Het verzet stopte niet in 1945

Een vrouw van zesennegentig heeft bekend een moord te hebben gepleegd in 1946.

De hoogbejaarde vrouw deed haar opmerkelijke bekentenis in een brief aan burgemeester Henri Lenferink van Leiden. De moord is overigens verjaard. Het slachtoffer van de executie was Felix Guljé, directeur van de Hollandsche Constructie Werkplaatsen in Leiden en voorzitter van de Rooms-Katholieke Werkgeversvereniging.

Op 1 maart 1946 werd hij in de deuropening van zijn huis doodgeschoten. Er werd die fatale dag bij zijn huis aan de Van Slingelandtlaan 8 aangebeld. Een vrouw vroeg of ze de ingenieur even mocht spreken. Toen hij naar de deur kwam, werd hij neergeschoten.

De dader werd gezocht in kringen van het verzet, omdat Guljé werd verdacht van heulen met de vijand. Na onderzoek werd hij echter vrijgesproken. Op zijn begrafenis was de voltallige naoorlogse regering, met minister-president Schermerhorn en minister van justitie Kolfschoten, aanwezig. Voor de vrouw was dat waarschijnlijk niet overtuigend genoeg en nam zij het recht in eigen hand.

De burgemeester van Leiden, Henri Lenferink, geeft vanmiddag om 16:00 uur een persconferentie in de raadszaal van het stadhuis over de zaak.

De vrouw heeft 65 jaar met haar geheim rondgelopen. Ik hoop dat de brief wordt voorgelezen en dat we inzicht zullen krijgen waarom deze mevrouw toentertijd de trekker overhaalde.