Monetaire troonsopvolging

Geen categoriemei 08 2013, 14:19
Door de troonswisseling en ‘4 en 5 mei’ is het wellicht nog niet doorgedrongen tot Nederland, maar het doodvonnis van de euro is inmiddels getekend door Bondskanselier Angela Merkel en Bundesbank-president Jens Weidmann. Daarom is het nu de hoogste tijd voor een serieuze discussie over alternatieven voor de euro, zeker ook in Nederland.
Macro-economische onevenwichtigheden
In februari van dit jaar maakte de Franse president François Hollande kenbaar dat de euro voor Frankrijk veel te duur is. De Duitse Bondskanselier Angela Merkel repliceerde direct door te stellen dat de euro voor Duitsland juist te goedkoop is. Beide kemphanen hebben natuurlijk gelijk. Want de euro is voor Frankrijk overgewaardeerd en voor Duitsland ondergewaardeerd. Sinds de invoering van de euro is de verhouding in concurrentiekracht tussen Duitsland en Frankrijk immers scheefgetrokken. Het gevolg hiervan is dat de Franse economie in een depressie is geraakt terwijl oververhitting nu begint toe te slaan op die van Duitsland.
Vóór de invoering van de euro konden dergelijke onevenwichtigheden recht getrokken worden door aanpassing van de wisselkoers van de Franse franc (devaluatie) en/of van de D-mark (revaluatie). Sinds de invoering van de ‘one-size-fits-all’ wisselkoers van de euro kan dat echter niet meer.
Eind april is het spel door de Duitsers echt op de wagen gebracht in de discussie over de ECB. Onder leiding van Frankrijk oefenen de perifere eurolanden toenemende druk uit op de ECB om de rente nóg verder te verlagen. Dit vanzelfsprekend om de economische ellende in die landen beter te kunnen bestrijden. Ook nu volgde de Duitse repliek onmiddellijk. Merkel stelde dat Duitsland juist een hógere ECB rente nodig heeft. Door de voor Duitsland veel te goedkope euro begint de Duitse economie nu immers ‘oververhit’ te raken, met bovenmatige inflatie tot gevolg (economen noemen dat ‘import van inflatie uit het buitenland’). Want als de wisselkoers zich niet aanpast dan passen de prijzen zich aan, met het risico van doorschieten (een additionele loon/prijsspiraal). En als de Duitsers ergens een bloedhekel aan hebben dan is dat wel ‘inflatie’.
Afhankelijk van het al of niet ‘doorschieten’ duren deze evenwichtsherstellende reacties tussen de 4 en 7 jaar, en tasten in die periode de welvaart (koopkracht) van de burgers en bedrijven in en het bruto binnenlandsproduct (bbp) van het desbetreffende land ernstig en structureel aan.
De bovenmatige inflatie komt dan vaak als eerste tot uiting in de ontwikkeling van de huizenprijzen. Zo ook nu in Duitsland waar de huizenprijzen in een jaar tijd met bijna 10% zijn gestegen. Steden als München haalden zelfs het dubbele tot wel 20%.
Vóór de invoering van de euro kon een dergelijk probleem bestreden worden met het voeren van een krapper nationaal monetair beleid. Door de rente te verhogen werd bovenmatige kredietverstrekking beteugeld. Sinds de invoering van het ‘one-size-fits-all’ ECB rentebeleid kunnen Duitsland en Frankrijk nu echter niet meer alle twee door de ECB adequaat worden bediend.
De Duitse Bundesbank en haar president Jens Weidmann zette de woorden van Merkel nog eens extra kracht bij. Zo liet de Bundesbank een rapport van afgelopen december uitlekken naar het Handelsblatt waarin de vloer met de ECB wordt aangeveegd. Dit rapport heeft de Bundesbank bij het Bundesverfassungsgericht (het Duitse constitutionele gerechtshof in Karlsruhe) ingebracht bij diverse aldaar aanhangig gemaakte juridische procedures tégen het ECB eurocrisis beleid. Bijvoorbeeld tegen het in Duitsland veel bekritiseerde ECB programma van het door de ECB voor vers geld van private banken in onderpand aannemen van risicovolle staatsobligaties van zwakke eurolanden en het door ECB op de secundaire markt opkopen van dergelijke staatsobligaties om de rente daarop te drukken.
Weidmann stelt terecht dat het niet de taak van de ECB is om zwakke eurolanden te ondersteunen en evenmin om een ‘euro-exit’ van een euroland tegen te gaan. Weidmann onderbouwt dat met zijn stelling dat de ECB met het door Mario Draghi doorgedrukte ‘what-ever-it-takes-to-save-the-euro’ beleid haar mandaat op onacceptabele wijze overschrijdt. Want volgens de statuten van de ECB en het EU-Verdrag heeft de ECB maar één mandaat en taak: het zorgen voor houdbare prijsstabiliteit. Dat betekent dus dat de ECB haar rente nu zou moeten verhogen om de dreigende bovenmatige inflatie in Duitsland te kunnen beteugelen.
Het is een teken aan de wand dat voor Duitsland de afstand naar buurland Frankrijk in een korte tijd veel groter is geworden, terwijl de banden met het veel verder gelegen en van meet af aan eurosceptische (beter gezegd: het gebleken eurorealistische) Engeland opeens stevig worden aangehaald.
Opgemerkt dient hierbij wel te worden dat Nederland, hoewel qua concurrentiekracht ook een sterk euroland, gelet op de huidige crisis bij ons een lage ECB rente behoeft .gelijk Frankrijk c.s. Want waar de Nederlandse economie een ‘doorvoer’ karakter heeft, dus in belangrijke mate afhankelijk van de Europese interne markt, is de Duitse ‘maakeconomie’ nu vooral gericht op export naar andere werelddelen.
Na 13 jaar euro en na 3 jaar ‘eurocrisissen’ kunnen we dus nu het volgende concluderen. Het ‘one-size-fits-all’ Euro Pact werkt niet en zal ook nooit kunnen werken. Noch voor het gegeven van de onderling divergerende sterke en zwakke eurolanden (wisselkoers). Noch voor eurolanden met een gelijke economische kracht maar met onderling qua karakter verschillende economieën (rentebeleid).
Déjà Vu – Nederland TOEN en Duitsland NU
De problematische situatie in Duitsland komt ons Nederlanders natuurlijk heel bekend voor.
Ten tijde van de invoering van de euro als economische rekeneenheid was onze voormalige Nederlandse gulden eveneens veel te goedkoop (ondergewaardeerd) t.o.v. van de toenmalige munten van het voor Nederland relevante buitenland en begon onze economie te oververhitten. IMF en DNB waarschuwden al begin 1997 voor de gevaren van oververhitting van de Nederlandse economie en het inflatiespook.
Echter om Europees politieke redenen en als gevolg van ‘slappe knieën’ van de toenmalige Nederlandse autoriteiten (regering en DNB) werd onze gulden helaas niet gerevalueerd en ging 13% ondergewaardeerd op in de euro. En toen de euro per 1999 (als rekeneenheid) eenmaal was ingevoerd en de oververhitting bij ons toesloeg gooide de ECB vervolgens ook nog eens ‘olie op het vuur’ door de rente voor Nederland veel te laag vast te stellen.In de daaropvolgende jaren hebben de Nederlandse burgers en bedrijven het resultaat daarvan (‘De Wisselverlieszaak‘) gezien:
Bij de huidige gemiddelde een eurokoers van $ 1,33 is de euro voor Duitsland, gelijk de gulden bij de invoering van de euro, thans ook ca. 13% ondergewaardeerd. En gelijk als eerder bij Nederland gooit de ECB nu met de te lage rente voor Duitsland ook ‘olie op het vuur’. De consequenties voor Duitsland zullen nu dus naar verwachting in grote lijnen vergelijkbaar zijn met die toen in Nederland: binnen een aantal jaren een structureel welvaartsverlies van ca. 10% van het Duitse bbp. Dan zouden we het hebben over een schadepost (Duits Euroverlies) van ca. € 260 miljard per jaar.
Dat is ook exact de reden dat ter zake kundige en vooraanstaande Duitse economen al sinds 2010 verkondigen dat de euro Duitsland ‘om zeep’ helpt.
En, omdat Merkel en Weidmann natuurlijk geen ‘Nederlandse toestanden’ willen, tonen zij nu géén slappe knieën en doen wél hun mond open. Het resultaat zal dan zijn: het onvermijdelijke einde van het ‘one-size-fits-all’ Euro Pact.
Alternative für Deutschland
Anders dan in Nederland is er in Duitsland al geruime tijd een debat gaande over alternatieven voor het huidige ‘one-size-fits-all’ Euro Pact, eerst uitsluitend in de wetenschap en sinds april, met de oprichting van ‘Alternative für Deutschland (AfD)’, nu ook in de politiek.
In dit debat in Duitsland zijn de volgende alternatieven naar voren gebracht:
-          Prof. Hans-Werner Sinn – Een tijdelijke ‘Eurovakantie’ voor de zwakke eurolanden. Volgens Sinn zou een land als Griekenland tijdelijk uit de euro moeten treden en (weer) een nationale munt moeten invoeren. Alsdan kan deze nieuwe Griekse drachme direct devalueren t.o.v. de euro waardoor de landelijke concurrentiekracht, economie en werkgelegenheid zich direct zal herstellen. De noodzakelijke hervormingen aldaar kunnen dan ook in veel meer sociale en politieke rust doorgevoerd worden.
-          Dr. Thomas Mayer – Het ‘Geuro’ plan, een tijdelijke of permanente (her)invoering in Griekenland en andere zwakke eurolanden van nieuwe nationale munten parallel aan de euro. Gevolgen identiek aan die van het plan ‘Sinn’.
-          Prof. Markus Kerber – Het ‘GuldenMark’ plan. Dit plan, recent ook gepromoot door Frits Bolkestein, houdt in dat de kern eurolanden (Duitsland, Nederland, Oostenrijk, Finland en Luxemburg) een gezamenlijke nieuwe gemeenschapsmunt invoeren parallel aan de euro. De euro zal dan direct devalueren t.o.v. deze parallelle GuldenMark. Gevolgen identiek aan die van de  plannen ‘Sinn’ en ‘Mayer’.
-          Prof. Hans-Olaf Henkel – Het ‘Neuro/Zeuro’ plan. Dit plan, sinds november vorig jaar ook gepromoot door de Christen Unie (met het eurorapport van de werkgroep prof. Johan Graafland), stelt voor het huidige Euro Pact in een Noordelijk en een Zuidelijk deel op te knippen. De Zeuro zal dan direct devalueren t..o..v. de Neuro. Gevolgen identiek aan die van de plannen ‘Sinn’, ‘Mayer’ en ‘Kerber’.
Deze plannen zullen het echter niet gaan worden. Simpelweg omdat zij slechts één van de twee aspecten van de hiervoor geschetste problematiek aanpakt: het wisselkoersprobleem tussen de sterke en zwakke eurolanden. De noodzaak van rentedifferentiatie op nationaal vlak voor eurolanden met een gelijke economische kracht maar met onderling qua karakter verschillende economieën wordt immers in géén van deze plannen geadresseerd.
Dan resteert het alternatief van ‘Terug naar nationale munten’ zoals eerder door AfD als een andere serieus alternatief genoemd. Het is bijzonder interessant dat vorige week ook de voormalige Duitse minister van Financiën, Oskar Lafontaine, zich hiervoor ondubbelzinnig heeft uitgesproken.
Maar ook aan dit alternatief kleven bezwaren. Bijvoorbeeld omdat dan afscheid genomen moet worden van de euro als hét symbool van de na-oorlogse Europese eenheid. Maar zeker ook omdat dan de politieke macht en invloed van Europa in de wereld aan kracht zal inboeten. De euro is immers een internationale reserve valuta.
Alternative für Europa: The Matheo Solution (TMS)
Nu wil het geval dat ‘The Matheo Solution (TMS)’, door mij in 2010 ontworpen en gepresenteerd, door het gerenommeerde economisch onderzoeksinstituut IFO in München en door het economisch onderzoeksbureau van de grootste Duitse werkgeversorganisatie BVMW in Berlijn, eveneens in het Duitse debat over alternatieven is gebracht.
In TMS heb ik de betaal- en rekenfunctie van geld uit elkaar getrokken. Alsdan kan de euro worden behouden als énig wettig betaalmiddel in ieder euroland terwijl tegelijkertijd het noodzakelijke nationaal gerichte monetaire beleid kan worden gevoerd, dus niet alleen wat betreft wisselkoersen maar óók wat betreft rente.
TMS is daardoor passender, meer doordacht en gewoonweg beter dan de Duitse alternatieven en biedt met recht het beste van twee werelden. Enerzijds de wereld van de monetaire stabiliteit van de euro, het gemak van de euro als enig wettig betaalmiddel binnen de eurozone, de voordelen van de euro als krachtige globale reservemunt en het voor de politieke elite zo belangrijke behoud van de euro als het symbool van de naoorlogse Europese eenheid. En anderzijds de wereld van het noodzakelijke nationaal gerichte monetaire beleid ten behoeve van alle eurolanden.
TMS adresseert ook alle andere aspecten van de eurocrisis en biedt daarbij diverse andere voordelen.
Bovendien is TMS direct implementeerbaar want behoeft, in tegenstelling tot alle Duitse alternatieven, géén Verdragswijziging. Het Europese noodfonds (ESM) kan dan worden afgeschaft. Verder wordt met TMS de interne markt (toch de belangrijkste verworvenheid van de EU) versterkt. En als klap op de vuurpijl kan met TMS de (ongewenste) vergaande overdracht van nationale soevereiniteit naar Brussel achterwege blijven.
The Matheo Solution (TMS) - Made in Holland for Matheo and all other Europeans.
André ten Dam, onafhankelijk euroresearcher (www.thematheosolution.eu)
Noot van de redactie: Onderstaande foto's zijn vorig jaar juli genomen in Berlijn tijdens een conferentie over de aanpak van de eurocrisis, waar Andre ten Dam één van de hoofdsprekers was.
Op de eerste (groeps-)foto staan o.m. Markus Kerber (derde van rechts), dr. Thomas Mayer, voorzitter van de AfD Bernd Lucke en de eminience grise van de Duitse economie prof. Roland Vaubel.
Op de tweede foto is Ten Dam (rechts) in gesprek met Thomas Mayer (links) en op de derde met Bernd Lucke (op de rug gezien)

Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten