Transnistrië en de destabilisatie-strategie van het Kremlin

Geen categoriefeb 21 2015, 12:00
Menig westerling heeft zich verbaasd over de plotselinge oorlog in Oekraïne. Twee jaar geleden was Oekraïne een land dat nauwelijks iemand wat zei en nu is er 'ineens' oorlog.
Ook de oorlog deed Nederland weinig totdat we er zelf door werden geraakt: het neerhalen van MH17 was een tragische herinnering dat oorlogen in het buitenland ook ons direct kunnen raken. Er wordt veel gesproken over directe aanleidingen voor het conflict in de Donbass: de Maidan-protesten, de corruptie van de elite, de Russische bemoeizucht en de uitbreidingsdrang van de EU en de NAVO.
Hoewel deze factoren allemaal van belang waren voor de korte termijn, bewijst een langdurige blik op de strategie van het Kremlin dat de oorlog in de Donbass-regio geen verbazing hoeft te wekken. Het is een oude truc uit de hoed van Moskou. Het schoolvoorbeeld voor deze strategie: Transnistrië.
Transnistrië ontstond in de chaos dat voortkwam uit het langzaam afbrokkelende Sovjet-imperium. Met de onafhankelijkheidsverklaring van Moldavië in 1990 volgde een golf van nationalisme door het land. Net als in Oekraïne na de Maidan-coup werd er hard geroepen om Moldavisch, een Romaanse taal zonder het Cyrillische schrift, de enige officiële taal te maken van Moldavië. Radicale groeperingen riepen zelfs om een etnische zuivering van de 'Slaven'.
De Russische (en Oekraïense) minderheid in het land, die overwegend in het oosten van Moldavië woonde, kwamen in opstand en verklaarde zichzelf onafhankelijk van de nieuwe Moldavische republiek als Pridnestrovische Moldavische Republiek, ofwel Transnistrië, met een bestuur naar Sovjet-model. De oorlog met Moldavië intensiveerde in 1992, wat de aandacht trok van Rusland.
Het voormalige 14de Leger van de Sovjet-Unie voegde zich bij de Transnistrische separatisten. Russische en Oekraïense vrijwilligers, onder meer de Don Kozakken, namen eveneens deel aan de gevechten. De oorlog resulteerde in een patstelling dat tot op de dag van vandaag voortduurt. 'Peacekeepers' van het Russische leger bewaken na de wapenstilstand de grens met Moldavië.
Het conflict in Transnistrië heeft een bijzonder grote hoeveelheid overeenkomsten met het huidige conflict in de Donbass-regio. Allereerst is er de ontwikkeling dat een voormalige Sovjet-republiek in een mum van tijd uit de invloedssfeer van Moskou valt. Net als Oekraïne, ging Moldavië min of meer van de één op de andere dag een andere koers varen, die tegen, of op zijn minst onafhankelijk, van Moskou was. Ten tweede was er de dreiging van de Russische minderheid en de Russische taal. Dat is niet alleen van belang voor de emoties van het door en door nationalistische Russische volk. Taal en cultuur betekenen ook invloed in de regio.
Dan is er de oorlog zelf. Net als in Oekraïne steunde Moskou de separatisten met Russisch wapentuig en worden vrijwilligers aangetrokken om te vechten voor de slavische volkeren. Ironisch genoeg vochten Don Kozakken en Russische vrijwilligers zij aan zij met vrijwillige Oekraïense extreem-nationalisten in de Transnistrische oorlog, twee groeperingen die in het huidige Donbass-conflict lijnrecht tegenover elkaar staan.
Nog interessanter zijn de politieke en militaire connecties met het Kremlin in beide oorlogen. Het voormalige 14de Leger van de Sovjet-Unie steunde de Transnistrische rebellen met mankrachten en wapentuig. Hun commandant Aleksandr Lebed kreeg na de oorlog razendsnelle promotie onder de hoede van president Boris Jeltsin. Lebed mocht zichzelf voor een lange tijd de hoofd van de Russische nationale veiligheidsraad noemen. Er bestaan ook letterlijke connecties tussen militairen/politici in beiden oorlogen. Zowel Aleksandr Borodai, voormalig leider van de Volksrepubliek Donetsk, als Igor Girkin, troepenronselaar in de Donbass en de Krim, vochten in de Transnistrische oorlog. Volgens Borodai hebben ze elkaar zelfs daar ontmoet.
Hoewel hier weinig bewijs voor is, is het waarschijnlijk om aan te nemen dat Borodai en Girkin andere vriendjes uit hun ‘Brüderkrieg’ in Moldavië ook inzetten in de Donbass. Borodai en Girkin hebben in ieder geval allebei sterke connecties met de FSB, de Russische veiligheidsdienst. Wat ook vaststaat, is dat beiden hebben kunnen infiltreren (al dan niet vrijwillig) in de legers van zowel Rusland als Oekraïne. Oekraïense veteranen uit de Irak-oorlog vechten zij aan zij met Russische veteranen uit de Tsjetsjeense oorlogen voor de separatisten, dankzij Borodai en Girkin.
De reden dat oorlog in de Donbass geen verbazing hoeft te wekken is vooral het relatieve success van Transnistrië voor Rusland. De regio is onbekend, dus onbemind, terwijl invloed in Oost-Europa substantieel blijft. Het is zeer de vraag of president Obama of Bondskanselier Merkel überhaupt van het bestaan van dit stukje aarde afwisten vóór het conflict in Oekraïne. Transinistrië is bovendien economisch een success. Transinistrië is een perfecte witwasmachine voor Russisch zwart geld. De hoofdstad Tiraspol is bijzonder netjes en is duidelijk een stuk rijker dan vergelijkbare plaatsen in Moldavië. Corruption pays off.
Belangrijker voor ons zijn de lessen van Transnistrië. Machtsstabiliteit in de regio is van uiterst belang. Een rustig Oost-Europa is een rustig Rusland. Een snelle verandering van invloedssferen zorgt gegarandeerd voor Russische bemoeienis en destabilisatie om invloed terug te winnen. De strategie van het Kremlin is om invloed te houden door kleine oorlogen te starten. Dat was zo in Transinistrië en dat is nu ook zo in de Donbass.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten