EU debat polariseert

Geen categoriefeb 05 2014, 17:44
Het debat over de EU, voorzover er in Nederland van een debat gesproken kan worden, polariseert.
Voorstanders en tegenstanders van de EU graven zich meer en meer in hun ingenomen standpunten in. Daar loopt dan nog de discussie over (alternatieven voor) de eenheidsmunt euro dwars doorheen, alsof die issue dezelfde is als de vraag waar het met de Europese Unie naartoe moet. Zo komen we natuurlijk geen stap verder en misschien is het verstandiger eens te kijken waar de meeste voor- en tegenstanders het dan wèl over eens zijn.
Om te beginnen zien beide kampen het belang van een sterke interne markt. Eurocraten merken daarbij op, dat daarvoor een vergaande politieke integratie tussen de lidstaten nodig zou zijn om de voordelen van die interne markt te kunnen benutten (zonder er overigens bij te zeggen waarom). Critici van de EU beweren, net als voormalig Centraal Plan Bureau directeur Coen Teulings, dat die vergaande politieke integratie helemaal niet nodig is om de voordelen van een interne markt te benutten. Sterker, de euro wordt juist gezien als splijtzam in plaats van als bindmiddel voor een soepel functionerende interne markt. Bij diens afscheid als CPB directeur, vorig jaar april, wees Coen Teulings er nog op, dat Nederland het lidmaatschap van de euro helemaal niet nodig heeft gehad om dezelfde voordelen te realiseren van de interne markt. Intergouvernementele samenwerkingsverbanden hadden kunnen volstaan, aldus Teulings.
Waar EU-adepten en EU-critici het tegenwoordig doorgaans ook over eens zijn, is het terugdringen van de regelzucht van de EU. De kromming van bananen, het maximaal toegestane volume van een grasmaaier, de lengte van condooms, dat zijn geen zaken die vanuit Brussel geregeld hoeven te worden. Verschil zit (weer) in de mate waarin eurocraten de huidige (intergouvernementele) bevoegdheden van de unie willen uitbreiden richting supra-nationale of, erger nog, federale, waar de EU-realisten het willen laten bij louter inter-gouvernementele of bilaterale samenwerkingsverbanden.
Een derde terrein waarin de eurocraten en EU-critici elkaar vinden is, dat de EU een stuk efficiënter kan functioneren. Beleidsstukken zijn vaak wollig, fractie overleg is doorgaans weinig transparant en politieke besluitvorming verloopt niet zelden traag en stroperig. Volgens eurocraten kan dat worden verbeterd door de Europese Commissie meer macht en bevoegdheden te geven, maar EU-critici willen juist dat de Europese Raad van regeringsleiders primair blijft.
Een vierde punt waarin beide kampen elkaar zouden kunnen vinden betreft de kosten. Beide kampen vinden dat de kosten van de EU omlaag moeten, er teveel geld wordt verspild en dat de begroting omlaag kan (ofschoon federalisten als Verhofstadt pleiten voor een forse verhoging van het EU-budget en zelfs Europese belastingen willen heffen; maar dit soort pleidooien vormen vooralsnog een minderheid). Ook delen beide kampen de zorg over het ontbreken van een deugdelijke verantwoording over de besteding van de EU-gelden. De Europese Rekenkamer heeft nog nooit een goedkeurende verklaring kunnen afgeven over de besteedde gelden. Dat is natuurlijk ook een onaanvaardbare situatie, maar het is tekenend dat in al die jaren er niets aan gedaan is om dit ook daadwerkelijk op te lossen. Dat heeft niet eens zozeer met onwil te maken, maar met corruptie op grote schaal met EU-gelden, vooral op regionaal en locaal terrein. Corruptie is en blijft een groot probleem binnen de EU. Niet voor niets worden de kosten van corruptie in de EU geschat op € 120 MILJARD per jaar. Elk jaar opnieuw. Welke EU landen springen daarbij vooral in het oog? Het zal niemand verbazen dat vooral Oost-Europese (Kroatië, Bulgarije en Roemenië) en Zuid-Europese landen (Spanje, Portugal, Griekenland, Italië) zich daaraan schuldig maken. Immers, corruptie maakt daar een onlosmakelijk deel uit van de cultuur.
Een vijfde en voorlopig laatste punt, is de overeenstemming over het democratisch tekort van de EU. Echter, de manier waarop dat tekort beslecht moet worden verschilt nogal. Eurocraten willen de controlerende en wetgevende macht van het Europees Parlement vergroten, EU-critici willen dat parlement juist afschaffen, want in hun ogen overbodig.
We zien dus, dat voor- en tegenstanders van de EU elkaar vinden op gebieden als versterking interne markt, terugdringen regelzucht, vergroten efficiëntie, vermindering geldverspilling en bestrijding corruptie. Men is het er zelfs over eens dat de EU democratischer moet worden! Wellicht dat die overeenkomsten een basis kunnen vormen voor een wederzijdse toenadering, maar ook een indaling van meer realisme bij de vurige voorstanders van een federaal Europa zou al helpen. Een Verenigde Staten van Europa, waarvan de volken van de EU in overgrote meerderheid hebben aangegeven dat onder geen beding te willen. Luisteren naar de stem van de bevolkingen komt bovendien tegemoet aan het door beide partijen gesignaleerde democratische tekort van de EU.
Naast deze overeenkomsten zijn de verschillen natuurlijk groot. Niet alleen wat betreft de 'oplossingen' voor de overeenkomsten, maar vooral de (politieke) visie over wat de EU is of, beter gezegd, zou moeten zijn. Samenwerking (zowel tussen gelijkgestemden als met de 'tegenpartij') en het zoeken naar gemeenschappelijke uitgangspunten zouden een brug kunnen slaan tussen partijen, want wat de EU (en met name de eurozone) nu beslist niet kan gebruiken is een 'loopgraven oorlog' met alle negatieve gevolgen van dien. Dan verliezen alle partijen en wordt het vinden van een oplossing uit de impasse alleen maar groter. Gelet op de dominantie van de christen-democraten en de sociaal-democraten in het Europees Parlement is het daarom een zeer goede zaak dat euro-critici elkaar opzoeken om samen te werken in één fractie. Al was het maar om een gezond politiek tegenwicht te bieden en de stem van een zeer grote minderheid in Europa niet volledig verloren te laten gaan. Vanzelfsprekend is het bij die samenwerking niet nodig dat betrokken partijen het over alles met elkaar eens moeten zijn, dat is bij de christen-democraten en de sociaal-democraten namelijk evenmin het geval (waarom hoor je daar trouwens nooit iemand over?).
Het zou bovendien goed zijn als de huidige vlucht naar voren van de eurocraten flink getemperd zou worden om plaats te maken voor enige diepgaande bezinning over wat nu de beste koers is voor Schip Europa. Feit is en blijft, dat de verschillen op allerhande terreinen levensgroot zijn. Het (blijven) ontkennen daarvan is struisvogelpolitiek, brengt partijen niet dichter bij elkaar en staat elke mogelijke oplossing in de weg. Het valt te hopen dat het gezonde verstand terugkeert in de Brusselse burelen, want op een loopgravenoorlog zit niemand te wachten. Zeker niet met het oog op de huidige problemen met de one-size-fits-all euro, die een structurele oplossing van de economische- en monetaire problematiek binnen de eurozone volstrekt onmogelijk maakt en slechts leidt tot langdurige massale werkloosheid en afnemende economische groei. Om nog te zwijgen over de volstrekt abjecte sociaal-economische gevolgen voor grote delen van de bevolking. Als de christen-democraten en sociaal-democraten een hart zouden hebben, en zich de principes van hun eigen partijprogramma's zouden herinneren, dan zouden zij zich deze desastreuze sociale gevolgen dienen aan te trekken en zich open moeten stellen voor échte oplossingen in plaats van het 'doormodderen', dat nu hun staande beleid is. En hetzelfde kan trouwens gezegd worden van de neo-liberalen in het EP.
Klik hier voor een overzicht van mijn columns en volg mij hier op Twitter.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten