Raad voor de Rechtspraak stelt omstreden plan om te bezuinigen uit

De Raad voor de Rechtspraak en de rechtbankpresidenten hebben vandaag laten weten in een brief aan minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) dat ze het bezuinigingsplan voor de Nederlandse rechtbanken opnieuw hebben uitgesteld.

Het parlement had de Raad verzocht om nog geen onomkeerbare stappen te nemen zolang het bezuinigingsbeleid nog volop gevoerd wordt in de Kamer. Die maakt zich namelijk ernstig zorgen over de gevolgen van de plannen.

De plannen houden onder meer in dat 7 van de 32 zittingsplaatsen in Nederland voortaan alleen nog zogenaamde 'eenvoudige' zaken mogen behandelen. Het betreft de rechtbanken in Assen, Almelo, Alkmaar, Lelystad, Dordrecht, Zutphen en Maastricht. In die steden (en hun provincies) is er veel verzet tegen de plannen omdat men bang is dat het op deze manier moeilijker wordt voor burgers om naar de rechter te stappen en hun belangen te verdedigen.

De Raad is er echter van overtuigd dat dit soort maatregelen noodzakelijk zijn om de financiën onder controle te krijgen. Op dit moment draaien de gerechtelijke instanties namelijk 32 miljoen euro verlies per jaar. Als er niet bezuinigd wordt op de huisvesting van de kleinere rechtbanken zou daar nog eens 20 miljoen euro bijkomen. In totaal gaat het dus om een bedrag van 52 miljoen euro. En dat terwijl de regering juist wil bezuinigen in plaats van investeren.

CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt geeft aan tevreden te zijn met het besluit om het plan uit te stellen:

Aangezien Omtzigt uit Twente komt weet hij dus wat de gevolgen van de plannen zullen zijn voor zijn kiezers - en hij is daar niet over te spreken.