Tussen hamer en aambeeld

Geen categorieapr 14 2014, 15:00
Onlangs verscheen de eerste Nederlandstalige geschiedenis van Oekraïne. Het is een tragisch, fascinerend verhaal, vol bloeiperioden, oorlogen en vernietiging. Een geschiedenis die plotseling weer heel actueel is.
Een gevoel voor timing kan historicus Marc Jansen niet ontzegd worden. Terwijl hij bezig was de laatste hand te leggen aan Grensland. Een geschiedenis van Oekraïne, werd het onderwerp van zijn studie, dat tot voor kort vooral bekend was om zijn gasleidingen en postorderbruiden, naar het centrum van het wereldnieuws gekatapulteerd. Jansen was daardoor in staat de recente ontwikkelingen rond de opstand op het Maidanplein en de oplopende spanningen op de Krim mee te nemen in zijn boek.
Al zo’n 7000 jaar geleden woonden de eerste bewoners in wat nu de Oekraïne is, primitieve stammen die het land bewerkten met houten ploegen, maar die geen schrift nalieten en waar we daarom maar weinig afweten. Sindsdien heeft het gebied van wat nu de Oekraïne is een onafzienbare rij indringers te verstouwen gekregen, van de Scythen en de Hunnen tot de Mongolen, Polen en Russen.
Invasielegers
Een belangrijke reden hiervoor was de schier eindeloze steppegordel die zich uitstrekt van China en Mongolië tot aan Hongarije. Dit makkelijk te doorkruisen landschap fungeerde door de eeuwen heen als een doorgangsroute voor handelaren, epidemieën (waaronder de pest) en invasielegers. Hierdoor kreeg het gebied ten noorden van de Zwarte Zee keer op keer de volle laag van ieder die van zins was krijgshaftig de geschiedenisboeken in te gaan. Met name de invasies van de Mongolen en de Tataren in de twaalfde tot en met de vijftiende eeuw zorgden voor enorme verwoestingen.
Zo heerste Kiev in de elfde eeuw over een enorm rijk dat zich uitstrekte van de Karpaten tot voorbij Moskou (‘Kiev Roes’). De stad was in die tijd met meer dan veertigduizend inwoners even groot als Parijs en groter dan Londen. Maar de invasies van nomadische legers uit het oosten in de eeuwen erna maakten hier snel een einde aan. Zo was de Tataarse plundering van Kiev in 1482 zo vernietigend, dat het de stad bijna twee eeuwen (!) kostte om ervan te herstellen. Het gebied was daarna, in de tweede helft van de zeventiende eeuw, weer onafgebroken het toneel van oorlogen, ditmaal tussen Polen, Russen, Ottomanen en Tataren.
Pas als Rusland vanaf de achttiende eeuw de regio gaat domineren keert de rust terug en kan ‘de’ Oekraïne (met lidwoord wordt de streek bedoeld, zonder lidwoord het land) zich economisch en cultureel weer ontwikkelen. Er wordt veel geïnvesteerd in infrastructuur en steden als Odessa en Charkov ontwikkelen zich snel tot metropolen, bevolkt door een ratjetoe van nationaliteiten en geloven. Overigens was Moskou wel in staat om zich te ontwikkelen tot een blijvende grootmacht omdat het geïsoleerd genoeg lag om enigszins beschut te zijn tegen aanvallen van buitenaf.
Machthebbers
Een constante in de Oekraïense geschiedenis is dat de machthebbers in Moskou de Oekraïne sinds de ondergang van Kiev Roes zagen als een in aanzien gezakte verwant die nodig onderdak moest krijgen in het Slavische tehuis van Moskovië, de kern van het latere Rusland. Of zoals Vladimir Poetin in 2008 tegen de Amerikaanse president Bush zei, die Oekraïne wilde opnemen in de NAVO: “Je begrijpt toch, George, dat Oekraïne niet eens een staat is?” Wat dat betreft is er door de eeuwen heen dus weinig veranderd.
Absoluut dieptepunt was de twintigste eeuw, toen de gecombineerde vernietigingswaanzin van Hitler en Stalin miljoenen Oekraïners en Joden het leven kostte en een einde maakt aan het multiculturele karakter van de regio. Andere nationaliteiten werden verdreven. Zo is de volledige Poolse bevolking van de stad Lviv (destijds Lvov) na de Tweede Wereldoorlog gedeporteerd naar het kapotgeschoten Wroclaw, waar de Duitse inwoners op hun beurt zojuist uit weg waren gejaagd. Lviv was zes eeuwen lang een overwegend Poolse stad geweest, tegenwoordig is hun aanwezigheid nihil.
Bij de ondergang van de Sovjet-Unie laat Jansen duidelijk zien dat de onafhankelijkheid van de meeste opvolgerstaten, waaronder Oekraïne, niet in de eerste plaats het gevolg was van groot enthousiasme hiervoor onder de bevolking, maar voornamelijk te danken was aan een politieke elite die allerlei mogelijkheden zag om er zelf beter van te worden. in de jaren negentig werd dan ook een kleine kliek van apparatsjiks en zakenlieden puissant rijk, terwijl de economie met bijna zestig procent (!) kromp en het merendeel van de bevolking tot armoede verviel.
Gestook in de achtertuin
En dit ondanks de ruimhartige financiële steun die de Verenigde Staten vanaf de jaren negentig aan Oekraïne hebben gegeven – het land was de derde ontvanger van Amerikaanse hulp, na Israel en Egypte. Op die manier wilde de regering van Bill Clinton voorkomen dat Rusland ooit nog een grootmacht zou kunnen worden, of in de woorden van veiligheidsexpert Zbigniew Brzezinski: “Zonder Oekraïne houdt Rusland op een Euraziatisch rijk te zijn, maar als Moskou de controle over Oekraïne herwint, krijgt Rusland automatisch opnieuw de middelen om een machtige imperiale staat te worden die zich uitstrekt over Europa en Azië.” Poetins recente tirade over het Westerse gestook in Ruslands achtertuin komt zo toch in een wat ander daglicht te staan.
Jansen benadrukt in zijn conclusie dat Oekraïne geen simpele oost-west tegenstelling kent, met een westen dat neigt naar Europa en een oosten dat zich bij Rusland wil aansluiten. De realiteit is veel complexer dan dat, meent hij. Hij stelt dat het nationaliteitsbewustzijn onder de meeste Oekraïners veel dieper wortel heeft geschoten dan vaak wordt beweerd. Toch vraag ik mij af of hiermee het overlevingspleit beslecht is. Jansen zelf voert al aan dat er in Oekraïne een versplinterd zelfbeeld bestaat, waarbij verschillende groepen in verschillende regio’s er afwijkende ideeën op na houden van wat Oekraïne is en waar het naartoe zou moeten. Deze opvattingen sluiten elkaar uit en maken het voor buitenlandse machten – in de eerste plaats Rusland – makkelijk het land te destabiliseren.
En daar is niets nieuws onder de zon. Want als uit Jansens boek een ding blijkt, is dat het ontstaan en al dan niet voortbestaan van het land altijd afhankelijk is geweest van de luimen van de omringende volkeren en landen, Rusland voorop. De territoriale eenheid die Oekraïne nu is, werd in Moskou, in de Sovjet-Unie, gecreëerd. Het heeft er nu alle schijn van dat Moskou diezelfde grenzen met evenveel gemak weer kan doen veranderen.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten