De achtdelige dramaserie
Fortuyn: On-Hollands die op de NPO
te zien is heeft opnieuw het gedachtegoed van
Pim Fortuyn onder de aandacht gebracht. De indruk die de acht uur Fortuyn bij mij nalaat is: wat was die man zijn tijd vooruit. Veel van de problemen waar we nu nog mee worstelen, zoals de massamigratie, de rol van de jihadistische islam, de verziekte bestuurlijke cultuur in Nederland, het is allemaal te vinden bij Fortuyn. Ik lees nu zijn meesterlijke boekje
Tegen de islamisering van onze cultuur uit 1997. Dáár begon de Nederlandse bezinning op de verenigbaarheid van de Nederlandse cultuur met die van de islam en het islamisme. Fortuyn maakte de weg vrij voor Ayaan Hirsi Ali die zich vanaf 2001 manifesteerde met feministische islamkritiek en voor
Geert Wilders die even daarna zijn opgang zou maken in de Nederlandse politiek.
Fortuyn heeft die islamkritiek precies vijf jaar volgehouden. In 2002 werd hij vermoord. Daarna wordt die islamkritiek overgenomen door Ayaan Hirsi Ali die het ook weer vijf jaar volhoudt. In 2006 ontvluchtte zij Nederland na de moord van haar bentgenoot Theo van Gogh in 2004 en na de gigantische tegenwerking die zij heeft moeten ervaren van de Nederlandse overheid, onder andere over haar bewaking. Zij ging haar geluk beproeven in Amerika.
Iedereen die zich begeeft in islamkritiek krijgt vroeg of laat beveiligingsproblemen. En het betalen van die beveiliging overschrijdt vroeg of laat het budget van elke particulier. Dan moet dus de overheid garant staan. Althans als je wil beschermen dat vrije kritiek, ook op de islam, mogelijk blijft. In het verleden hadden we die vragen rond Ayaan Hirsi Ali. Tegenwoordig hebben we die rond Lale Gül.
Ook Pim Fortuyn kreeg hiermee te maken. Fortuyn is in 2002 vermoord door een extreemlinkse milieuactivist, Volkert van der G. Niet door een jihadist dus. Maar als Volkert niet aan het werk zou zijn gegaan dan zou zeker een jihadist, Mohammed B., in actie zijn gekomen tegen hem, zoals gebeurde met Van Gogh in 2004.
Op dit moment is de geweldsdreiging levensgroot aanwezig vanuit de radicale islam, de islamistische islam, de politieke islam, de militante islam. Nee, dat heeft geen betrekking op “alle moslims”. Nee, dat heeft geen betrekking op de “gehele islam”. En nee, ik discrimineer niet door aandacht te vragen voor de problemen van de radicale islam. En nee, dit is al helemaal geen “racisme”. Het is nuchterheid. En ook: de teneur van het boekje Tegen de islamisering van onze cultuur (1997) heel goed op je laten inwerken. Verder: je ogen de kost geven: Rushdie, Deense cartoons, Charlie Hebdo, Samuel Paty – de lijst is eindeloos. Althans, als je bereid bent je ogen open te doen.
Fortuyn had dus beschermd moeten worden. Toen, in 2002, ook tegen radicaal linkse gekken. Tegenwoordig zou hij ook beschermd moeten worden tegen de radicale islam. Net als Wilders. Gedachtenexperiment: stel je voor dat Fortuyn zou zijn blijven leven. Dat Volkert van de G. niet zou hebben bestaan. Hoe zou Fortuyn dan in Nederland hebben rondgelopen? Antwoord: in hetzelfde bewakingsregiem als nu Geert Wilders rondloopt om beschermd te worden tegen jihadistische aanslagplegers uit Pakistan.
Over deze kwestie, de beveiliging van Fortuyn, gaat het nieuwe boek van Hans Izaak Kriek.
Het
boek van Kriek is een vlot geschreven reconstructie van de moord op Fortuyn door een journalist die tegenwoordig in de Verenigde Staten van Amerika leeft. Het boek maakt heel veel dingen duidelijk, onder andere de grote betekenis die de erfenis van Fortuyn nog steeds heeft voor onze tijd. Kriek’s boek verschijnt grofweg twintig jaar na de dood van Fortuyn. Maar de schrijver heeft die tijd nuttig besteed door na te denken over de vraag wat we voor lessen uit die aanslag kunnen leren. Van harte aanbevolen.
Paul Cliteur is de schrijver van Populist and Islamist Challenges for International Law (2019): https://ap.lc/9Yh1d