Het is een harde realiteit die niet langer kan worden
weggepoetst met beleidsjargon of optimistische voorspellingen. De armoede in
Nederland is in 2024 fors gestegen. Voor het eerst in vijf jaar leven er weer
méér mensen onder de armoedegrens. Niet door luiheid, niet door pech alleen,
maar door politieke keuzes. Het schrappen van de energietoeslag heeft
tienduizenden mensen direct dieper de problemen in geduwd. Volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek
(CBS) leefden vorig jaar 551.000 mensen onder de armoedegrens. Dat is 3,1
procent van de bevolking. Een jaar eerder was dat nog 2,7 procent. Het gaat
hier niet om abstracte percentages, maar om mensen die na het betalen van huur,
energie en zorg simpelweg te weinig
geld overhouden om normaal te leven. Voor
een alleenstaande lag die grens in 2024 rond de 1600 euro per maand. Daar moet
alles van gebeuren. Wie denkt dat dit haalbaar is, heeft geen idee wat
boodschappen, kleding en vervoer kosten.
Energietoeslag weg, problemen terug
In 2022 en 2023 zorgde de energietoeslag nog voor tijdelijke
verlichting. Dat werkte. De armoede daalde. Maar in 2024 werd dit vangnet
zonder pardon geschrapt. Het resultaat laat zich raden. Mensen zakten opnieuw
onder de armoedegrens. Volgens het
CBS hadden ruim 130.000 mensen zelfs al
minstens drie jaar achter elkaar met armoede te maken. Dat is geen tijdelijke
tegenslag meer. Dat is structureel falen.
Eerdere dalingen in armoede kwamen door loonstijgingen,
coronasteun en een verhoging van het minimumloon in 2023. Ook lage huren voor
bijna 600.000 huishoudens hielpen. Maar zodra die steun wegvalt, blijkt hoe dun
het sociale vangnet werkelijk is.
Werkenden zijn de dupe
Het meest schrijnende detail: werkenden vormen inmiddels de
grootste groep mensen in armoede. Van hen had 48 procent inkomen uit werk. Nog
eens 29 procent leefde van een bijstandsuitkering. CBS-hoofdeconoom Peter Hein
van Mulligen
zegt daarover: “Er zijn ook heel veel werkenden.” Hij wijst erop
dat het vaak gaat om zelfstandigen met een slecht jaar of mensen in loondienst
die te weinig uren maken om boven de armoedegrens uit te komen.
Net boven de afgrond
Alsof dat nog niet genoeg is, leefden in 2024 ook 1,1
miljoen Nederlanders als ‘bijna-arm’. Zij zitten nét boven de armoedegrens,
maar hebben nauwelijks spaargeld of bezit. Eén kapotte wasmachine, één
naheffing van de energierekening en het kaartenhuis stort in. Dat waren er in
2018 nog 1,5 miljoen, maar dat dit aantal nog steeds zo hoog ligt, is ronduit
beschamend.
Het CBS laat zien hoe kwetsbaar deze groep is. Bijna de
helft kan zich geen etentje met familie of vrienden veroorloven. Grote
onverwachte uitgaven zijn vrijwel onmogelijk. Meubels vervangen of regelmatig
nieuwe kleding kopen zit er niet in. Een kwart kampt met problematische
schulden.
Steun De Dagelijkse Standaard!
De overheid probeert kritische stemmen het zwijgen op te leggen, online en offline. Wij laten ons niet blokkeren! Help ons om de macht te blijven controleren. Steun ons via BackMe of maak uw bijdrage over op NL95RABO0159098327 t.n.v. Liberty Media. En let op: als u ons via BackMe steunt, krijgt u gratis en voor niets elke dag onze exclusieve SubStack-column zo, hop, in uw email inbox! Dat dit in een rijk land als Nederland gebeurt, is een
schande. Niet onvermijdelijk, niet toevallig, maar het directe gevolg van
beleid dat bescherming intrekt en vervolgens verbaasd kijkt naar de schade.