De schizofrenie van de eurozone

Geen categorieapr 10 2014, 9:30
Grote opwinding in de Tweede Kamer.
Terwijl men vreesde voor een overschrijding van dat magische 3% begrotingstekort en de daarop onvermijdelijk volgende vermanende Brusselse ingreep in de Nederlandse autonomie omdat Nederland zich niet aan die grens had gehouden was er een plotselinge verrassing: in plaats van een overschrijding bleek bij nacalculatie dat Nederland slechts een tekort van 2,5 % had in 2013.
Onmiddellijk verzeilden onze politici in een toestand van euforie: onder de 3% norm, dus meer geld om uit te geven! Dat met deze kleine meevaller onze staatsschuld van 75% wat minder snel zou stijgen (per 1% tekort zes miljard euro per jaar, dus bij 2,5% tekort 15 miljard euro grotere staatsschuld het afgelopen jaar) leek ineens niet van belang, met eurotekens in de ogen begon men al te kibbelen hoe die 0,5% 'ruimte' uit te geven.
Die 3% en 60% staatsschuld als norm zijn overeengekomen in een tijd dat men nog dacht in termen van grote groei die de inflatie ver te boven zouden over gaan, een eeuwig doorgaande groei. Een eenvoudige rekensom leert dat met een structureel toegestaan tekort van 3% na tien jaar een schuld is opgebouwd van meer dan 30% en dat het dus geen verwondering oproept als daardoor de staatsschulden sinds 2000 onbehoorlijk zijn opgelopen en dat alleen al de te betalen rente over die schulden een enorm bedrag zijn gaan vormen.
Na enkele jaren struikelden zowel Duitsland als Frankrijk al over deze beperking in het uitgeven en doorbraken die 3% grens, hetgeen voor alle deelnemende landen het sein vormde om het voortaan ook niet zo nauw te nemen. Men had immers dezelfde munt en dus dezelfde rechten en plichten. De Lehmann affaire in 2008 liet zien hoe abrupt vernietigend die 3%-60% politiek was geweest.
Maar goed, dat is historie. Maar wel een historie die een bepaald beeld geeft van het eurogebied. Want door die schuldvergrotende begrenzing werden de lasten voor de eonomieën die zwakker waren sneller groter dan voor de sterke economieën en lenen werd door de lage rente aantrekkelijk en het target 2 systeem maakte het kopen op krediet doodsimpel en dus werden de verschillen tussen sterk en zwak steeds groter. Om dat te illustreren het volgende overzicht. Tekort, BBP schuld en percentage schuld van het BBP. Gegevens zijn afkomstig uit het world clock programma, dat deze van de diverse overheden verkrijgt en country economy. De gegevens zijn dus redelijk recent.
Nu komt de schizofrenie om de hoek kijken. Ziet men Nederland als een zelfstandige lidstaat met eigen financiëel beleid, dan moet men het afkeuren dat men die 0,5% niet gebruikt om de groei van de staatsschuld af te remmen. Die is immers veel te hoog, elk jaar eist hij een groot bedrag aan rentebetalingen die niet gebruikt kunnen worden om voor nuttige investeringen te gebruiken. Dat is zonder meer duidelijk.
Maar bekijk het geval nu vanuit een eurozone perspectief. Het verlagen van de staatsschuld zou immers er alleen maar in eurozone verband toe dienen dat de staatsschuld van de eurozone als totaal  minder stijgt. De lidstaten die een te groot begrotingstekort  en schuld hebben zien die schuld nu in het geheel van de eurozone dalen.  Nederland bezuinigt dus in feite voor de niet bezuinigende lidstaten en zou zichzelf zo tekort doen.
Natuurlijk lijkt dat op het ogenblik nog niet zo. Schulden worden nog niet gedeeld. Maar dat dit gaat gebeuren is niet te vermijden. Zien we de ontwikkelingen in de eurozone naar een gedeelde bankschuld, gedeelde staatsschuld, dus ook gedeelde zuinigheid en gedeeld teveel uitgeven dan is het duidelijk dat het dan in ons eigen belang is de limieten op te zoeken om onszelf niet te benadelen. Bij een tekort van minder dan 3% moet men dus meer uitgeven tot die norm bereikt is.
Ziet men bovenstaande tabel dan moet men bovendien de conclusie trekken dat het euro project na 14 jaren het tegenovergestelde heeft opgeleverd van wat de opzet was. In plaats van economisch (en sociaal) naar elkaar toegegroeide lidstaten ziet men dat de oorspronkelijke verschillen, want bij het toetreden tot de eurozone moest men voldoen aan die 3% en 60% norm, alleen maar enorm veel groter zijn geworden.
Dan bekijkt men het alleen nog maar vanuit een monetair perspectief. Als men het menselijke aspect er mede in betrekt, het aspect dat zorgvuldig vermeden wordt in rapportages, de levensomstandigheden van 'de man in de straat', want de anderen blijven buiten schot, dan is de beantwoording van de vraag wat de eurozone voor hen betekent niet moeilijk. Kijk alleen al naar de werkloosheidercentages en dan weet men genoeg.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten