Overweldigende Malevich in Stedelijk

Geen categorieokt 22 2013, 9:00
Met Kazimir Malevich en de Russische avant-garde, de grootste Malevich-tentoonstelling in het Stedelijk Museum sinds de jaren tachtig, revancheert het museum zich voor de jaren van verbouwingsellende en geruzie.
Laat ik beginnen te zeggen dat de tentoonstelling overweldigend is. Bijna driehonderd werken, waarvan vele ofwel Rusland nooit eerder hebben verlaten, of (zoals De messenslijper (principe van het schitteren) uit de Yale University Art Gallery) praktisch nooit worden uitgeleend. Een enorme prestatie dus om al deze werken nu in Amsterdam samen te zien. Een groot deel van het museum is voor de expositie vrijgemaakt en het is maar al te makkelijk om hier uren rond te blijven dwalen.
Kazimir Malevich en de Russische avant-garde is erg helder van opzet. De strakke chronologische volgorde van de werken en de uitstekende begeleidende teksten maken dat je ook als niet-ingewijde in Malevich’ werk eenvoudig kunt zien hoe hij zich gaandeweg ontwikkelde. Daarbij zijn ook werken van tijdgenoten opgenomen, zodat duidelijk wordt in welke context hij werkte en wat Malevich’ positie daarin was.
Was hij aanvankelijk een volger van de laatste trends in de toenmalige schilderkunst, zoals het impressionisme, of het kubisme, gaandeweg keerde hij zich af van de westerse voorbeelden en vond hij zijn eigen stijl. Iets wat trouwens voor meerdere Russische kunstenaars gold en wat ook mooi duidelijk werd gemaakt in de tentoonstelling De grote verandering in het Bonnefantenmuseum in Maastricht, afgelopen voorjaar.
Hogedrukketel
Rusland was destijds – eind negentiende, begin twintigste eeuw – maatschappelijk, economisch en cultureel een hogedrukketel en Malevich’ werk is daarvan een prachtige afspiegeling. In hoog tempo verandert hij zijn stijl, tot hij vlak voor de Eerste Wereldoorlog breekt met grote voorbeelden als Braque en Picasso en aan zijn suprematistische schilderijen begint: totaal abstracte werken met vierkanten, rechthoeken, lijnen en hier en daar een cirkel – volgens Malevich moest de schilderkunst zich niet langer ondergeschikt maken aan de werkelijkheid om zich heen, maar moest ze haar eigen werkelijkheid creëren. Het ging om de kunst van de verf op het doek, zoals de (overigens ook prachtige) catalogus stelt.
De grote ommekeer was de tentoonstelling 0, 10. De laatste Futuristische tentoonstelling in Petrograd (nu Sint Petersburg) in 1915. Sommigen noemen dit zelfs de belangrijkste kunsttentoonstelling van de twintigste eeuw, en het was hier dat de Russen hun westerse voorbeelden niet langer navolgden, maar een eigen weg insloegen en de rollen omkeerden: nu werden zij de leermeesters van de moderniteit. In de tentoonstelling is een nabootsing gemaakt van Malevich’ presentatie destijds.
Nieuwe grenzen
Wat volgde was een korte, maar heftige bloeiperiode waarin Russische kunstenaars nieuwe grenzen opzochten. Bij Malevich leidde dit ertoe dat hij uiteindelijk wit op wit ging schilderen: de bekende witte vierkanten op (nog iets meer) witte vlakken. Critici meenden dat dit het einde was van de schilderkunst en daarin hadden ze eigenlijk ook wel gelijk – want wat kon je hierna nog?
Het was dus geen verrassing dat Malevich gaandeweg (voorlopig) ophield met schilderen en zich toelegde op het maken van maquettes van utopische gebouwen. Dat die gebouwen technisch niet mogelijk waren, deed er voor hem niet toe: Malevich was ervan overtuigd dat de techniek zich zo snel zou ontwikkelen, dat zelfs de meest uitzinnige plannen uitvoerbaar zouden worden.
Arbeiderskunst
Aan al deze kunstzinnige uitbundigheid komt rond 1922 een einde als de communisten stevig in het zadel zitten. Ze eisen dat er vanaf nu alleen nog maar kunst gemaakt mag worden die in dienst staat van de arbeidersbevolking. Malevich’ suprematische schilderijen en utopische maquettes horen daar uitdrukkelijk niet toe.
Als Malevich einde jaren twintig de kwast weer oppakt, doet hij dat dus binnen de strenge kaders van de Sovjetstaat. Zo maakt hij weer impressionistisch aandoende portretten, onder meer een van zichzelf – een vermagerde, bebaarde Malevich, maar ongebroken en trots op zijn vakmanschap. Toch zoekt hij de grenzen op, zoals hij dat altijd heeft gedaan. Hij signeert met een suprematisch zwart vierkantje, of schildert een prachtig verfijnd vrouwenhoofd en –handen, maar de torso bestaat uit kubistisch aandoende kleurvlakken en vormen. Juist in deze laatste periode schildert hij vele stijlen naast elkaar, vaak binnen één schilderij. Het vakmanschap van een echte meester.
Schuurdeur
De tentoonstelling is een samenvoeging van de twee belangrijkste collecties van Russische avant-gardekunst: die van Nikolai Khardzhiev en die van George Costakis. Khardzhiev kende Malevich en andere avant-garde kunstenaars persoonlijk. Voor Costakis, een in de Sovjet-Unie geboren Griek, gold dit niet. Hij reisde decennialang het enorme land door, op zoek naar de ondertussen in vergetelheid geraakte schilderijen. Geen ongevaarlijke activiteit, aangezien de avant-gardistische werken door de Sovjetautoriteiten als ‘bourgeois’ en staatsgevaarlijk werd beschouwd. Veel van de schilderijen bleef door de inspanningen van Costakis een lot als dakbedekking, schuurdeur of boomhut (!) bespaard. Het samenbrengen van deze twee collecties zorgt dan ook voor een ongeëvenaard overzicht van een van de grootste kunstenaars van de twintigste eeuw.
Kazimir Malevich en de Russische avant-garde, Stedelijk Museum. Nog tot 2 februari 2014. Daarna reist de tentoonstelling door naar de Bundeskunsthalle in Bonn en naar Tate Modern in Londen.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten