Spelen geeft het leven zin

Geen categorieapr 29 2013, 12:00
Filosoof Coen Simon stelt vragen die er in deze tijd toe doen. Bijvoorbeeld over schuldgevoel, tevens de titel van het in boekvorm verschenen essay dat de afgelopen Maand van de Filosofie begeleidde.
In tijden van aanhoudende economische crisis, dringt zich vroeg of laat de vraag op wie daar verantwoordelijk voor is. En als we het maakbaarheidsgeloof aan de kant zetten, kun je je afvragen of er überhaupt een schuldige kan worden aangewezen. De Maand van de Filosofie, die in april van dit jaar gehouden werd, stond dan ook in het teken van schuld en boete. Filosoof Coen Simon, die in eerdere boeken benadrukte dat we leven met voorstellingen van de werkelijkheid, schreef het bijbehorende essay, Schuldgevoel, dat de schuldkwestie van een heel andere kant belicht. Op de voorkant van het boekje prijkt een ijsje met drie roze, op elkaar gestapelde bolletjes. De ondertitel van Schuldgevoel luidt: ‘Over de behoefte aan dingen die we niet nodig hebben’. Maar Simon beweert niet dat we daar een schuldgevoel over moeten hebben. Integendeel: de begeerte naar overbodige spullen maakt ons tot mensen.
Volgens Simon wordt de mens ‘geworpen in zijn bestaan’, verwijzend naar de Duitse filosoof Martin Heidegger (1889-1976). Je komt terecht in een wereld die je niet zelf hebt vormgegeven, maar waarin je je toch zaken moet toe-eigenen. Je weet niet wat het goede is om te doen, want je hebt de regels nooit meegekregen en je was er niet bij toen alles tot stand kwam, daarom ga je als een blinde door het leven. Je bent niet in staat om op een afstand je eigen leven te beschouwen, want je bent er onlosmakelijk mee verbonden. De huidige gevoelens en omstandigheden geven richting aan de manier waarop je naar je eigen leven kijkt. Dit besef van het ‘grondeloze’ van ons bestaan is volgens de Simon de bron van het schuldgevoel dat de mens altijd met zich meedraagt. Om toch enige houvast te hebben, maken wij ons voorstellingen van de werkelijkheid met behulp van de verbeelding, een idee dat Simon overneemt van filosofen als Kant en Plato (de Allegorie van de grot). Het spel, dat ons grondeloze bestaan een fundament geeft door de regels waar de deelnemers zich aan moeten houden, is ook een manier om het schuldgevoel tijdelijk op te heffen.
Simons existentiële uitleg van het schuldgevoel vormt de basis voor de volgende vier hoofdstukken van het essay, waarin hij op een heldere en vermakelijke manier onze hedendaagse voorstellingen kritisch tegen het licht houdt. We kopen overbodige spullen omdat we daarmee een afgerond wereldbeeld willen vormen. De aankopen zullen echter nooit helemaal de existentiële ‘leegte’ verdringen die eigen is aan het menselijke bestaan, want we blijven altijd behoefte hebben naar meer. Onze identiteit is nooit af. De mode speelt hier handig op in. Is religie dan geen remedie voor de horror vacui die – gezien de economische crisis – in ons kapitalistische tijdperk al zo veel ellende heeft veroorzaakt? Het geloof maakt het leven zinvol omdat de identiteit van de gelovige wordt bepaald door het doel van het spel (een deugdzaam leven dat leidt tot een plaats in de Hemel). In Nederland is het geloof alleen al enige tijd op zijn retour en je kunt moeilijk doen alsof je gelooft, zoals de Britse filosoof Alain de Botton voorstelt. ‘Niet geloofje spelen geeft zin’, stelt Simon, ‘maar spelen zelf geeft het leven zin’.
Coen Simon blijft nooit hangen in abstracte beweringen, maar illustreert zijn visies aan de hand van voorbeelden uit zijn eigen leven. Veel aandacht gaat daarbij uit naar zijn eigen kindertijd, waarin zaken nog niet zo vanzelfsprekend zijn als zij later lijken te zijn. Zo ruilde hij op zijn dertiende een walkman met zijn oudere broer, iets waarvan hij al snel spijt kreeg. Niet alleen omdat hij eigenlijk te veel geld vroeg, maar vooral omdat de waarde van de walkman niet helemaal in geld was uit te drukken. Simon hekelt de hedendaagse, reducerende definitie van de economie als een gebied van monetaire activiteiten. ‘Economie’ komt van het Griekse oikos, dat zoiets betekent als ‘gebied aan activiteiten’, ofwel een lusthuishouding. De Atheense economie werd gekenmerkt door een krachtenspel aan verlangens die op elkaar afgestemd moesten worden, met liefde en harmonie binnen de gemeenschap als resultaat. Hoe anders is dat tegenwoordig, schrijft Simon, met de ‘religieuze plicht tot zelfverwerkelijking’. Het idee dat we onszelf los van de omstandigheden in kaart kunnen brengen, dat we op zoek moeten gaan naar ons ‘authentieke zelf’, is volgens Simon het gevolg van de illusie van het autonome individu. Kritiek waar Paul Verhaeghe, de Vlaamse psychoanalyticus en schrijver van het boek Identiteit, zich bij aansluit. Identiteit is volgens Verhaeghe afhankelijk van de omgeving.
Simon is goed in het stellen van vragen die er in deze tijd toe doen. De manier waarop hij de achterliggende veronderstellingen van gewoontes en vanzelfsprekendheden in de samenleving analyseert en bekritiseert, getuigt van een grote betrokkenheid en een scherp observerend vermogen. De antwoorden die hij aandraagt voor de beschreven problemen, zijn echter niet altijd overtuigend. Zo pleit Simon voor de terugkeer van het spelelement in de samenleving, in navolging van Huizinga’s Homo ludens. Als voorbeeld van een spel noemt Simon il Palio, een wereldberoemde paardenrace in Siena. De jonge deelnemers zijn het hele jaar bezig met de voorbereidingen en wanneer ze verliezen proberen ze het volgend jaar nog een keer. Il Palio is een waardevolle traditie, maar het verschaft geen fundament voor het grondeloze bestaan, zoals religies, ideologieën of het wetenschappelijke wereldbeeld. De mens die leeft in een tijd zonder grote verhalen moet dus nog even wachten op het grote, samenbindende element dat zijn leven richting en betekenis geeft.  
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten