Over Noorse en Deense ervaringen met gedoogsteun

Geen categoriesep 30 2010, 15:15
Aanvullend op Joosts post over Klinks uitspraken van gisteren nog even een kleine analyse van zijn uitspraken over Deense en Noorse ervaringen met gedoogsteunkabinetten. Van die uitspraken klopt namelijk bij nadere beschouwing hoegenaamd niets.
Laten we allereerst eens kijken naar Denemarken. Daar is de Volkspartij van Pia Kjaersgaard blijvend ondergeschikt aan het liberale Venstre, ook na 9 jaar gedoogsteun aan opeenvolgende centrumrechtse kabinetten. De christendemocraten hebben er nooit een rol van betekenis gespeeld. De Conservatieven (een zusterpartij van het CDA) wel, maar nadat de laatste conservatieve premier Poul Schluter begin jaren negentig moest aftreden omdat hij het parlement had misleid, speelt de partij op rechts een bescheiden rol. Overigens is de Conservatieve Partij sinds het aantreden van het eerste rechtse minderheidskabinet in 2001 alleen maar gegroeid. Van slechte resultaten vanwege samenwerking met de Volkspartij is dan ook geen sprake. Van spectaculaire groei van diezelfde Volkspartij evenmin; de laatste betekenisvolle zetelwinst dateert van 2001, de laatste verkiezingen voor de huidige gedoogopzet. Klinks stelling dat die partij electorale 'zuurstof' haalt uit de gedoogsteunconstructie klopt dus gewoon niet. Het omgekeerde lijkt eerder het geval: de opmars van de populisten werd tot staan gebracht op het moment dat ze in een gedoogsteunkeurslijf werden geperst.
In Noorwegen is de populistische Vooruitgangspartij van Siv Jensen inderdaad al vijf jaar de grootste op rechts (niet alleen in de peilingen, zoals Klink abusievelijk meent, maar ook bij de laatste twee verkiezingen). Van gedoogsteun, laat staan formele rechtse samenwerking in regeringsverband is tot nu toe echter geen sprake. Bij de vorming van het laatste niet-socialistische kabinet, in 2001, was de partij nog te klein om een rol van betekenis te spelen in de coalitiebesprekingen en sinds 2005 regeert een rood-groene coalitie. Waarom Klink Noorwegen bij zijn verhaal over de ervaringen met gedoogsteunconstructies betrekt, is dan ook niet helemaal duidelijk.
Overigens had de Vooruitgangspartij op rechts nooit de grootste kunnen worden als de laatste christendemocratische premier (Kjell Bondevik) zijn partij niet op een radicaal-linkse koers had geplaatst. Het gevolg was de zwaarste nederlaag in de geschiedenis van de partij en een halvering van het aantal zetels in de verkiezingen van 2005. Klinkt bekend, zou je zeggen. Mischien zit er zelfs een les in voor het CDA -- al is het waarschijnlijk niet de les die Klink in gedachten had.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten