College Den Haag weigert buitenlandse diplomaten aan te paken

Geen categorieaug 01 2013, 12:44
Een beetje fout parkeren is zo fout nog niet.
Zoals ik vorige maand al berichtte is het juist dat buitenlandse diplomaten niet aansprakelijk voor de wet zijn. Je moet diplomaten juridisch met rust laten. Op het moment dat je ze wel aanpakt is het hek van de dam en zijn Nederlandse diplomaten in het buitenland hun veiligheid en vrijheid ook niet zeker. Dat kan en mag niet: het zou simpelweg te veel problemen opleveren.
Toch betekent dit niet dat je buitenlandse diplomaten die boetes onbetaald in de prullenbak gooien niet publiekelijk aan de schandaal kunt nagelen. Zeker als je beseft dat het hier om fikse bedragen gaat.
Zo laat het Haagse college van burgemeester en wethouders weten dat het werkelijk om behoorlijk hoge bedragen gaat. Erger is dat de niet-betaalde boetes de afgelopen jaren niet zijn afgenomen maar toegenomen. Zie deze handige tabel die het college heeft opgenomen in een brief n.a.v. vragen van Richard de Mos (Groep De Mos). Voor alle antwoorden op zijn vragen, zie de tweede bijlage onder dit artikel. 
Vervolgens legt het college uit dat het er zogenaamd echt al-les aan doet om de boetes betaald te krijgen:

In januari 2010 heeft de burgemeester van Den Haag de ambassades met openstaande belastingschulden aangeschreven. In 2011 en 2012 zijn er aanmaningen verzonden. In april van dit jaar heeft de directeur Belastingzaken de betreffende ambassades een brief gezonden. Op verzoek van de gemeente heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken op 17 juli 2013 deze ambassades aangeschreven. Ten slotte volgt er na deze zomer een brief van de burgemeester. Met deze acties zet het college gegeven de geldende wet- en regelgeving maximaal in op het innen van de naheffingsaanslagen parkeerbelasting opgelegd aan houders van voertuigen met een CD-kenteken 

Oh ja, zet het college daarmee maximaal in op het innen van de 'parkeerbelasting'? Ik betwijfel het ten zeerste. Arjen Kapteijns, raadslid voor GroenLinks, vind dat ook. In zijn vragen (ingediend op 2 juli, 2013, zie eerste bijlage) stelt hij daarom voor om ambassades die zich schuldig maken aan het negeren van de Nederlandse wet - en hun kont dus spreekwoordelijk afvegen met boetes c.q. belastingen - publiekelijk aan te pakken. Het antwoord van het college?

4. Bij de eerdere beantwoording erkende het college dat de fiscale geheimhoudingsplicht in dit geval niet absoluut is. Is het college bereid alsnog de hoeveelheid onbetaalde parkeerboetes per ambassade openbaar te maken, aangezien hier in New York goede resultaten mee zijn bereikt? 

Zo nee, is het college bereid om een onafhankelijk juridisch advies naar de gemeenteraad te sturen over de juridische mogelijkheden van het openbaar maken van de parkeerboetes? 

Nee, het college blijft van mening dat de openbaarmaking van fiscale gegevens niet opweegt tegen het privacy-karakter van deze gegevens. Een onafhankelijk juridisch advies is in dit kader overbodig. 

Volgens het college doet het er dus alles aan om deze rekeningen betaald te krijgen, maar men weigert tussen neus en lippen door wel om een onafhankelijk juridisch onderzoek te laten doen naar de mogelijkheden. Dat slaat natuurlijk nergens op: of je doet er echt alles aan, of je wilt het probleem stiekem helemaal niet oplossen.
Het CDA is het daarmee eens en heeft gisteren daarom ook vragen gesteld aan de voorzitter van de gemeenteraad. Daarbij wordt eerst opgemerkt:

 Het CDA is van mening dat het afgelopen moet zijn met wanbetalende diplomaten. In 2011 werd nog 49 procent van de in de totaal opgelegde boetes aan diplomaten niet betaald, in 2012 is dit percentage opgelopen tot 59 procent. Dit laat zien dat de huidige aanpak niets oplevert, het tegenovergestelde juist. Anonieme en vrijblijvende aanmaningen hebben kennelijk geen enkel effect. Het verschuilen achter het recht op privacy is naar de mening van het CDA vergezocht. Andere landen zoals Finland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten hier minder moeite mee en is het twijfelachtig of hiervoor een wetsartikel danwel juridische uitspraak te vinden is. 

Vervolgens komen de vragen aan bod die college inderdaad maar eens moet beantwoorden:

1. Kan het college een overzicht geven van alle acties die door het college zijn ondernomen om het aantal door diplomaten niet betaalde parkeerboetes te innen en welk succes hiermee is geboekt? 

2. In 2011 werd nog 49 % van de aan diplomaten opgelegde boetes niet betaald in 2012 is dit percentage inmiddels opgelopen tot 59 %. Is het college met het CDA van mening dat de cijfers laten zien dat de gekozen aanpak van het college om de betaling van boetes voor diplomaten rond te krijgen niet werkt? 

Het antwoord op die vraag is natuurlijk een volmondig 'ja'. Het college zal daar echter vrijwel zeker niet voor kiezen. Anders hadden ze namelijk wel een andere aanpak voorgesteld in hun antwoorden op de vragen van De Mos en Kapteijns.

3. Indien het antwoord op vraag 2 negatief is: kan het college aangeven waarom het college nog gelooft in de gekozen aanpak van de openstaande boetes? 

4. Het college verwijst naar het recht op privacy. Kan het college aangeven op basis van welk wettelijk artikel of welke juridische uitspraak het verboden is om de gegevens van niet betalende diplomaten openbaar te maken? Graag een gedetailleerd antwoord. 

Na vraag vier wordt meteen aangegeven dat het college die vraag niet kán beantwoorden omdat:

5. Is het correct dat er geen wettelijke belemmering is om per ambassade te publiceren hoeveel parkeerboetes nog openstaan? 

Dat moge nu dus duidelijk zijn: Den Haag kan gewoon publiceren welke ambassades parkeerboetes hebben uitstaan. Dat gebeurt ook al in Finland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Als de privacy daar niet geschonden wordt, is dat hier ook niet het geval.
Anders dan ik wil het CDA wél dat diplomaten voor een rechter moeten verschijnen. Dat gebeurt immers ook met gewone burgers die een boete weigeren te betalen:

7. Kan het college aangeven waarom een Hagenaar die een verkeersdelict begaat en deze niet betaalt vervolgens wel met naam en rugnummer voor de rechter moet verschijnen en een diplomaat niet? 

Ik ben het met het hele verhaal van het CDA eens, maar hier zitten ze er jammer genoeg toch naast. Het antwoord is namelijk dat de diplomaten terecht bescherming genieten tegen de wet, terwijl de burger - alweer terecht - dat voordeeltje niet heeft. Het zou bijzonder onwenselijk zijn om daar verandering in te brengen.
Voor de rest kan het college het één en ander leren van de ideeën van de christendemocraten. Zo willen ze niet alleen dat er over gegaan wordt tot publicatie van "de wanbetalende ambassades en een top tien van wanbetalers", maar ook dat parkeerplaatsen van "notoire" wanbetalers worden ingetrokken:

9. Hoeveel vaste parkeerplaatsen moet Den Haag toewijzen aan elke ambassade onder het verdrag van Wenen? Is het college bereid om parkeerplaatsen van notoire wanbetalers in te trekken zodat Hagenaars en Hagenezen die zich wel aan de parkeervoorschriften houden en eventuele boetes betalen gewoon kunnen parkeren? 

Het is niet te bevatten dat het college zelf niet met dit soort plannen op de proppen komt. Als je werkelijk wilt dat deze boetes betaald worden moet je wanbetalers onder druk zetten. Ze af en toe een vriendelijke brief sturen waarin je ze 'vraagt' om de openstaande boetes te betalen is dan niet eens bijna afdoende.
We moeten wanbetalende diplomaten niet voor de rechter brengen, maar we kunnen - en moeten - ze wel degelijk aanpakken. Dat kan op twee vrij simpele manieren: namen en rugnummers publiceren en parkeerplaatsen intrekken. Op die manier zullen de meeste diplomaten begrijpen dat ze zichzelf én hun land in verlegenheid brengen door onze wetten en regels aan hun laars te lappen. En als een diplomaat iets wil voorkomen dan is het wel een publiekelijke afgang.
Bijlagen: de antwoorden op de vragen van De Mos en Kapteijns.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten