De prijs van de Zalmnorm

Geen categoriemei 09 2013, 20:30
Op de website van Elsevier staat een mooie column van Hala Naoum Néhmé, een talentrijke jonge vrouw die voor Frits Bolkestein heeft gewerkt. Onder de kop 'De euro: politieke schaamteloosheid voor gevorderden' gaat zij in op het bedrog waarmee Griekenland zich de EMU heeft binnengezwendeld. Een aanrader, veel lezers van de Dagelijkse Standaard zullen het ermee eens zijn. Zij struikelt ook over de 'onomkeerbaarheid' waarmee de euro destijds op gezag van Helmut Kohl en François Mitterrand is ingevoerd. Waarom moest dat nou? Dat lijkt mij niet zo raadselachtig: om de houdbaarheid te versterken. Een muntunie wordt pas 'geloofwaardig' als de leden onderling afhankelijk zijn en er bij de eerste tegenwind niet zomaar uit kunnen stappen, een situatie die we de laatste jaren zien en tot veel frustratie leidt. Ook in VVD-kringen, waar de financiële degelijkheid van de 'Club Med' vijftien jaar geleden al veel twijfels wekte. André Szász, die als directeur Internationale Zaken van De Nederlandsche Bank nauw betrokken was bij de totstandkoming van het EMU-verdrag, waarschuwde in de jaren negentig voor 'gesjoemel' en wees erop dat de Fransen over 'solidariteit' spraken waar de Duitsers 'soliditeit' bedoelden.
Szász was een federalist en een bewonderaar van de op prijsstabiliteit gerichte koers van de Bundesbank, en in die optiek ook geen tegenstander van de muntunie, maar hij twijfelde eraan of die zonder politieke unie houdbaar was. Interessant, wat juist bij de VVD zijn ze nooit enthousiast geweest over zo'n politieke unie en werd de euro voornamelijk uit economische overwegingen toegejuicht. Vooral het bedrijfsleven, dat handelsvoordelen en afnemende transactiekosten verwachtte, was sterk voorstander. Ook Gerrit Zalm, succesvol minister van Financiën, was voorstander. Hij gebruikte de in Maastricht afgesproken EMU-criteria als stok achter de deur om de Haagse politiek tot financiële discipline te dwingen. Anders liep Nederland gevaar zich niet voor de euro te kwalificeren.
Voor de goede orde: Nederland was ook toen al één van de degelijkste jongetjes van de Europese klas. Met de aan de D-Mark gekoppelde gulden als sterkste munt binnen het Europees Monetair Stelsel was het ondenkbaar dat Nederland zich niet voor de start van de euro zou kwalificeren. Maar het werd gepikt, ook al omdat niemand in Den Haag betwijfelde dat het verstandig was om de overheidsfinanciën op orde te brengen. De Zalmnorm, waarbij vooraf een begrotingsplafond werd overeengekomen en werd afgesproken dat meevallers niet zouden worden gebruikt voor extra uitgaven en dat er bij tegenvallers niet meteen zou worden bezuinigd, genoot een breed draagvlak. Dat was ook makkelijk, want de economie floreerde en het geld kwam met bakken binnen.
Geen wonder dat Zalm - altijd in best humeur - van zelfvertrouwen blaakte, en dat een Zalmnorm ook voor Europa het beste leek. Al die EMU-criteria, die Wim Kok in marmer gebeiteld boven zijn bed had hangen en in Amsterdam in het Stabiliteitspact nog eens extra waren vastgelegd, pasten dan ook helemaal in het Nederlandse wereldbeeld. Financiële kaders zijn bij ons altijd de hoogste wijsheid. Wij hadden een 'Duisenberg-norm' (over de maximaal toegestane stijging van de overheidsuitgaven), een 'Bert-norm' (zestig procent van het BNP voor de overheid als teken van beschaving). Alleen naar Jelle Zijlstra werd in de jaren zeventig niet geluisterd, waardoor we in de jaren tachtig voor straf met de broekriem van Onno Ruding te maken kregen. Alle ministers van Financiën in Nederland waren overigens populair, zelfs Wim Kok en Wouter Bos, en álle ministers van Financiën in Nederland waren ook sterk voorstander van de euro. Zeg dus niet dat we de euro ingerommeld zijn, want al onze rekenmeesters zaten steeds op de eerste rij.
Nederlanders hebben een groot vertrouwen in hun schatkistbewaarders. En de VVD-achterban had een blind vertrouwen in haar voormannen. Toen Hans Wiegel zei dat beleggen op palmeilanden in Dubai goed was, ging menig belegger daarin mee. Toen Nederlanders allang de kerk waren uitgelopen en van hun linkse geloof waren gevallen, vertrouwden ze nog wel op hun banken, wat de schok van de financiële crisis in 2008 vooral in conservatief Nederland des te groter maakte. Wij zijn een natie van renteniers en vertrouwen op boekhoudkundige vuistregels. Ook de Zalmnorm was zo'n vuistregel, die in de praktijk vooral op een politieke handigheid neerkwam. Zalm was niet alleen de man die verstand had van financiën, maar hij was ook een behendig politicus, die verder niet aan tegeltjeswijsheden deed. Als de kas maar klopte, dat was voor Zalm - geen man van vergezichten - wijs genoeg.
Je zou dit 'Hollands realisme' kunnen noemen, gepokt en gemazeld door eeuwenlange handelservaring. Naïef zijn we dus niet. Nederlanders weten in den vreemde heel goed waar hun belangen liggen en geen buitenlander gelooft in het beeld van de 'brave Hendrik' of 'gekke Henkie' dat hier nog weleens opgeld doet. Nederland is niet het beste jongetje van de klas, hoogstens het jongetje dat het best op z'n centen let. Hoe anders te verklaren dat Nederland al eeuwenlang tot de rijkste landen ter wereld behoort? Natuurlijk vertrouwen we zuiderlingen niet op hun blauwe ogen, want die hebben ze niet. Natuurlijk staan Hollanders wantrouwig tegenover katholieke landen, want we hebben ons niet voor niks van de Spanjaarden (en hun tiende penning) losgemaakt. Maar door altijd zo op geld te letten, en bang te zijn 'besodemieterd' te worden (op de Dagelijkse Standaard gaat het over weinig anders), wordt er te snel gedacht dat geestverwante landen dat ook doen en zich altijd door financiële overwegingen laten leiden. Vandaar het blinde vertrouwen in de Duitsers, die hun financiële lesje na de ruïnes van twee wereldoorlogen en een hyperinflatie hebben geleerd. Dat zulke landen ook nog geopolitieke belangen hebben, en daar naar handelen, wordt alleen begrepen als een complot van slinkse Fransen, die op het Duitse geld uit zijn en dus ook op dat van ons. Het wordt politici zelfs kwalijk genomen dat zij politiek bedrijven. Dat de EMU een politiek project is, wat inderdaad zo is, wordt altijd gezegd op een toon dat zij daarom niet deugt. Alsof de economie zich niet altijd aanpast naar door de politiek aangegeven kaders, en voor politici altijd leidend zou moeten zijn.
Dat financieel-economisch determinisme is het grootste tekort in de Nederlandse politiek. Dat denken in koopkrachtplaatjes zien we overal, bij links en bij rechts. Nergens ter wereld hebben ze ook een Centraal Planbureau dat alle partijprogramma's doorrekent tot twee cijfers achter de komma. Natuurlijk heeft dat verstandige kanten. Het is goed om maat te houden en realistisch om met economische factoren rekening te houden. Maar economie is niet de enige 'realiteit'. Sterker, voor andere Europese landen, die vaak een rumoeriger geschiedenis hebben (van Griekenland tot - jazeker - Duitsland), zijn veiligheid en cliëntelisme minstens zo belangrijk. Chequeboekdiplomatie of vriendjespolitiek zijn er ook niet per definitie verkeerd, al zullen vooral de Duitsers waakzaam zijn om niet telkens de rekening te moeten betalen. Maar betalen doen ze, omdat de Zalmnorm niet de Europese norm van alle dingen is en omdat de Europese stabiliteit een prijs heeft. Dat kun je angstpolitiek noemen, maar in de jaren negentig wees Zalm op het gevaar dat de Europese trein zonder Nederland van start zou gaan als we niet beter op de centjes zouden letten.
Die politiek had een enorm draagvlak onder de bevolking en vooral onder de achterban van de VVD. Als het draagvlak onder de politiek dan nu als gevolg van de eurocrisis is weggevallen, wat Hala Naoum Néhmé terecht opmerkt, hebben vooral VVD-politici iets uit te leggen. Onder hun kiezers zit de grootste onvrede, en als Nederland zich 'misrekend' heeft op het Europese krachtenveld, zat de grootste fout bij de rekenaars en degenen die meenden te weten hoe de grote wereld in elkaar zat. Bij liberale politici als Gerrit Zalm, die zich bij de EMU-criteria 'keihard' dacht te kunnen opstellen en op de afspraken van het Stabiliteitspact hoopte te kunnen vertrouwen als het in Europa spannend werd. Europavreemder kun je niet zijn. Frits Bolkestein heeft dat als man die wist wat er in de wereld te koop was eigenlijk nooit geloofd (en toch ingestemd) en André Szász van De Nederlandsche Bank had ze nog zo gewaarschuwd. Nu kunnen we uit eigen beweging niet meer terug, want de euro is niet voor niets 'onomkeerbaar' ingevoerd.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten