Pixar verkeert in zwaar weer. Hun nieuwste film Elio,
ooit bedoeld als een gevoelig en origineel verhaal, eindigde als een creatief
wrak met een opgeblazen budget van ruim 200 miljoen dollar en een beschamende
wereldwijde opbrengst van slechts 72 miljoen. Het is nu de slechtst presterende
Pixar-film ooit. Maar wat vooral opvalt, is hoe Hollywoods obsessie met
‘representatie’ de creatieve ziel van films ondermijnt – en hoe het publiek
daar steeds minder voor warmloopt. De oorspronkelijke versie van Elio, bedacht door Coco-co-regisseur
Adrian Molina, draaide om een 11-jarige jongen die via verschillende signalen –
posters op zijn kamer, gedrag – als queer gecodeerd was. Geen uitgesproken
coming-outverhaal, maar een schets van een kind dat zich niet thuis voelt in de
wereld.
Nadat Molina’s versie negatief werd ontvangen tijdens een
vroege testvertoning, greep Pixar in. De queer-subtekst werd afgezwakt, het
hoofdpersonage werd ‘vermasculiniseerd’ en Molina werd van het project gehaald.
Daarna werd het hele script herschreven, opnieuw geregisseerd en uiteindelijk
afgeleverd als een inhoudelijke chaos. Het resultaat spreekt boekdelen: het
publiek blijft massaal weg.
Het probleem heet niet censuur, het heet ideologie
In veel media wordt gesuggereerd dat
Disney en Pixar onder
druk van conservatieve kringen hun inclusieve boodschappen temperen. Maar dat
is een halve waarheid. Volgens voormalige medewerkers is het de studio zelf die
krampachtig probeert de juiste signalen af te geven, uit angst voor kritiek.
Die kramp leidt tot een interne angstcultuur, waarbij niet het verhaal, maar de
politieke boodschap centraal staat.
We hoeven geen complotdenkers te zijn om te zien wat er
gebeurt: filmmakers krijgen opdrachten met een bijsluiter. “Zorg dat het kind
queer is.” Wat overblijft, zijn producten die meer weg hebben van ideologische
pamfletten dan van meeslepende films. En het publiek – jong én oud – doorziet
dat.
👉 Teken de petitie: géén linkse intimidatie aan Nederlandse universiteiten. Stop de Hamasprotesten!
📢 Academici ondersteunen terreursympathisanten en Joodse studenten worden gejaagd. De maat is vol.
✍️ Teken vandaag nog deze petitie Wordt representatie opgedrongen?
Het woord ‘representatie’ wordt tegenwoordig als een soort
heilige graal gehanteerd, maar wat betekent het als dit ten koste gaat van
kwaliteit? Moet elk personage in een kinderfilm voortaan voldoen aan een
diversiteitschecklist? Moet ieder verhaal een politieke boodschap dragen?
Wanneer je diversiteit verplicht stelt in plaats van deze organisch te laten
ontstaan, wordt het geen verrijking maar een verplicht nummer. Dat merken
bioscoopgangers. Ze willen geen lesje identiteitspolitiek van een animatiefilm
– ze willen geraakt worden, verrast worden, lachen, huilen.
De mislukking van
Elio is geen toeval, maar een teken
aan de wand. Het publiek is moe. Moe van opgelegde representatie, moe van
symboliek boven verhaal, moe van de zoveelste geforceerde ‘diverse’ held. In
plaats van hun energie te steken in goede scripts, boeiende personages en
originele verhalen, lijken studio’s gevangen in een ideologische wurggreep die
hun creativiteit verstikt.
Een bittere conclusie
Pixar was ooit een meester in verhalen vertellen. Van Finding
Nemo tot Up, van Toy Story tot WALL-E – het waren
films die generaties raakten, zonder dat iemand zich afvroeg of het robotje
misschien non-binair was. Maar nu lijkt de studio vergeten te zijn dat het hart
van een film niet zit in de seksuele identiteit van het hoofdpersonage, maar in
het verhaal zelf.