Wat zich de afgelopen jaren heeft afgespeeld rond oud-Kamervoorzitter Khadija Arib is geen incident. Het is een symptoom van een dieper liggende, institutionele rot binnen het Presidium van de Tweede Kamer – een rot die haar hoogtepunt bereikte in de geruisloze afrekening met een integere voorzitter die te onafhankelijk was om te controleren. De feiten, voor wie ze vergeten is
Khadija Arib (PvdA), jarenlang geroemd om haar onpartijdigheid, scherpte en gevoel voor democratisch decorum, stond op het punt benoemd te worden tot voorzitter van de parlementaire onderzoekscommissie naar het COVID-19-beleid. Een eervolle en cruciale taak, die alleen toekomt aan een voorzitter met gezag én ruggegraat.
Precies dát maakte haar onwenselijk voor bepaalde krachten in Den Haag. Want een onafhankelijk onderzoek naar het coronabeleid – met gevoelige dossiers over avondklokken, vaccindeals, OMT-belangen, mondkapjesgate en grondrechten – kon maar beter onder zachte controle blijven. Niet in de handen van Arib, die als eigenzinnig en vasthoudend bekend stond.
Wat volgde was een klassieke karaktermoord:
- Een anonieme brief die Arib beschuldigde van het creëren van "een angstcultuur";
- Een lek naar NRC, vermoedelijk afkomstig van griffier Simone Roos, vertrouweling van Bergkamp;
- Een extern onderzoek waar Arib nooit over gehoord was voor het besluit werd genomen;
- En een ambtelijke afrekening, waarbij Arib zich zonder verdediging of hoor en wederhoor genoodzaakt zag af te treden.
De rol van Bergkamp: een voorzitterschap uit de achterkamer
Vera Bergkamp werd op 7 april 2021 gekozen tot voorzitter van de Tweede Kamer. Opmerkelijk, want D66 was niet de grootste partij, en haar benoeming kwam tot stand in de context van de beruchte "functie elders"-affaire waarbij Rutte zijn geloofwaardigheid verloor.
Toch wist Rutte met een theatrale knipoog aan Sigrid Kaag in de plenaire zaal zijn zin door te drukken. Bergkamp werd de "veilige keuze" – en daarmee ook de voorzitter van het presidium dat Arib zou afserveren.
Kamerlid Gidi Markuszower (PVV) noemde het op dat moment al een "voorgekookte zaak".
Ambtenaren onder het tapijt
De ambtenaren die het vuile werk opknapten zijn niet alleen gespaard gebleven – ze zijn zelfs bevorderd. Simone Roos is inmiddels topfunctionaris bij de Nationale Politie, ondanks haar tuchtverwijzing. Jaap van R., de andere spil in het anonieme brievencomplot, kreeg geen disciplinaire sancties. Bergkamp zelf stond bekend als "een echte verwijderaar" van apps en e-mails, om openbaarmaking via Wob/Woo te vermijden.
Geen van hen is strafrechtelijk vervolgd. De Rijksrecherche zag daarvan af. Alleen woordvoerster Sonja K. moest voor de rechter verschijnen – en werd vrijgesproken. Er werd geen hoger beroep ingesteld.
Een presidium dat faalt
Het presidium, het bestuursorgaan van de Tweede Kamer, is samengesteld uit vertegenwoordigers van alle fracties. Het is verantwoordelijk voor de interne aansturing van de Kamer. In deze affaire werd echter niets publiek verantwoord. Geen debat, geen transparantie. Alleen achterkamertjes en een doofpot.
PVV-Kamerlid Markuszower stapte daarom uit het presidium:
"Ik ben opgestapt omdat ik geen volledige openheid van zaken zie. Het aanzien van de Kamer staat op het spel."
Toch besloot het presidium in juni 2025 dat "geen aanvullend onderzoek nodig is", omdat "de bestaande bevindingen volstaan".
Wie betaalt de prijs?
De enige die hier werkelijk iets verloor, is Khadija Arib. Een gerespecteerd Kamervoorzitter, geprezen voor haar onpartijdigheid, haar kordate optreden en haar integriteit. En natuurlijk de bevolking — die nu moet toezien hoe het parlementaire onderzoek naar COVID-19 wordt geleid door mensen die zelf belang hebben bij de uitkomst.
De slager keurt zijn eigen vlees. De kans op een werkelijk onafhankelijk onderzoek is daarmee tot nul gereduceerd. De onderste steen zal nooit boven komen zolang de bestuursstructuur van de Kamer zijn eigen functioneren niet openlegt.
───
Slotbeschouwing
De affaire-Arib is geen losse flodder. Het is het bewijs dat zelfs in het hart van onze parlementaire democratie macht wordt misbruikt om onwelgevallige stemmen te elimineren.
De pers zweeg grotendeels. De coalitie zweeg. En het presidium hield het deksel stevig op de doofpot. Alleen een paar integere Kamerleden hebben zich uitgesproken – tevergeefs.
Wie beschermt het parlement tegen zichzelf?
Zolang die vraag niet beantwoord wordt, blijft niet alleen Arib het slachtoffer – maar ook de democratie zelf.
───
Bronnen (selectie):
- Follow the Money, "Ze zou voorzitter worden van de parlementaire enquêtecommissie COVID-19, en die functie eiste onafhankelijkheid en karakter", 2022
- NRC Handelsblad, 2022
- FTM, 'Bestuur Tweede Kamer oordeelt hard over topambtenaren in affaire-Arib', 24 juni 2025
- FTM, "De zaak werd gelekt voordat Arib was geïnformeerd. Ze vernam het via de krant", 2022
- NRC, "Het beeld dat Bergkamp voorzitter werd dankzij een politieke deal ging nooit meer weg", 4 december 2023
- Montesquieu Instituut, "Twee voorzitters en een griffier", april 2021
- FTM, 2025
- FTM, "Zij verwijdert altijd haar berichten, ze is een echte verwijderaar", 2025
- FTM, april 2025
- GeenStijl, juni 2025; ook geciteerd in FTM en AD
- Presidiumverklaring, Tweede Kamer, juni 2025