Een must-read over Marokkaanse jongeren

Geen categoriefeb 07 2014, 14:49
De essaybundel ‘Sta op en leef, vader’ Van Said El Haji geeft een verbluffend eerlijk en vaak ontroerend kijkje achter de schermen van opvoeding, religie en schaamte.
Wat is er toch aan de hand met Marokkaanse jongeren dat zij zo onhandelbaar zijn? Overlast, criminaliteit, radicalisering, waar komen zij vandaan? Voor wie worstelt met deze vragen is de essaybundel ‘Sta op en leef, vader’ van de Marokkaans-Nederlandse schrijver Said El Haji een absoluut bindende leestip. Zelden heb ik een boek voor ogen gekregen waarin de auteur zo meedogenloos de heilige huisjes van zijn afkomst, cultuur en religie sloopt.
Het is de opvoeding, stupid! El Haji beschrijft zijn jeugd, zijn autoritaire vader, de schaamtecultuur en hypocrisie binnen zijn familie en gemeenschap en zijn worsteling met religie met wat de Angelsaksen brutal honesty noemen. Een onmarokkaanse eerlijkheid, zou ik zelfs zeggen. Dat is geen racistisch vooroordeel, ik heb in mijn jaren in Marokko met eigen ogen gezien hoe de norm is dat je zwijgt over dit soort zaken. Dit blijkt ook wel uit de verwijten die El Haji (maar recent ook Mano Bouzamour na zijn debuutroman ‘De belofte van Pisa’) vanuit de Nedermarokkaanse gemeenschap naar het hoofd kreeg en krijgt geslingerd: verrader, nestbevuiler, zelfhater.
Kun je een nest bevuilen dat nooit schoon is geweest? El Haji legt zijn familie onder een microscoop en niets of niemand ontsnapt. Zijn moeder, vier broers en zus verdienen hierbij een bijna even groot compliment als de schrijver zelf, want – zoals El Haji in de verantwoording vertelt – alle hebben erin toegestemd zich bloot te geven voor ‘Sta op en leef, vader’. En naakt staan zij daar: Said als winkeldief, moeder Zoeliga’s uithuwelijking, de psychosen van oudste broer Farid en – het meest schokkend – de moordpoging van vader El Haji op zijn dochter Nouria.
Pijn, frustratie, vervreemding en schaamte
Waar de auteur keer op keer laat zien hoe de familie wegkeek en zweeg toen deze drama’s zich tijdens zijn jeugd afspeelden, heeft hij als volwassene gekozen te beschrijven, te delen, conclusies te trekken. En ook die gaan ver: Said El Haji heeft islam de rug toegekeerd. Sterker, hij gelooft niets eens meer in de liefde. Ik krijg de indruk dat de wonden uit zijn jeugd nog lang niet zijn genezen en dat zijn boeken en stukken in de Volkskrant nog steeds als verband dienen. De pijn, frustratie, vervreemding en schaamte druipen van de pagina’s. Tegelijkertijd heeft de breuk met zijn cultuur van El Haji een man gemaakt, meer dan de autoritaire opvoeding van zijn vader ooit had kunnen bewerkstelligen.
De stijl is iets te gekunsteld (“terwijl ze zat te bidden, placht hij kiezelsteentjes naar haar te gooien”) en doet af en toe verlangen naar wat meer literaire pretentie, maar aan de andere kant past het soms aandoenlijke woordgebruik ook wel bij het gevoel van eenzaamheid en de ontroerende isolatie van (vooral) de jonge Said. De jongen die zo graag ergens bij wil horen, die zich nog geen Nederlander maar ook allang geen echte Marokkaan meer voelt. Die geen idee heeft hoe met meisjes, laat staan met vrouwen, om te gaan.
Als El Haji zich aan het einde van het boek probeert te verzoenen met zijn dode vader, komt dit geforceerd en ongemakkelijk over. De schrijver vraagt zich hoopvol af of vader zijn huidige levenswijze – ongelovig en ongetrouwd samenwonend met een Nederlandse vrouw – geaccepteerd zou hebben, maar na 150 pagina’s weet de lezer wel beter. De kloof tussen de generaties is te groot (Said bekent dat hij als kind erover fantaseerde zijn vader te vermoorden), waarbij het verontrustend is te zien dat El Haji beschrijft hoeveel Marokkanen om hem heen als volwassenen op hun vaders gaan lijken. Hoe kan zo ooit die spiraal van autoritaire, liefdeloze opvoeding en het hierdoor veroorzaakte dubbelleven vol schaamte van de kinderen worden doorbroken?
Het is onmogelijk te zeggen dat de El Haji’s model staan voor de gemiddelde Nedermarokkaanse familie, maar veel van de problemen in het gezin zie je keer op keer terugkomen in analyses over Marokkaanse jongeren. Bij wie zich interesseert in deze problematiek en geen genoegen wenst te nemen met oppervlakkige, populistische antwoorden of met politiek correct wegkijken en goedpraten, mag ‘Sta op en leef, vader’ absoluut niet ontbreken in de boekenkast. Het is niet alleen een must-read over, maar zeker ook vóór Marokkaanse jongeren. Dat zij El Haji lezen, herkennen en dezelfde conclusies durven te trekken is misschien wishful thinking, maar het zou een reuzenstap in de juiste richting zijn.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten