Omweg

Geen categoriejun 03 2014, 10:00
Een pleidooi voor een andere dan de snelste of kortste weg. Leer uw land kennen.
Zondag moest ik met de auto van Luik naar Namen. Soms doe ik dat ook met de trein. Dan volg je voornamelijk de Maas. En wat je dan allemaal ziet! Het eindigt bij de steile rotsen van Marche-les-Dames, waar koning Albert I vanaf gedonderd is – geduwd, voor degenen die van complotten houden. En tevoren zie je een merkwaardig mengsel van industrie en natuur. Uiteindelijk zijn we hier in de Waalse industrie-as, die op sterven na dood is en tussen de groene heuvels voor mooie fabrieksruïnes zorgt. Ik kreeg altijd zin hier met de auto rond te rijden, ongeveer de spoorlijn volgend. Gisteren waagde ik me eraan. Nu kun je op mijn TomTom niet ‘toeristisch’ ingeven en zeker al niet ‘langs de Maas’. Het vervelende is ook dat richtingaanwijzers je aanhoudend naar de autosnelweg terugsturen.
Ik verliet de autosnelweg bij de afslag voor Flémalle. Daar staat ook dat het vrachtverkeer voor de Vallée de la Meuse hier moet afslaan. Toen ik in Flémalle aankwam, was er net een wielerkoers gaande, wat de zaak wat onoverzichtelijk maakte, maar ik dacht toch een straat gevonden te hebben die me zuidwaarts en Maaswaarts stuurde. Na enige tijd kwam ik bij een brug die over de autosnelweg lag. Gekeerd dus. Andere weg geprobeerd. Die bracht me naar de volgende weg over de autosnelweg. Met een boog reed ik via mooi landschap in de richting waarin ik toch echt de Maas moest bereiken. Na enige tijd bereikte ik een plaatsje dat Flémalle heette.
Romantiek
Daar lukte het me toch echt bij de Maas te komen en die stroomopwaarts te gaan volgen. eigenlijk niet aan de kant die ik wilde, de kant van de spoorlijn. Maar een mens moet niet te veel willen en met de Maas tussen mij en de autosnelweg liep ik minder kans op die verdomde autostrade terug te komen. Toch probeerde men het bij iedere brug opnieuw. Tot in Namen moest ik een harde strijd leveren om toerist te blijven. In Frankrijk zouden borden staan die je zouden wijzen hoe je de Vallée de la Meuse kon blijven volgen, maar in België doen ze zo’n moeite niet. Misschien valt niet iedereen voor fabrieksruïnes, maar langs deze route liggen ook bekende kastelen als dat van Jehay, met een ongewone gevel met dambordmotief. Maar het landschap wint. Victor Hugo was er wild van. Toen mocht dat nog, tijdens de Romantiek. Nu komt er geen hond meer naar kijken. Soms zie je nog een hotel, maar het staat leeg of is diep treurig. Rotswanden die bij ons de bezienswaardigheid van een hele provincie of van het gehele land zouden uitmaken, rijzen hier toeristisch gezien vergeefs op. Maar België heeft geen feeling voor toerisme. Terwijl Brugge al decennia een internationale trekpleister is, begon het toch ook interessante Gent pas heel kort geleden enige moeite te doen om zijn patrimonium te presenteren. En de Ardennen tellen gewoonweg amper mee, of het moet in oorden zijn waar men in grotten kan duiken of zich kan volvreten.
België is een mooi land. Vroeger, toen ik nog in Nederland of Frankrijk woonde, dacht ik dat het lelijk was. Bij het beantwoorden van de Vragenlijst van Marcel Proust zei ik rond 1970 nog dat ik overal wel wilde wonden, als het Duitsland of België maar niet was. Inmiddels ben ik graag in Duitsland en woon ik al 39 jaar in België Vooral toen er nog geen autosnelwegen waren en je door België heen reed over de hoofdwegen, zag je alleen maar de vaak lelijke huizen die er bijna zonder onderbreking langs stonden; je kreeg amper een indruk van het landschap. Met de komst van de autosnelwegen kwam het landschap echter weer in zicht. En als je in België woont, leer je ook dat je eenvoudig achter dat decor van de ononderbroken huizenrijen moet kijken – en dat je dan veel moois vindt. Neem gewoon niet de kortste weg, neem een omweg – dat is de boodschap.
Schoonheid
Het valt me altijd op dat bijna niemand een omweg neemt, of het moet zijn dat hij zich een stuk in de kraag heeft gedronken en een politiecontrole wil vermijden. Men jakkert over hoofd- en snelwegen, zonder oog voor de omgeving. Ik ben best bereid te geloven dat men soms haast heeft. Maar altijd haast? Om tijd te besparen en op een gegeven moment een reis naar iets moois te kunnen maken? Maar als je nu de schoonheid om de hoek hebt?
De gemiddelde man is erg trots op de korte tijd die hij ervoor nodig heeft om van A naar B te rijden en als je hem naar die tijdsduur vraagt, trekt hij er nog tien procent vanaf, zodat je je maar een sukkel voelt. Ik ben op dit gebied graag een sukkel en zoek tussen A en B meermaals een weg die ik nog niet ken. Tussen mijn huis en de dichtstbijzijnde grote stad, dus tussen Bovesse en Namen, volg ik ook altijd de oude kronkelweg door de bossen in plaats van de later aangelegde weg die me door de onooglijke voorstad Saint-Servais voert, België op z’n lelijkst. Wat zou het tijdverlies zijn? Vijf minuten?
Iedereen heeft gevoel voor schoonheid. Ik weet het. Men reist ervoor naar de Kilimanjaro en de Baai van Halong. Toch waag ik de degelijkheid van dat gevoel te betwijfelen. Volgens mij is je gevoel voor schoonheid maar zwak ontwikkeld als je geen emoties hebt bij het zien van de Lek. Ga je daarheen in plaats van naar de Kilimanjaro of de Baai van Halong, dan win je in ieder geval die vijf minuten terug.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten