De Heilige Stoel

Geen categorieapr 25 2011, 20:30
Alom lof voor Max van der Stoel (1924-2011), die dit weekend op 86-jarige leeftijd overleed en met wie de wereld een 'groot mens' heeft verloren. Een groot diplomaat was hij zeker. De vraag is hoe groot.
Een (nationale en internationale) carrière zo imposant als die van Joseph Luns heeft Van der Stoel niet gemaakt. Luns was negentien jaar (1952-1971) Nederlands minister van Buitenlandse Zaken, voordat hij ook nog eens twaalf jaar (1972-1984) Secretaris-Generaal van de NAVO werd. Bij zijn overlijden in 2002, op 91-jarige leeftijd, was hij vergeten. Van der Stoel kan op meer waardering rekenen, hoewel hij slechts twee keer minister van Buitenlandse Zaken was (in het kabinet-Den Uyl van 1973-1977 en in het tweede kabinet-Van Agt van 1981-1982). Waarschijnlijk was zijn opvolger Hans van den Broek (1982-1992), die Nederland van zijn ergste hollanditische reflexen uit de kruisrakettentijd bevrijdde, een effectiever minister. Maar niemand was zo'n 'icoon voor de mensenrechten' als Van der Stoel, en in die zin stond hij ook voor een paradigmawisseling in de Nederlandse buitenlandse politiek, die vanaf de jaren zeventig steeds meer de kant van de getuigenispolitiek opging. Daarbij was Van der Stoel overigens steeds de idealistische realist, want hij liet zich nooit meeslepen door de sterk anti-westerse (en pro-communistische) retoriek waardoor zijn partij onder invloed van NieuwLinks werd bevangen.
Van der Stoel bleef altijd een Atlanticus en werd eigenlijk steeds meer een vreemde eend in de linkse bijt. Misschien moet je zelfs zeggen dat hij er niet in slaagde om zijn eigen partij, de PvdA, voor radicalisering te behoeden. In zijn tijd als minister steunde de PvdA nog Israël, al was het vooral minister van Defensie Henk Vredeling (PvdA) die zich in oktober 1973 voor de bewapening van Israël sterk maakte. Met de 'modeldekolonisatie' van Suriname, voor Joop den Uyl zijn grootste wapenfeit, had Van der Stoel weinig van doen, dat was toen een binnenlandse zaak. En de nadruk op de Derde Wereld verraadde de hand van Jan Pronk, die meer nog dan Van der Stoel tot het 'geweten van de PvdA' en van links in het algemeen zou uitgroeien. Wat daarbij het Nederlandse belang was, bleef onderbelicht. Voor Van der Stoel was de nadruk op de mensenrechten, die spoorde met een Nederlandse traditie op het hooghouden van het internationaal recht, vooral een manier om bij te dragen aan vrede en stabiliteit in de wereld. Hij was op z'n best achter de schermen en in die zin was hij inderdaad een groot diplomaat. Hij gebruikte geen grote woorden, zorgde voor rugdekking bij de bondgenoten, en was volstrekt onkreukbaar.
Van der Stoel verwierf faam door zijn inzet tegen het kolonelsbewind in Griekenland (1967-1974), maar dat er in Athene een straat naar hem is vernoemd, zal je hem niet horen zeggen. Dat is voor ons Nederlanders een zaak van nationale trots, net als de kus van de filmster Melina Mercouri, die wij toen allemaal hebben gekregen. De militaire dictatuur in Griekenland kwam niet ten einde dankzij Van der Stoel, maar dankzij een verloren oorlog tegen de Turkse militairen na de invasie van Cyprus in augustus 1974. Van der Stoel hekelde ook de mensenrechtenschendingen in het Oostblok, en maakte zich sterk voor Charta '77. In die tijd had partijvoorzitter Ien van den Heuvel 'historisch begrip' voor de bouw van de Berlijnse Muur.
De invloed van Van der Stoel op zijn eigen partij was beperkt, en dat legt een schaduw over alle loftuitingen die hem nu ten deel vallen. Tijdens zijn leven zat Van der Stoel daar altijd een beetje ongemakkelijk bij (zie het fotootje boven), hoewel hij tot op hoge leeftijd menig eerbetoon heeft ondergaan en er mensenrechtenprijzen in zijn naam (en die van Nederland) zijn uitgedeeld. Dan is het interessant dat Van der Stoel in 1988 gerecruteerd werd als geheim agent voor de Dienst Operatiën & Inlichtingen (beter bekend als Gladio), een achterblijforganisatie om verzetswerk te doen voor het geval dat Nederland door de Sovjet-Unie zou worden bezet. Een weerbare democraat, in de ware zin van Jacques de Kadt. Van der Stoel was ook VN-rapporteur voor de naleving van de mensenrechten in Irak, en was in 2003 anders dan zijn partij voorstander van de verwijdering van Saddam Hoessein. Als Hoge Commissaris voor de Minderheden in Europa voor de OVSE roerde hij zich opnieuw achter de schermen (bijvoorbeeld in Albanië en Macedonië). Een groot diplomaat, die internationaal aan de weg timmerde en alleen bij insiders echt bekend was. In eigen land regelde hij nog de kwestie met vader Zorreguieta, die wegbleef bij het huwelijk tussen kroonprins Willem-Alexander en Máxima. Ook die kwestie wordt steeds genoemd, omdat het een nationale en geen internationale kwestie was.
Alle loftuitingen aan het adres van Van der Stoel zeggen vooral iets over zijn eigen partij, die hem overdadig prijst, maar zich weinig gelegen liet liggen aan het praktische internationalisme waar Van der Stoel voor stond. Het kabinet-Balkenende IV werd, ondanks de aanwezigheid van verbaal begaafde 'internationalisten' als Bert Koenders en Frans Timmermans, door Wouter Bos opgeblazen vanwege de meest benepen binnenlandse verkiezingsoverwegingen (die ook nog doel misten). Onder Job Cohen gaat de PvdA op dat pad door. Aan 'De Heilige Stoel' wordt wel lippendienst bewezen, maar ook niet meer dan dat. Grote diplomaten met mensenkennis en gevoel voor internationale verhoudingen heeft de sociaal-democratie momenteel niet in de aanbieding. Erger nog: grote mensen ook niet.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten