ontkerkelijking van Nederland. Er is hard gewerkt aan de opbouw van de verzorgingsstaat. De sociale grondrechten werden de Nederlandse Grondwet ingefietst.
Dat kon allemaal vrij makkelijk gebeuren, omdat de mensen niet meer in allerlei verbanden voor elkaar zorgden. Dat is waar de overheid in actie kwam. De overheid is inmiddels zo dik en alomtegenwoordig geworden dat we wel kunnen zeggen dat onze overheid aan obesitas lijdt.
Het is tijd dat de overheid afslankt. Daar zijn twee redenen voor, de ene reden is meer praktisch en de ander meer filosofisch van aard. Om te beginnen met de eerste reden: de Nederlandse verzorgingsstaat is financieel onhoudbaar. Nog altijd geeft de Nederlandse overheid miljarden euro's meer uit dan het binnenkrijgt.
In 2014 hebben we een staatsschuld van 460 miljard, oftewel bijna 56.000 euro per werkzame Nederlander. De staatsschuld groeit nog iedere dag. En dat terwijl de belastingdruk, met name voor de middenklasse, nog nooit zo hoog is geweest. Het komt hier op neer, en er is niemand die het kan ontkennen: de overheid moet taken afstoten om te kunnen blijven bestaan.
Zo komen we vanzelf bij het andere meer filosofische argument voor een kleinere overheid. Toen ik begin november samen met de BKB Academie een rondreis maakte door Virginia, North Carolina en Washington D.C. brachten we een bezoekje aan een klein houten kerkje in Chapel Hill. Het was mijn eerste kerkbezoek in 14 jaar. Het was een links kerkje.
Toch zag ik daar iets moois. Nee, niet de aanwezigheid van God - ik ben en blijf een heiden - , maar de aanwezigheid van een hechte gemeenschap. Deze Amerikaanse kerkgangers komen iedere zondag bij elkaar, voor een inhoudelijke dienst, voor een hapje eten na de dienst, en voor een goed gesprek. En als het even kan, schieten ze elkaar te hulp. Daar komt geen overheid aan te pas. Lees verder op pagina drie.
Wat ik zag in de Verenigde Staten zie ik in Nederland bijna niet meer. Wie naar de kerk gaat in Nederland komt er eigenlijk alleen voor de liturgie. Ik generaliseer een beetje, maar de verschillen zijn goed merkbaar. In de VS zijn veel Amerikanen gelovig, maar het is vaak wel een oppervlakkig geloof.
Waar is het misgegaan in Nederland? Ik pretendeer daar niet hét antwoord op te hebben, maar ik denk durf wel een aantal oorzaken aan te stippen. Nederland is ontkerkelijkt, en het lijkt er niet op dat die ontwikkeling binnenkort stopt. De behoefte om naar de kerk te gaan is kleiner dan ooit. Nederland is verstedelijkt, waardoor de behoefte om samen te komen min of meer verdwenen.
We hebben alles wat we nodig hebben in de buurt, dus waarom zouden we nog wekelijks met elkaar afspreken? Wie afgelegen woont, zal sneller behoefte hebben aan een gemeenschap. Nederland is sterk geïndividualiseerd. Het is ieder voor zich, en de overheid voor ons allen.
Zoals een BKB'er die ochtend voor ons bezoek aan het Amerikaanse houten kerkje opmerkte: in Nederland is het de (lokale) overheid die zorgt voor de mensen, in de Verenigde Staten zijn het vooral de mensen zelf die voor zichzelf zorgen, via de kerk of op een andere manier. Je bent daar niet alleen meer op jezelf aangewezen, wat vaak als negatief wordt gezien door veel Europeanen, maar ook op elkaar.
Juist omdat de overheid op punten ontbreekt, is er ruimte voor de mensen om voor zichzelf en elkaar te zorgen. Voor wie nu denkt dat het heel akelig, naar en asociaal is om in zo'n samenleving te moeten leven, heb ik een vervelend bericht: u bent waarschijnlijk verslaafd aan onze verzorgingsstaat. U denkt waarschijnlijk dat het niet anders kan dan dat de overheid ons helpt, dat wij overal recht op hebben en dat we vooral geen plichten hebben. Lees verder op pagina vier.
Net als met andere verslavingen is het verstandig om af te kicken. Het door de Koning en het kabinet gelanceerde begrip participatiesamenleving is een mooi begrip waar we potentieel veel aan hebben. Want: minder overheid, meer samenleving. Daar is het hoog tijd voor.
Het enige probleem is dat het kabinet van VVD en PvdA vrijwel alles over de schutting van de gemeenten gooit onder het mom van bezuinigingen. Het kabinet vindt dat wij meer zelf moeten doen en (mede-)eigenaar moeten worden van het probleem. Maar de belastingen gaan intusen met nog geen cent omlaag.
Er zijn twee manieren om af te kicken van de verzorgingsstaat waar we bijna allemaal op z'n minst een klein beetje verslaafd aan zijn geraakt. We kunnen het stapje voor stapje doen of cold turkey. Wat voor gevolgen zou de laatste strategie hebben? Zouden we dan allemaal plotseling omkomen van de honger? Of valt het allemaal wel mee?
We zouden het eigenlijk gewoon moeten proberen. Niet als experiment, maar omdat het broodnodig is dat we weer voor onszelf gaan zorgen zonder dat de overheid zich ertegenaan bemoeit. De overheid moet ons die ruimte geven, en dat kan alleen als de overheid de belastingen verlaagt en de gemeenschapszin niet actief tegenwerkt door zich overal mee te bemoeien.
Kan de Nederlandse samenleving dat aan? Natuurlijk wel. We zijn dan misschien wel verslaafd aan de overheid, maar na een maand van forse ontwenningsverschijnselen (hoofdpijn, misselijkheid en duizeligheid) komen we erachter dat het eigenlijk best prima gaat als de overheid er niet altijd voor je is.
Als de overheid op punten afwezig is, springen als vanzelf ondernemers, kerken, verenigingen, charitatieve instellingen - kortom, de civil society - in dat gat. Als de overheid wél alomtegenwoordig is, is er echt geen enkele reden om zelf iets te ondernemen. Dan laten we het allemaal maar gebeuren. Dat is geen theorie van mij, dat zien we nu dagelijks in de praktijk. Lees verder op pagina vijf.
Het CDA is een partij die - wat mij betreft - een van de leidende partijen zou moeten zijn in het terugdringen van de overheid en tegelijkertijd het sterker maken van de samenleving. Dat zijn twee zijden van dezelfde medaille. Er is eigenlijk geen christendemocratischer geluid. Het CDA heeft de traditie een centrumpartij te zijn, een partij die aan de ene kant niets heeft met het etatisme van links en aan de andere kant niets heeft met het individualisme van rechts. Dat is en blijft een krachtige positie in het electorale landschap.
Hoe het CDA dat moet doen? Simpel, door steeds weer te benadrukken dat een vrije samenleving alléén een vrije samenleving is als we met elkaar samenleven en de overheid zich er niet steeds weer tussen wurmt met nieuwe regels en hogere belastingen. Dat de overheid de meest gekke dingen kan bedenken, blijkt wel uit een van de talloze voorbeelden die Albert Jan Kruiter in zijn boek Mild despotisme aanhaalt.
Het kabinet-Balkende IV bedacht dat het slim zou zijn om grootouders te betalen voor de opvang van kleinkinderen. Het zou stimulerend werken. Yeah right. Het had tot gevolg dat de overheid allerlei bizarre veiligheidseisen ging stellen aan die grootouders (hen werd gewezen op het belang van een vluchtplan tijdens het oppassen) en dat het potje met geld wel erg snel op was.
Het stimuleren van gemeenschapszin lijkt logisch, maar het kan allerlei nare bureaucratische gevolgen hebben. Het maakt de mensen juist afhankelijker van de overheid in plaats van minder afhankelijk. Dan is er eigenlijk geen sprake van authentieke gemeenschapszin. Dat is precies waar het CDA voor moet waken als het weer in een kabinet belandt.
Een vrije samenleving is een gelukkige samenleving. Vrijheid gaat altijd samen met verantwoordelijkheid. Dat hoeft niet per se een christelijk verhaal te zijn, maar het is toevallig wel een verhaal dat zijn oorsprong vindt in, jawel, het christendom. Dat zou het CDA als geen andere partij moeten beseffen.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten