Een gevalletje nuchtere woede

Geen categoriefeb 12 2014, 12:44
Nederlanders, ze beschrijven zich doorgaans als een zeer nuchter volkje en zijn daar trots op ook. Sterker nog, het geeft de gemiddelde Nederlander een spreekwoordelijk wapen in handen wanneer hij zich vergelijkt met de gemiddelde inwoner van andere landen. ‘Wij zijn nuchter en tolerant, jullie niet! Daarom zijn wij toch echt een tikje beter.”
De vraag is echter in hoeverre we daadwerkelijk kunnen spreken van ‘nuchtere’ en tolerante Nederlanders. Wanneer we het gedrag van de gemiddelde Nederlander gaan bestuderen, komen we namelijk tot een geheel andere conclusie: de Nederlander is doorgaans niet alleen niet nuchter en tolerant, hij is doorgaans zelfs een zeer emotioneel persoon die zijn denkbeelden maar wat graag wil opleggen aan anderen.
Wat is er dan aan de hand? Nederlanders beroepen zich vaak op hun nuchterheid, vaak hand in hand met hun onbegrensde gevoel voor tolerantie. De gemiddelde Jan en Janneke vertellen dan ook graag aan hun buitenlandse vrienden hoe tolerant wij als volk wel niet zijn. Wie echter verder kijkt, ziet dat Nederlanders zich in hun gedrag met name laten leiden door wat de wet hen voorschrijft, en door hun eigen gevoelens ten opzichte van een bepaalde kwestie. Het liefst projecteren zij hun gevoelens dan ook op de maatschappij alsof zijn denkbeelden over bepaalde kwesties de morele objectiviteit, waar iedereen zich maar naar moet schikken. Of mensen daar nu genuanceerd of ongenuanceerd commentaar en bezwaar tegen hebben mag niet baten, de Nederlander weet hoe het allemaal moet. Wie het ‘ware pad’ verlaat is in de ogen van diezelfde nuchtere Nederlander een hufter en een intolerant persoon.
Kunnen we zulk gedrag ook verklaren? Dat kunnen we zeker en daarvoor hoeven we helemaal niet zo ver in de geschiedenis voor te gaan. Het mag geen geheim wezen dat Nederland een strenge calvinistische geschiedenis kent en dat deze calvinistische invloed van groot belang is geweest voor het gedrag van het Nederlandse volk, ja zelfs nu, in een tijd waarin het calvinisme haar religieuze invloed heeft verloren.
Ons is als Nederlander namelijk geleerd dat we wel hard moeten werken, maar dat we niet te veel moeten willen bereiken en dat we zeker niet meer moeten worden dan onze naaste. Ambitieuze mensen die de top van de maatschappij willen bereiken worden in ons land als een soort paria behandeld en weggezet als opscheppers, hufters en arrogante egoïsten.
Onze zogenaamde nuchterheid gaat niet alleen tot het bekritiseren en naar beneden halen van succesvolle mensen, maar gaat ook verder tot diep in de persoonlijke kringen van de mensen om ons heen. Wanneer het om prive-aangelegenheden gaat, heeft de gemiddelde Nederlander al snel een flink gezouten mening klaarstaan, waarin men de oproep doet om bepaalde verwerpelijke zaken te gaan verbieden, doorgaans wordt deze oproep ook richting de regering gedaan die nu eens wat moet gaan doen aan dat perverse gedrag van sommige van onze medemensen.
Denk alleen al aan het debat over het wel of niet legaliseren van wiet. Voorstanders van legalisering wijzen op de vele gevallen waarin een verbod zeer tegendraads werkt en waarbij de kosten van het bestrijden van wietgebruik zo hoog worden, dat het niet langer te rechtvaardigen valt om zo'n verbod uit te roepen en te handhaven. Daarnaast is het natuurlijk boven alles een persoonlijke kwestie en heeft ieder mens het natuurrecht om zelf te weten wat hij of zij met haar lichaam doet.
Wanneer we de nadruk leggen op het maken van eigen keuzes in het leven, zien we dat er geen problemen ontstaan tussen voor- en tegenstanders van het roken van wiet. Wat er echter in de praktijk veelal gebeurt is dat zowel de voor- als tegenstanders van wiet zich beroepen op hun eigen persoonlijke gevoelens en deze, als waren zij objectief, opleggen aan de ander. De blinde razernij van zowel voor- als tegenstanders schaadt de keuzemogelijkheden van de ander en het debat eindigt dan ook veelal in een gevalletje 'wij zijn de goede partij en zij de slechte'.
De gemiddelde Nederlander is, kortom, of hij nou blind pro keuze of blind pro verbod, verre van een nuchter, tolerant en objectief persoon. Hij heeft zelfs als een voorkeur voor het zo hard mogelijk forceren van persoonlijke voorkeuren op de ander. Welke positie hij ook inneemt in de vele discussies van het leven, zijn manier moet de enige en juiste weg worden.
Als Nederlanders zich dan ook terecht nuchter willen noemen, zullen ze door moeten krijgen dat het projecteren van eigen gevoelens op de ander en deze willen forceren door middel van wetten en dergelijke, averechts werkt en een maatschappij creëert waarin mensen elkaar constant willen bevechten om het minste of geringste. Het zou daarbij helpen als we de oude wijsheid, leef en laat leven, in ere herstellen.
Pas als zowel blinde verbod- als keuzeliefhebbers doorhebben dat vele aangelegenheden in het leven een keuze van het individu zijn en we elkaars keuzes kunnen respecteren voor wat ze zijn, mag de Nederlander zich met recht nuchter en tolerant noemen. Tot die tijd blijft de ‘nuchtere’ Nederlander een soort wederopstanding van de typisch calvinistische Nederlander, waarbij we niet bidden tot de Heere zelf, maar tot onze nuchtere superioriteit jegens andere volkeren. Want die zijn immers maar wat moralistisch, betweterig en nationalistisch.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten