Doe ons nu een Thatcher!

Geen categorieapr 12 2013, 10:14
Er is een sociaal akkoord, blijkbaar eerder dan gedacht. Maar kunnen we ons de inhoud van dit akkoord permitteren? Want hoe zat het ook al weer. We verkeren toch in een financieel-economische crisis? En moesten daarom toch drastisch bezuinigen, en daartoe ook pijnlijke maatregelen nemen?
Wat we nu zien is dat de inkorting van de WW-duur grotendeels is teruggedraaid. De versoepeling van het ontslagrecht is ‘uitgesteld’. De lonen van ambtenaren en mensen in de zorg worden niet bevroren. Flexibele contracten worden aan banden gelegd.
De PvdA zal er niet volledig blij mee zijn, want ook de verplichting aan werkgevers om minimaal 5 procent van hun personeel uit ‘arbeidsbeperkten’ te laten bestaan – stokpaardje van staatssecretaris Klijnmsa – gaat niet door.
De VVD moet opnieuw veel slikken. Bezuinigingen gaan niet door of worden opgeschort. En ervoor in de plaats komt – jawel – een lastenverzwaring voor werknemers, die meer WW-premie moeten gaan betalen. Laten we hopen dat de VVD nog niet volledig aan zulk soort maatregelen gewend is en zoiets nog altijd erg vindt.
Maar het algehele plaatje laat vooral zien dat essentiële punten uit het regeerakkoord zijn afgezwakt. Dat betekent dat het kabinet opnieuw op zoek moet naar politieke partners om vele miljarden aan bezuinigingen (die nu immers zijn geschrapt) alsnog bij elkaar te schrapen. Ze zeggen nu dat dit akkoord van zoveel vertrouwen getuigt dat dat als vanzelf tot economische groei zal leiden en dat die bezuinigingen daarom niet nodig zullen zijn – maar wie gelooft dat nu echt?
En het was nu juist de bedoeling van dit akkoord – zo meenden wij te weten – dat dit niet meer zou hoeven. Als werkgevers en werknemers het maar eerst eens zouden worden met elkaar, zou er een basis zijn waarop het kabinet de plannen niet alleen door de Tweede maar ook door de Eerste Kamer kon slepen. Volgens mij staan we gewoon aan de vooravond van een nieuwe ronde van verwarring, waarin nieuwe meerderheden voor dit akkoord én voor de additionele bezuinigingen moeten worden gevonden.
En dit gebeurt allemaal in de week waarin Margaret Thatcher is overleden. Of ze nu in alle opzichten een voorbeeldige conservatief was, staat te betwijfelen (betoogde ik vanmorgen in het Nederlands Dagblad). Een voorbeeldige conservatief als Roger Scruton keerde zich van haar af omdat ze de wetten van de markt naar beleidsterreinen transponeerde waar kwetsbare zaken bescherming behoeven (denk aan het onderwijs, waar het denken in termen van ‘productie’ dodelijk is voor de inhoud van het onderwijs). Maar Scruton prees haar wel, en terecht, voor de manier waarop ze enkele slepende kwesties op financieel-economisch terrein voortvarend en met ijzeren vuist had aangepakt. Ze betaalde de prijs van impopulariteit, ook binnen haar eigen partij, maar ze deed het – om de woorden van John Newton aan William Wilberforce te citeren - ‘for the good of the nation’.
Na haar val schreef Scruton het volgende:

When she took office in 1979, it looked as though Britain was in a state of terminal decline. The trade unions, with power to bring down the elected government, were busy accumulating privileges for their largely idle membership. The country had no foreign policy to speak of, had irresolutely entered the European Community without any conception of the political cost and could no longer be relied upon to defend itself. Socialist mandarins reigned in the civil service, in the schools and in the universities, while more than half the gross national product was absorbed in public expenditure. Industry was crippled by strikes, and whole sections of the economy, run by central government, were protected from competition and maintained in a state of bankruptcy.

When it came to communism, our leaders either maintained an embarrassed silence or made craven offers of friendship. For the Labor Party, the Soviet Union was a "socialist" state that had slightly deviated from its good intentions while remaining a friend of the working class. The threat to peace came from our habit of defending ourselves, in the face of which the poor Soviets could only reply in kind.

In short, Britain was ready to surrender all that it stood for: its pride, its enterprise, its ideals of freedom and citizenship, even its national defense. The country wallowed in collective guilt feelings, reinforced by the dependency culture of the welfare state.

Thatcher changed all that. She compelled the British people to recognize that the individual's life is his own and the responsibility of living it cannot be borne by anyone else, still less by the state. She released the talent and enterprise that, notwithstanding decades of egalitarian claptrap, still exist in British society. She broke the power of the unions, exposing such men as Arthur Scargill, leader of the mine workers, for the Stalinists they are. She restored our national pride and sense of sovereignty, first by resisting the Argentine invasion of the Falklands, second by countering the Soviet threat and exposing the peace movement as a part of it, and third by defying the ambitions of the Eurocrats. She began to reform the education system, opposing the socialist ‘apparatchiks’ who control it and holding up their "progressive" curriculum to scorn. She even took on the welfare state itself, trying to persuade people that their lives could be better, freer and simpler without this great cancer on the national economy, which benefits nobody so much as those appointed to control it.

Lees dit citaat nog eens, en verander ‘communism’ in ‘de polder’ en ‘Socialists’ in de PvdA, en de situatie waarin we verkeren wordt tamelijk adequaat beschreven.
Thatcher maakte deel uit van een generatie van politici die een doel voor ogen hadden en begrepen dat je soms door een heel zure appel moet heenbijten om dat doel te bereiken. Om het land sociaal-economisch weer op orde te krijgen, en – met Reagan en Johannes Paulus II – het bestaan van het grote kwaad van het communisme niet te accepteren. Helmut Kohl maakte deel uit van diezelfde generatie en realiseerde door schade en schande de eenwording van Duitsland.
Onze politici zijn uit ander hout gesneden, als ‘hout’ überhaupt het juiste woord is. Ze formuleren geen doelen die hard nodig zijn, maar kijken wat er rond de ovalen tafel van de polder zoal mogelijk is en accepteren een vooruitschuiven van de problemen – om zelf maar te overleven. Doe ons nu een Thatcher! Maar waar is die?
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten