De betalingsunie is een feit

Geen categorieapr 10 2011, 12:45
Mijn Telegraafcolumn van gisteren ging over het Europees Noodfonds dat steeds meer op een overdrachtsbetalingsmechanisme gaat lijken.
Het Europees Noodfonds werd vorig jaar in het leven geroepen om “verdere speculatieve aanvallen tegen de euro te voorkomen”, aldus de Duitse Bondskanselier Angela Merkel. Inmiddels is het een veredeld verzekeringsfonds geworden waarop de ene na de andere in nood verkerende Europese lidstaat een beroep moet doen. Onze beleidsmakers doen nog dappere pogingen om de reddingsoperaties te presenteren als “eenmalige bijdragen” die onder “unieke omstandigheden” tot stand kwamen. Maar hoe “eenmalig” en “uniek” zijn die reddingsoperaties nog nu na Griekenland en Ierland ook Portugal een beroep op het Noodfonds heeft moeten doen – en met Spanje zich al een volgende kandidaat lijkt aan te dienen?
Het wordt tijd om te erkennen wat diezelfde beleidsmakers nog niet graag hardop willen zeggen, namelijk dat de Europese Unie een overdrachtsunie is geworden. Sinds het begin van de eurocrisis, nog maar net twaalf maanden geleden, heeft het welvarende deel van Europa al om en nabij de €300 miljard aan steunbetalingen toegezegd aan de door de staatsschuldencrisis getroffen landen in de Europese periferie. En hoewel de optimisten onder de commentatoren graag voorspellen dat met de val van Portugal het ergste leed van de eurocrisis inmiddels wel geleden is, vrees ik dat de overdrachtsbetalingen van noord naar zuid in praktijk wel eens een structureel karakter kunnen gaan krijgen.
Het voorbeeld van Griekenland is wat dat betreft instructief. Het land heeft braaf alle door de noord-europese betaalmeesters gevraagde bezuinigingsmaatregelen doorgevoerd. Het gevolg was 4 procent economische krimp in 2010, met een verwachte verdere krimp van 3 procent in 2011. De Griekse werkloosheid is tot recordhoogte opgelopen (bijna 14 procent). Bedrijven lijken niet meer te willen investeren (binnenlandse investeringen namen in 2010 met bijna 20 procent af) waardoor ook de belastinginkomsten tegenvielen. Door alle tegenslagen kwam het Griekse begrotingstekort al met al opnieuw boven de 10 procent uit, zodat verdere ingrijpende bezuinigingen onvermijdelijk zijn geworden. Het heeft er veel van weg dat de Griekse staatshuishouding in vrije val is geraakt. In kringen van economisch analysten wordt er inmiddels dan ook rekening mee gehouden dat Griekenland opnieuw met de pet in de hand naar Brussel zal moeten stappen voor reddingsoperatie nummer twee. En Europa zal betalen, want het ene alternatief – een Grieks bankroet – is kostbaarder dan een nieuwe overdrachtsbetaling terwijl het andere – een Grieks vertrek uit de eurozone gevolgd door een devaluatie van de drachme om de Griekse export aan te zwengelen – politiek nog altijd onbespreekbaar is. Wat voor Griekenland geldt, geldt over niet al te lange tijd ongetwijfeld ook voor Portugal (en op termijn misschien zelfs Spanje en Italië).
Europese federalisten zullen het ontstaan van een overdrachtsunie ongetwijfeld toejuichen als de hoogst denkbare vorm van Europese solidariteit. Maar zoals gebruikelijk is de praktijk veel minder fraai dan de eurofiele theorie. De PIIGS-landen dreigen te worden opgezadeld met zombie-economieën, die niet bankroet mogen gaan maar ook niet meer kunnen groeien. En de kosten van het kunstmatig in leven houden van die zombie-economieën moeten worden gedragen door de noord-europese belastingbetaler. Ziedaar de werkelijkheid van de Europese overdrachtsunie: duurbetaalde solidariteit die uiteindelijk alleen maar verliezers oplevert.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten