shutterstock 314076806

-Erwin Versteeg- Speeltuinen: gelijk of gelijkwaardig

Opinie21 nov , 17:15
Samenspeeltuinen zijn prachtig, stelt de auteur (René Rörink, advocaat te Hardenberg) van een ingezonden brief. Maar volgens hem is het “een druppel op een gloeiende plaat” zolang in Nederland “het uitgangspunt is dat mensen niet gelijk zijn”. Daarmee, zo stelt hij, zouden we ongelijkheid en onbegrip cultiveren.

Een compliment aan de auteur

Want opnieuw zet een ingezonden brief van deze auteur me aan het denken. Net als bij zijn eerdere stuk over generatie X, blijft echter onduidelijk waar het nu precies over gaat.
Is zijn punt:
  • dat samenspeeltuinen moeten worden bevorderd?Of:
  • dat hij het niet eens is met het Nederlandse onderwijssysteem?
Dat onderwijssysteem – inclusief het bestaansrecht van bijzondere scholen – is nu juist vastgelegd in artikel 23 van de Grondwet. Een systeem dat borgt dat zowel openbare als bijzondere scholen (zoals religieuze scholen) door de overheid worden bekostigd, mits zij voldoen aan de wettelijke eisen.

Wat zegt de stichting eigenlijk?

Kijk je naar de oproep van Stichting het Gehandicapte Kind, dan zie je iets heel anders dan wat de auteur suggereert.De stichting vraagt gemeenten, scholen en ouders om zich in te zetten voor inclusie, zodat elk kind een vriendje kan maken. Daarnaast roepen zij burgers en instellingen op om projecten in te dienen die sociale inclusie verbeteren of om te doneren voor toegankelijke speeltuinen en sportclubs.
Nergens gaat het over ideologie. Wel over toegankelijkheid en betrokkenheid.
En dan valt mijn oog op de kop van de ingezonden brief van Rörink: “Alleen als iedereen gelijk is, kun je samen spelen.”

Maar juist daar wringt het

Gelijk of gelijkwaardig?
GelijkGelijk’ betekent: hetzelfde. Als mensen werkelijk gelijk zouden zijn, zouden zij dezelfde talenten, achtergrond, mogelijkheden en omstandigheden hebben. Dat is natuurlijk niet zo.
GelijkwaardigGelijkwaardig’ betekent: even waardevol, ondanks verschillen. Dat is waar het in onze samenleving – en zeker in deze discussie – om draait.
Het is dan ook onduidelijk waarom de auteur van “gelijkheid” een absolute voorwaarde maakt voor samen spelen. Niemand is gelijk. Iedereen is wel gelijkwaardig.
Mijn indruk is dat Rörink hier last heeft van beroepsdeformatie: het verlangen om morele of maatschappelijke verschillen juridisch gelijk te willen trekken. Maar leven is geen dagvaarding. Samenleven vraagt nuance.

Gelijkwaardig spelen in de praktijk

Gelijkheid in een speeltuinGelijkheid zou betekenen dat elk toestel voor elk kind bruikbaar moet zijn.Maar dan loop je het risico dat:
  • uitdagende speeltoestellen verdwijnen,
  • speelplekken worden uitgevlakt,
  • oudere of avontuurlijke kinderen afhaken,
  • en de speeltuin zijn aantrekkingskracht verliest.
Gelijkwaardigheid in een speeltuinGelijkwaardigheid betekent dat ieder kind kan meedoen op een manier die past bij zijn mogelijkheden. Niet dat elk kind exact hetzelfde doet. Daarom is hier een belangrijk principe van toepassing: het principe van de meervoudige uitdaging.

Het principe van de meervoudige uitdaging

De auteur ziet samenspeeltuinen als “een druppel op de gloeiende plaat”.Maar dat komt omdat hij kijkt vanuit een simplistisch idee van gelijkheid.
Wie kijkt vanuit meervoudige uitdaging, begrijpt dat geen enkel maatschappelijk vraagstuk één oorzaak heeft of met één knop is op te lossen. Dat geldt voor:
  • inclusie,
  • onderwijs,
  • woningnood,
  • zorg,
  • arbeidsmarkt,
  • veiligheid,
  • energie,
  • ja, zelfs speeltuinen.
Politiek vervalt te vaak in simplificatie:
  • meer geld,
  • meer regels,
  • minder regels,
  • één schuldige,
  • één wonderoplossing.
Maar echte vraagstukken zijn meervoudig. En dus moeten oplossingen dat ook zijn.
Een meervoudige uitdaging dwingt je om:
  • prioriteiten te stellen,
  • oorzaken te onderscheiden van gevolgproblemen,
  • met beperkte middelen maximaal effect te bereiken,
  • eerlijk te zijn richting inwoners over wat wel en niet kan,
  • symboolpolitiek te vermijden.
Het vraagt om een gereedschapskist, niet om één hamer.

Conclusie

Ook deze ingezonden brief zet me aan het denken – al is het vooral omdat de redenering wringt. Want juist de echte meervoudige uitdagingen waar onze samenleving voor staat, vragen om nuchterheid, niet om ideologische verdichting.
Daarom sluit dit onderwerp perfect aan bij de bredere visie die ik beschrijf in mijn boek, mede geïnspireerd door Dani Rodrik’s Globaliseringsparadox: de voortdurende spanning tussen globalisering en nationale soevereiniteit.
Ook dat is een meervoudige uitdaging:
  • De woningcrisis is geen enkelvoudig vraagstuk, maar een mix van immigratie, stikstof, beleid en investeringsgedrag.
  • De arbeidsmarkt in Twente is geen succesverhaal, maar een realiteit van vergrijzing en verborgen werkloosheid achter mooie cijfers.
  • En samenspeeltuinen? Dat zijn geen ideologische strijdpunten, maar gewoon goede initiatieven die niet misbruikt moeten worden voor een politiek frame.
Werkelijk leiderschap begint met het erkennen van de werkelijkheid zoals die is — niet zoals sommigen haar graag zouden zien.
Erwin Versteeg is een Nederlandse politicus en ondernemer uit Enschede. Hij gaat met BVNL Enschede meedoen aan de gemeenteraadsverkiezingen van 2026.
Ga verder met lezen
loading
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten

Loading