Nederlandse regering zwicht voor Brusselse geheimhouding – Van Houwelingen (FVD): "EU ondermijnt onze democratie!"

Op 8 mei heeft de Tweede Kamer een brief van Eurocommissaris Tzitzikostas vertrouwelijk ontvangen. Deze brief, gericht aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat, bevat informatie die volgens de Europese Commissie niet openbaar gemaakt mag worden. Waarom niet? Omdat dit “de goede relatie met de EU-instellingen zou verstoren.” Oftewel: wij mogen het niet weten. Want gewone burgers zijn volgens Brussel niet geschikt om zelf te oordelen over wat er namens hen in achterkamertjes bekokstoofd wordt.

De Europese Commissie heeft letterlijk gesteld: “De Europese Commissie heeft desgevraagd ingestemd met het delen van de brief met de Kamer, maar geen toestemming gegeven om de brief te delen met het brede publiek.”

Van Houwelingen windt er in zijn reactie op X geen doekjes om: “Weer een voorbeeld van hoe de Europese Unie, door onze regering te verbieden informatie openbaar te maken, het publieke debat knevelt en zo onze democratie ondermijnt.”

Hij heeft groot gelijk. In een parlementaire democratie hoort het volk te weten welke besluiten er worden genomen, op basis van welke informatie, en namens wie. Wanneer die informatie enkel met Kamerleden wordt gedeeld onder het mom van “vertrouwelijkheid”, zonder dat de bevolking kan meekijken, is het democratisch proces verworden tot een schijnvertoning.

De hele gang van zaken is terug te vinden in de officiële motivering van de minister, waarin wordt gesteld: “Het aan de Kamers verstrekken van EU-vertrouwelijke stukken leidt tot schending van de opgelegde vertrouwelijkheid. Dit zou voorts de goede relatie met de EU-instellingen verstoren.”

Deze informatie wordt dus bewust geparkeerd achter een rookgordijn van diplomatieke gevoeligheden, terwijl het onderwerp van de brief – infrastructuur – direct raakt aan het dagelijks leven van miljoenen Nederlanders.