Maar revolutionairen in de schuilplaats nabij de opstandige stad Homs staan voor hem in: 'Abu Majid' is van de geheime politie, en werkt stiekem 'voor ons'. 'Ik heb gezien', zegt hij, 'hoe mijn collega's kinderen van 6 of 7 jaar doodsloegen omdat ze met hun vader bij een demonstratie waren. Ik moest wat doen.'
Hij vertelt hoe collega's een vrouw voor de ogen van haar man martelden om namen van activisten los te krijgen; hoe agenten een oude man doodsloegen omdat ze vermoedden dat hij bij een demonstratie betrokken was. En hij beschrijft talloze martelingen van alledag, met elektriciteit, stokken, zwepen. 'Nieuwe gevangenen worden vaak dagen aan het plafond gehangen, met stalen handboeien. Ik heb ze na een week naar beneden zien komen. Hun armen waren als boter, of nat brood. Je zag het bot er doorheen komen.'