Aan het eind van zijn leven kijkt hij terug, verbitterd. Dirk van Weelden, vorig jaar in Volkskrant Magazine: 'Hij vond dat hij er niet goed in was, het leven. (...) hij vond dat niets was geworden wat hij ervan had gehoopt. Hij vond dat hij zijn tijd verspild had aan bullshit, dat hij er een puinhoop van had gemaakt als man en als vader en dat hij nooit toegekomen was aan zijn beste werk.' Hij heeft zich, zegt hij tegen Van Weelden, onttrokken aan alles wat belangrijk is. Hij is voortdurend weggelopen, van zijn gezin, van zijn vrienden en vooral van zichzelf. Hij moest werken, geld verdienen, carrière maken - en wat heeft dat hem gebracht? Van Weelden: 'Martin moest knokken tegen het duistere idee dat hij alles voor de snelle bevestiging had gedaan. Hij zag de waarde niet meer van wat hij had gepresteerd.'