Een wankel paradijs

Geen categorieapr 09 2013, 12:00
Maanden geleden startten theatergroepen De Warme Winkel en Dood Paard met zaaien voor hun gezamenlijke voorstelling Paradijs. De oogst viel enigszins tegen.
De bekendheid van de De Warme Winkel heeft (terecht) een hoge vlucht genomen, sinds hun indrukwekkende vijfdelige cyclus over Oostenrijkse kunstenaars, waarbij ze op intelligente wijze leven en werk fileerden van Rainer Maria Rilke, Alma Mahler, Thomas Bernard, Stefan Zweig en Oskar Kokoschka. De voorstellingen die ze over hen maakten zijn minder chronologische verhalen dan onderzoeken, analyses en bespiegelingen op literatuur, leven, liefde en lijden. Altijd gebracht met schwung, passie, inventiveit en precies gedoseerde humor.
Maatschappijkritiek speelt steeds een rol in hun voorstellingen, net als die van Dood Paard, ook al een veelbesproken theatergroep met liefde voor literatuur. Dat schiep hoge verwachtingen voor de aangekondigde samenwerking afgelopen jaar. Dit keer ging het niet over kunst en andere onstoffelijke zaken – de handen gingen letterlijk uit de mouwen en de aarde in. In de voormalige mediatheek van het Theater Instituut Nederland aan de Amsterdamse Sarphatistraat werd met veel liefde en enthousiasme een moestuin gecreëerd: in de obsoleet geworden archiefkasten groeiden – dagelijks dankzij een webcam te volgen op internet – slabonen, tomaten, komkommers en courgettes. In ‘de langste trailer ter wereld’ op www.paradijs.nu is te zien hoe het decor ontstond voor Paradijs, een voorstelling over de toekomst.
Het is duidelijk dat de gezelschappen trots zijn op hun eigenhandige geschapen groene oase in een betonnen kantoorkarkas. Verschillende groenteprojecten worden geïntroduceerd, omkleed met grappige weetjes, fijne anekdotes en verwijzingen naar de huidige staat van de samenleving, waarin schaarste en een ‘apocalyptische ecologisch event’ op de loer liggen. ‘If you fail to prepare, you prepare to fail’, roepen de acteurs vrolijk. Het is allemaal weer goed gedaan, en geestig gebracht, en de theaterbeelden zijn vaak prachtig, maar de zonder regisseur tot stand gekomen voorstelling lijkt meer een bonte verzameling leuke sketches, dan een samenhangend betoog over de noodzaak van zelfredzaamheid, of de overbodigheid ervan. En waar in andere voorstellingen steeds heel precies een balans werd gevonden tussen ironie en ernst, is deze hier enigszins zoek. Hun serieus bedoelde pogingen een bijdrage te leveren aan een betere wereld, door bij henzelf te beginnen zijn meer dan prijzenswaardig, maar gaan ten koste van vaart en venijn.
Het mooist zijn eigenlijk nog de korte, aan de Kleine Prins ontleende ontmoetingen tussen de prins en de vos, waarbij de vos de prins leert hoe hij (de vos) getemd moet worden. Daar werkt de chemie tussen Warme Winkelaars Vincent Rietveld en Jeroen de Man als vanouds. ‘Temmen betekent het scheppen van een band’, debiteert vos Vincent opgewekt, en op al even vrolijke toon vertelt hij hoe hechting onvermijdelijk leidt tot verdriet. ‘Zo leer ik de prijs van geluk kennen.’ Ondertussen stapelt de chaos in het letterlijk steeds benauwder wordende groene Paradijs zich op, met een lang, visueel boeiend ritueel waarbij groenten uit eigen tuin worden bereid en gegeten, een audio-extract uit een documentaire over de gevolgen van het broeikaseffect, guerrillatrainingen en losjes rondgestrooide uit de natuur afkomstige oplossingen voor door mensenhanden gecreëerde problemen. Zoals de aerodynamica van zeedieren als haai en bultrug, of de warmte-creërende effecten van de zwartwitte zebrahuid. De apotheose is een symbolische begrafenis, waarbij uit de dood weer nieuw leven ontstaat – een wel heel voor de hand liggende metafoor.
Het ziet er allemaal spectaculair uit, er valt genoeg te lachen en te denken, maar het ontbreekt vooral in de teksten aan de originaliteit die we gewend zijn van de gezelschappen – ze hebben de lat heel hoog gelegd. Wellicht moet er wat vaker worden samengewerkt voor dezelfde sprankeling onstaat die in de eigen voorstellingen wel steeds voelbaar is. Dan zullen uit het verbond tussen de twee groepen in de toekomst ongetwijfeld heerlijke vruchten groeien; de bitterzoete waar ze het patent op hebben.
De voorstelling is nog tot en met 18 april te zien aan de Sarphatistraat 53 in Amsterdam en daarna van 20 mei tot en met 1 juni tijdens en na het Spring Performing Arts Festival in Utrecht bij de City Campus Max aan het Europaplein.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten