Op zoek naar de daders

Geen categoriemei 21 2013, 13:59
De broertjes zijn dood. En de orgie van rouw verandert nu razendsnel in een orgie van ressentiment. Want: wie gaan we lynchen?
Walt Whitman overdreef schromelijk toen hij declameerde "logic and sermons never convince." Hij had het zinnetje moeten voorzien van een toevoeging. Een prefix van de vorm "during extreme emotions" of iets dergelijks. Maar dat vernietigt de cadans van de zin. Toch zijn overdrijvingen soms waar. Nu de broertjes dood zijn, wil bijna niemand overtuigd worden door logica of preken. 'We' laten ons niets vertellen, want we zijn heel erg kwaad en verslagen. En ergens voelt dat heerlijk: met recht buiten zinnen zijn. 
Woede, vooral buitensporige woede, heeft vaak een gerichtheid. We zijn niet zomaar woest, nee, we zijn woest op. Het liefst op iemand die we pijn kunnen doen. Dat betekent dat we nu pech hebben. Want de vader had eerder al besloten nooit meer te gaan slapen. Te laat om wakker schudden.
Op wie moeten we onze immense woede nu richten?
Zijn we in staat om ergens een uitlaatklep te vinden? Kunnen we een abstractum van zorg, een perversie van medemenselijkheid en de ontkenning van alles wat persoonlijk is, verheffen tot de dader? Kunnen we, met andere woorden 'de hulpinstanties', naast de vader ophangen?
Ik denk van niet, maar we gaan het wel proberen. Want de priemende ogen en wijzende vingers zijn nu gericht op die instellingen die zorg pretenderen te verlenen, maar daarmee bedoelen dat ze u tegen uzelf in bescherming gaan nemen. Machteloosheid is niet louter een emotie, het is een hele serie zorginstellingen.
Misschien was de vader wel een totale gestoorde die de jongens vanaf dag één als onderhandelingsinzet zag, misschien was zijn ex-vrouw wel een manipulatief kreng dat hem -- met goedkeuring van onze rechters -- van zijn kinderen weghield. Misschien dreven ze elkaar wel tot wanhoop. De zorginstanties hadden het moeten zien.
Maar dat gaat zo moeilijk als het enige middel tot medemenselijkheid, de 'procedure' is. Het ongearticuleerde takt dat intermenselijkheid mogelijk maakt, laat zich niet vertalen in protocollen en procedures. De boosheid die we op deze zorgers hebben gericht, bevestigt zowel onze machteloosheid als onze verbijstering.
We zijn machteloos omdat we evenveel grip hebben op de papieren mangels als op de dode vader. De bureaucratie overleeft ons allen. Bureaucratie is als het schip van Theseus: je kunt alle delen vervangen, het geheel wil maar niet ophouden het schip van Theseus te zijn. We zijn verbijsterd, omdat we moeten vaststellen dat we deze instanties hebben toegelaten onze maatschappij binnen te dringen.
Maar het ergste, het allerergste, is dat we zometeen getrakteerd worden op een onderzoekscommissie. En die commissie gaat het "functioneren van de betrokken instanties" onderzoeken. Die commissie verkracht waarheid, gerechtigheid en wraak tot "adequaat handelen" en zoekt de criteria hiervoor in het "correct toepassen van de desbetreffende procedures."
De broertjes zijn dood. Alle protocollen zijn gevolgd.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten