Mainstream klimaatwetenschappers in de knel

Geen categorieaug 02 2013, 16:30
Professionele klimatologen worden onder druk gezet om klimaathype te promoten.
Gisteren schonk ik aandacht aan een opmerkelijk artikel in 'The Guardian', een krant die door de jaren heen onvoorwaardelijk steun gaf aan het klimaatalarmisme en de klimaatsceptici stelselmatig wegzette als 'deniers'. Het was een stuk van Warren Pearce waarin deze op hoffelijke wijze waardering toonde voor de positieve elementen in de kritiek van de sceptici. Dat was een verrassend keerpunt in de klimaatberichtgeving van 'The Guardian'. (Wanneer volgen de Nederlandse media?)
Dit stuk werd een dag later gevolgd door een bijdrage van een Britse klimaatprofessional, Tamsin Edwards, die zich beklaagde over het feit dat zij onder druk werd gezet om aan 'science advocacy' te doen – te weten propaganda maken voor de menselijke broeikashypothese.
Ook in Nederland is dat probleem vele jaren geleden aan de orde geweest tijdens een symposium georganiseerd door het KNMI. Eén van de sprekers was Ab Pilgram. In het verslag staat dat hij oud-journalist was. Wat er niet bij stond was dat hij op dat moment een van de belangrijkste 'spindoctors' van de regering was om het klimaatbeleid aan de man te brengen.
Over de vraag of wetenschappelijke instituten één mening over klimaat moeten ventileren of niet, verklaarde Pilgram tijdens de discussie dat de wetenschappelijke instituten binnen het PCCC (Platform Communication Climate Change) veel meer als één zouden moeten communiceren. Vanuit de zaal was daarop veel kritiek. Is het wel realistisch? Worden andere meningen zo niet doodgeslagen? Blijft er ruimte voor tegendraadsheid, een kenmerk bij uitstek van wetenschappers?
Consensus leek meer in de richting te gaan dat de wetenschappelijke instituten veel helderder moeten communiceren wat zeker is en wat juist nog niet.
Verder ging de discussie ook over hoe met “klimaatsceptici” omgegaan moet worden. Pilgram gaf duidelijk aan niet meer te willen communiceren met sceptici die niet “willen luisteren en willens en wetens het debat frustreren”. Vanuit de zaal werd hierop duidelijk gemaakt dat in een volwassen debat ook volwassen en met argumenten met elkaar omgegaan dient te worden.
Google voor verdere informatie naar: '[PDF] Verslag PCCC workshop Communicatie Klimaat - Klimaatportaal.
Onder de titel: 'Dimdammen over het klimaat, schreef Martin Woestenburg over diezelfde bijeenkomst:
Dat genuanceerde klimaatwetenschappers in een lastige positie zitten, blijkt onder meer uit hun nogal allergische reacties op kritiek. Klimaatscepticus Labohm werd tijdens de bijeenkomst bij het KNMI door menigeen genegeerd, en door Pilgram zelfs ronduit gekleineerd. En wetenschapsjournalist Marcel Crok presenteerde zijn kritiek op het Intergovernmental Panel on Climate Change (zie ‘De Hockeystick’) in een bijna vijandige omgeving.
Klimaatwetenschappers zitten in de klem. Aan de ene kant willen ze de wereld graag laten weten dat de aarde opwarmt, het weer extremer en onberekenbaarder wordt en de zeespiegel stijgt. Aan de andere kant zijn ze huiverig voor bangmakerij, want wetenschappers zijn voorzichtig en serieus. En daarnaast is er de onzekerheid, het gebrek aan keiharde bewijzen, en de manier waarop deze twijfel wordt uitvergroot door het gekissebis tussen alarmisten en sceptici. ...
Aldus Martin Woestenbrug.
Lees verder hier.
Hoe het ook zij, wetenschappers staan onder druk om onverantwoorde uitspraken te doen om de klimaathype aan te wakkeren. En de overgrote meerderheid heeft daar een gruwelijke hekel aan en doet daar dan ook niet aan mee.
In Engeland is dit probleem bij mijn weten nooit in de openbaarheid gekomen. Daar is nu verandering in gekomen met het artikel van Tasmin Andrews in 'The Guardian'. Tamsin Edwards is een professionele klimatologe aan de University of Bristol, die met behulp van computermodellen klimaatverandering en zeespiegelstijging bestudeert.
Onder de titel, 'Climate scientists must not advocate particular policies', schreef zij:
I became a climate scientist because I care about the environment, but we have a moral obligation to be impartial. Climate scientists risk their credibility if they are not absolutely neutral on policy issues such as carbon taxes. As a climate scientist, I'm under pressure to be a political advocate. This comes mainly from environmentalists.
Dan Cass, wind-farm director and solar advocate, preferred me not to waste my time debating "denialist morons" but to use political advocacy to "prevent climate catastrophe".
Jeremy Grantham, environmental philanthropist, urged climate scientists to sound a "more desperate note Be arrested if necessary."
A concerned member of the public judged my efforts at public engagement successful only if they showed "evidence of persuasion".
Others ask "what should we do?" At my Cheltenham Science Festival event Can we trust climate models? one of the audience asked what we thought of carbon taxes. I refused to answer, despite the chair's repeated requests and joke (patronisingly; his aim was to entertain) that I "shouldn't be embarrassed at my lack of knowledge".
Even some of my colleagues think I should be clearer about my political beliefs. In a Twitter debate last month Gavin Schmidt, climate scientist and blogger, argued we should state our preferences to avoid accusations of having a hidden agenda.
I believe advocacy by climate scientists has damaged trust in the science. We risk our credibility, our reputation for objectivity, if we are not absolutely neutral. At the very least, it leaves us open to criticism. I find much climate scepticism is driven by a belief that environmental activism has influenced how scientists gather and interpret evidence. So I've found my hardline approach successful in taking the politics and therefore – pun intended – the heat out of climate science discussions.
They call me an "honest broker", asking for "more Dr Edwards and fewer zealous advocates". Crucially, they say this even though my scientific views are absolutely mainstream.
But it's not just about improving trust. In this highly politicised arena, climate scientists have a moral obligation to strive for impartiality. We have a platform we must not abuse. For a start, we rarely have the necessary expertise. I absolutely disagree with Gavin that we likely know far more about the issues involved in making policy choices than [our] audience. ...
We must be vigilant against what Roger Pielke Jr in The Honest Broker calls "stealth issue advocacy": claiming we are talking about science when really we are advocating policy.
I became a climate scientist because I've always cared about the environment, since a vivid school talk about the ozone layer ( ) and the influence of my brother, who was green long before it was cool. But I care more about restoring trust in science than about calling people to action; more about improving public understanding of science so society can make better-informed decisions, than about making people's decisions for them. Science doesn't tell us the answer to our problems. Neither should scientists.
Lees verder hier.
Een opmerkelijk geluid van een professionele klimatologe die tot de mainstream behoort! En het is verrassend dat haar klacht nu juist in 'The Guardian' wordt afgedrukt, die tot voor kort het klimaatalarmisme met al zijn parafernalia door dik en dun verdedigde! Men zou wensen dat vele collega's van haar ook uit de kast zouden komen, want ik heb reden om aan te nemen dat haar gevoel van onbehagen breed wordt gedeeld onder hen.
Voor mijn eerdere DDS-bijdragen, zie hier.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten