Hypocriete Kamerleden eten zelf kroketten en friet, maar wij mogen niets meer

Dit is dus hoe de hooggeachte leden van de Tweede Kamer te werk gaan: zelf eten ze heerlijk een gehaktbal met satésaus bij de lunch, wijn bij het avondeten, en een gevulde koek bij de koffie, maar wij gewone mensen mogen onderhand niets meer.

Ons kroketje wordt ons binnenkort afgepakt, je mag nergens meer roken (in ieder geval niet als je eenmaal buiten het parlementsgebouw bent), maar die betutteling geldt niet voor de boven-ons-gestelden in het parlement. Zoals De Telegraaf uitlegt:

VVD-Kamerlid Thierry Aartsen heeft net zijn gevulde koek weggeslikt, bekent hij terwijl hij de vraag over het preventieakkoord op zich laat inwerken. „Ik weet ook wel dat het ongezond is.” Dat akkoord is best goed, maar zijn ideeën zijn het nu ook weer niet.

De VVD haalt openlijk de schouders op over de opgeheven vinger van het eigen kabinet. ’Bier en bitterballen’ waren zelfs de lokkertjes voor het tot festival omgevormde partijcongres van afgelopen zaterdag. In de eigen fractievleugel is een rookruimte.

Sietske Bergsma vindt dit bericht in De Telegraaf een beetje onsmakelijk. “Wat een heerlijk vooruitzicht dat pers en gepeupel zich gaan bezighouden met wie wat op zijn bord schept,” schrijft ze cynisch op Twitter. “Mensen betrappen met een kroket op de wc, dat werkt.”

https://twitter.com/SBergsma/status/1067360971394568193

Normaal gesproken zou ze natuurlijk helemaal gelijk hebben. Helaas is dat nu niet zo. De “mensen” waar Bergsma het over heeft zijn namelijk niet zomaar een paar mensen die doen wat ze willen en anderen verder met rust laten, maar een stel betuttelaars eersteklas. Als zij géén maatregelen ontwierpen om anderen de wet voor te schrijven mochten ze doen en laten wat ze wilden.

Maar ja, je kunt niet roepen dat een ander gezond MOET leven, dat een ander geen kroket mag hebben en nergens mag roken, en dat zelf lekker allemaal wél doen. Dat noemen we nou hypocriet… en het is volkomen normaal dat een krant die hypocrisie openbaar maakt. Als de Tweede Kamerleden dat niet willen moeten ze misschien eens ophouden zich te bemoeien met de levensstijl van gewone mensen.