Christelijke wortels

Geen categoriedec 25 2011, 8:00
De Britse premier David Cameron gaf vorige week een opmerkelijke toespraak. De aanleiding werd gevormd door het 400-jarig jubileum van de uitgave van de King James Bible – de Engelse bijbelvertaling die als voorbeeld diende voor onze eigen Statenvertaling.
In de Britse literaire traditie neemt de King James Bible een aparte plaats in. Hij schiep het taalkundig arsenaal waar generaties auteurs sindsdien gebruik van hebben gemaakt. Alleen al om die reden was het volkomen begrijpelijk dat Cameron de Bijbel een centrale plaats in verleden en heden van de Britse samenleving toedichtte.
Maar hij ging nog verder. Diezelfde centrale plaats was er volgens hem namelijk niet alleen voor de uit 1611 stammende vertaling van het christelijke heilige boek, maar voor het christelijk erfgoed in zijn totaliteit. Het Verenigd Koninkrijk was en is, zo verklaarde hij onomwonden, een christelijke natie. Dat christelijke zit hem niet alleen in de rijke verzameling cultuuruitingen van schilders, schrijvers, dichters, beeldhouwers en architecten die in hun werken uiting gaven aan hun christelijk geloof (of, recenter, hun verzet daartegen). Het zit hem ook in het stelsel van politieke opvattingen en waarden dat in aanspraak misschien universeel is maar in zijn oorsprong overduidelijk christelijk.
De bijbelse opvatting dat elk menselijk leven zijn eigen unieke waardigheid heeft en dat daarom geen mensenleven ondergeschikt mag worden gemaakt aan dat van een ander ligt ten grondslag aan onze noties van vrijheid, gelijkheid en rechtvaardigheid – noties die bijvoorbeeld geheel vreemd zijn aan het Indiase hindoeisme, met zijn verwerpelijke kastenstelsel. Het idee dat de overheid niet moet treden in de verhouding tussen een mens en zijn Schepper vormt de basis van onze scheiding van kerk en staat, een fenomeen dat in Islamitische landen onbekend is. Anders dan in het jodendom is deze directe relatie tussen God en gelovige niet voorbehouden aan enkele uitverkorenen, maar aan iedereen die zo’n relatie zoekt. En anders dan in het Boedhisme leidt het christelijk geloof niet tot een verwijdering tussen indivudu en samenleving, maar juist tot een nauwere band.
Onderzoeken tonen keer op keer aan dat christenen meer dan gemiddeld betrokken zijn bij de samenleving waarin ze leven. Ze geven meer aan liefdadigheid en verrichten zelf ook meer werk voor liefddadige doelen, ze gaan vaker naar de stembus dan anderen, ze zijn ook vaker lid van een politieke partij. Natuurlijk valt er in de millennialange geschiedenis van het christendom wel het een en ander te bekritiseren en soms zelfs ronduit te veroordelen; christenen bleken doorgaans helaas veel minder heilig dan hun Heiland. Maar laat wie dat betreft zonder zonde is, de eerste steen werpen.
Verhalen over de tekortkomingen van christenen en hun kerkelijke instituties horen we genoeg, verhalen over de unieke waarde die het christelijk erfgoed wel degelijk heeft voor het westerse beschavingsexperiment veel te weinig. Camerons toespraak verdient het daarom ook in ons land gelezen en besproken te worden. Het is een goed getimede herinnering aan de betekenis van het erfgoed dat ontstond uit leven en preken van de Mensenzoon wiens geboorte we vandaag vieren. Prettig Kerstfeest!
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten