Grandioze stilte

Geen categorieapr 24 2013, 12:00
Wie nog twijfelde aan het acteervermogen van Jeroen Willems, moet Boven is het stil gaan kijken. De verfilming van Gerbrand Bakkers gelijknamige boek is een ingetogen meesterwerk.
De film begint met een lange, extreme close-up van verdorde stengels in een, op de krijsende meeuwen na, stil landschap. Ze toont in detail de vergankelijkheid en de schoonheid van wat eens fier wuivend riet was. Met die consequente oog en liefde voor detail vertelt Nanouk Leopold het verhaal van Helmer, die zijn bedlegerige vader en zijn boerderij met grote plichtsbetrachting verzorgt. Aan het begin van de film zien we hoe Helmer zijn vader met grote moeite naar boven verhuist. De omhelzing waarin hij de oude man de trap op sjort is innig, maar de liefde ontbreekt. Op diezelfde manier onderhoudt Helmer de boerderij en zijn andere sociale contacten – het werk wordt gedaan met routine en vakkundigheid, het praatje met de melkvervoerder probeert hij angstvallig te vermijden, en ook de buurvrouw houdt hij met nietszeggende conversatie op een afstand. Wordt er geïnformeerd naar het welzijn van zijn vader, dan zegt hij: ‘Die is gewoon oud.’ Als zijn vader met gevoel voor drama te kennen geeft dat hij niet meer leven wil, riposteert hij: ‘Net nou je schoon bent, zeker.’
De camera volgt de dagelijkse bezigheden nauwgezet en van dichtbij, waarbij Helmers nauwelijks waarneembare gemoedstoestanden bijna voelbaar worden. Een blik, het hangen van schouders, het opvouwen van een handdoek – daarin schuilt het verboden verlangen en het stille verdriet dat zich ophoudt in zijn stugge lijf.
Met de komst van de jonge knecht Henk worden de eerste barsten in het pantser van de onwrikbare boer zichtbaar. Niets wordt uitgesproken – de dialogen zijn sowieso tot een minimum beperkt – maar de lichaamstaal zegt alles over de zinderende spanning tussen de twee mannen, die wel tot een uitbarsting moet komen. Pas dan is er ruimte voor het tonen van tederheid en waarachtige interactie.
De weinige personages worden zonder uitzondering met veel gevoel en diepte neergezet door hun acteurs, maar Jeroen Willems springt het meest in het oog, en niet alleen omdat hij de hoofdrol speelt. Hij heeft een onwaarschijnlijk groot palet aan subtiele uitdrukkingen – halve glimlachjes, het oplichten van ogen, het verstijven van een nek – en een ongelofelijk gevoel voor timing – het even wachten voor hij een stap zet of zijn hoofd omdraait geeft scènes net dat beetje meer spanning en vanzelfsprekend drama. Zoals de pijnlijk mooie waarin hij voor de spiegel staand, zijn sterke maar zichtbaar aftakelende lichaam probeert te liefkozen. Even zien we hem (letterlijk en figuurlijk) totaal: naakt, met gekromde rug en beginnende buik, verstoken van essentiële menselijke warmte.
Leopold houdt, door bijna uitsluitend close-ups te gebruiken, de kijker in een stevige omhelzing. Maar dan wel een uit liefde – voor de personages, voor esthetiek, voor poëzie in beeld, voor de (sporadisch aanwezige) taal en muziek, voor de mens in al zijn machteloze kwetsbaarheid. Elk shot is zorgvuldig geconstrueerd, uitgaand van een detail – een hand, de kreukels van een net gewassen laken, de tegels op een wand – waarna de camera langzaam op zoek gaat naar betekenis en context. Dat maakt de film tot een beklemmende, maar uiteindelijk louterende ervaring, en een onbedoelde lofzang op het talent van de te vroeg gestorven Jeroen Willems.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten