KNMI: lessen van Climategate

Geen categoriejul 26 2011, 16:30
Voor zover mij bekend heeft het KNMI zich tot dusver niet naar buiten over Climategate uitgelaten. Berichten van en naar Nederlandse wetenschappers kwamen wèl voor in de e-mails die in de openbaarheid zijn gekomen. Maar daar was niets op aan te merken.
In het recente jaarverslag van het KNMI heeft Hein Haak, directeur wetenschappelijk onderzoek en Nederlands vertegenwoordiger in het VN-klimaatpanel (IPCC), zich voor het eerst publiekelijk over Climategate uitgesproken. Hieronder volgt het verslag van een vraaggesprek met hem.
Het KNMI-jaarverslag behoort tot het publieke domein. Er is derhalve geen toestemming nodig om delen daar uit te publiceren. Uit beleefdheid heb ik het toch maar even aan Hein Haak gevraagd. Binnen een kwartier kreeg ik van hem het groene licht. Hij schreef mij dat hij ook benieuwd was naar de reacties.
Het hacken van honderden e-mails en documenten uit een computer van een Britse universiteit betekende eind 2009 het begin van Climategate. Deze zaak leidde ook in 2010 tot verhitte discussies waarin met name de klimaatsceptici de boventoon voerden. Voor de sceptici was het gehackte materiaal het bewijs dat klimaatwetenschappers samenspannen om de menselijke invloed op klimaatverandering te overdrijven. Fouten in het rapport van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) die critici in 2010 aan het licht brachten, deden de zaak geen goed. Dit alles riep veel vragen op over de kwaliteit van het onderzoek en de handelwijze van sommige wetenschappers. Hein Haak, namens Nederland vertegenwoordiger in het IPCC, blikt terug.
Mogen we concluderen dat klimaatwetenschappers lelijk over de knie zijn gegaan als gevolg van Climategate en de gevonden fouten in het IPCC rapport?
“Nogal. Zeker in het licht van het aanvankelijke succes van drie jaar daarvoor.” Haak doelt op december 2007 toen het IPCC samen met Al Gore de Nobelprijs voor de Vrede kreeg uitgereikt. “Die combinatie maakte het allemaal nog veel groter. Waren de critici in het klimaatdebat een tijdlang volledig ondergesneeuwd, ineens waren zij weer springlevend. Dat hebben we ook binnen het KNMI gevoeld.”
Op welke wijze?
“Om te beginnen met discussies hier op de gang. Veel onderzoekers waren van mening dat het KNMI zich moest mengen in het zich snel ontwikkelende en felle maatschappelijke debat. Ik heb daar samen met afdelingshoofden veel gesprekken over gevoerd. Hoe gaan we hier mee om? Hoe gaan we handelen? Vragen die ook in de directie uitvoerig aan bod kwamen. Uiteindelijk besloten we het debat op de voet te volgen, heel goed te luisteren, maar vooral niet in de verdediging te schieten. Een houding waarmee het KNMI zich wat isoleerde, maar wel overeind bleef. Universiteiten bijvoorbeeld waren wel bereid tot actie en inmenging, bijvoorbeeld in de vorm van ingezonden brieven.”
Hoe kijkt u terug op het hele klimaatdebat in 2010?
“Als KNMI zijn we daar heelhuids doorheen gekomen. Ik heb in ieder geval niet de indruk dat wij er door beschadigd zijn. Mede doordat wij de signalen vanuit de maatschappij volstrekt serieus hebben genomen. Niet voor niets onderhouden we contacten met anderen die kritisch staan in het klimaatdebat. Dat zorgt voor een ander geluid en houdt ons scherp. Het komt bovendien de transparantie van het IPCC ten goede door er kritische geesten bij te betrekken. Juist die open discussie met klimaatsceptici vergroot de transparantie en dat werd hoog tijd. We hebben het hier over een ingewikkeld debat dat zich op vele verschillende niveaus afspeelt. Soms wetenschappelijk, soms economisch, soms moreel Transparantie is daarbij een vereiste. Dat dwingt ons duidelijk te maken waarom bepaalde keuzes gemaakt worden en voorkomt dat we achteraf aangevallen kunnen worden. Die les hebben we in 2010 wel geleerd.”
In hoeverre hebben de aanvallen u persoonlijk geraakt?
“Laat ik het anders stellen. Ze hebben mij erop gewezen dat het in dit soort debatten heel sterk draait om opinievorming. Ik zag het als voornaamste uitdaging om in een dergelijk klimaat bij mijn eigen leest te blijven en ook mijn collega-onderzoekers bij het KNMI daarin te begeleiden. Zo heb ik er steeds op gewezen weg te blijven bij het politieke debat. Het speelveld van het KNMI bevindt zich op wetenschappelijk terrein, het speelveld van de kennis. Op dat politieke speelveld is onze mening, onze opinie niet relevant.”
Dat lijkt me lastig. Een wetenschapper heeft tenslotte ook gevoel en een mening
“Absoluut. Het is ook wezenlijk dat te onderkennen. Een wetenschappelijk onderzoeker is geen machine. Die wetenschapper hoort bovendien ook midden in de maatschappij te staan. Daar komt tenslotte de aan hem gestelde vraag uit voort. Aan de andere kant vind ik wel dat een wetenschapper in staat moet zijn een scheiding aan te brengen tussen feiten en gegevens, voortkomend uit wetenschappelijk onderzoek, en wat je daar van kunt vinden. Een wetenschapper die niet in staat is daarin scheiding aan te brengen, voegt alleen maar verwarring toe aan het debat.”
In een eerder gesprek liet u zich ontvallen dat het IPCC weer business as usual is. Is dat echt zo?
“Momenteel is het ‘productieproces’ van het vijfde assessment rapport volop gaande. In die zin is het business as usual. Wat ik echter wel bemerk is dat iedereen die daarbij betrokken is, zich meer dan ooit bewust is van het feit dat ‘we’ volop in de schijnwerpers staan en dat er niet meer zoiets als Climategate mag voorvallen. Dat is voor alle betrokkenen volstrekt helder.”
---
Aldus Hein Haak, directeur wetenschappelijk onderzoek van het KNMI.
Ik kan mij wel in grote lijnen in zijn betoog vinden en heb begrip voor het feit dat hij zich wat terughoudend en diplomatiek uitdrukt. Er is echter een klein puntje. Dat de Climategate-documenten zijn gehackt staat niet vast. Het lijkt mij meer het werk van een interne klokkenluider. Als dat zo zou zijn, verdient die daarvoor een lintje.
PS,
De DDS-site biedt sinds kort ook de mogelijkheid om snel de 'postings' van individuele auteurs terug te zoeken. Tevens vind men daar informatie over de tijdstippen waarop de meest recente reacties zijn binnengekomen. Wat mijn bijdragen betreft is e.e.a. is hier te vinden.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten