LEIDEN (ANP) - Steden bieden volop kansen om afnemende insectenpopulaties weer te laten groeien, maar die blijven vooralsnog "grotendeels onbenut". Natuur & Milieu en EIS Kenniscentrum Insecten roepen gemeenten en grondeigenaren op dit te verbeteren. Alle 3500 wijken in Nederland zouden volgens de organisaties een "insectenrijk" moeten krijgen, waar insecten goed gedijen.
"Ruim een derde van alle insectensoorten komt voor in de stad, en 10 procent is er zelfs van afhankelijk, zoals de rosse metselbij en het tuingitje", zegt directeur programma's Rob van Tilburg van de milieuorganisatie. Insectenexperts hebben elf richtlijnen voor een "insectvriendelijke stad" opgesteld. Zo moet er genoeg leefgebied, voedsel en water aanwezig zijn. Pesticidengebruik is onwenselijk, maaien moet niet te vaak gebeuren en er moeten vooral veel inheemse bomen, struiken en kruiden worden aangeplant om het insecten naar hun zin te maken.
Tot dusver hebben veel gemeenten hier nog geen specifiek beleid voor en het landelijke beleid is "versnipperd en vaag", klinkt het. Daarom wil Natuur & Milieu ze helpen met de richtlijnen. Ook wijst de organisatie op bestaande initiatieven die al zijn uitgewerkt en op meer plaatsen ingevoerd kunnen worden, met namen als Vlinderidylle, Stadsoase en Bonte Berm.
De insectenbeschermers wijzen erop dat het helpen van insecten niet vrijblijvend is: het is ook een verplichting in de recent aangenomen Europese natuurherstelwet.
Lokaal gaat het vaak juist de andere kant op, liet Natuur & Milieu met eerder onderzoek zien: steden verstenen juist verder. De organisatie benadrukt hoe belangrijk insecten zijn. "Ze bestuiven voedselgewassen, voeden andere dieren en houden de bodem gezond." Met veel soorten gaat het echter ronduit slecht. "De stad kan een veilige haven worden voor insecten, maar dan moeten we nu in actie komen", zegt Van Tilburg.