Bevelhebber Koninklijke Landmacht wil een sterk leger. Jammer genoeg wil de politiek daar niet aan

De (relatief) nieuwe bevelhebber van de Koninklijke Landmacht, luitenant-generaal Leo Beulen, wil dat militairen worden geschoold en geoefend in het strijden tegen paramilitaire eenheden die feitelijk hetzelfde materiaal hebben om mee te werken als onze krijgsmacht.

In gesprek met De Telegraaf legt de luitenant-generaal uit dat de troepen goed genoeg waren om te strijden in Irak en Afghanistan, omdat de vijand daar beduidend minder sterk was, maar hij verwacht dat dit bij toekomstige conflicten anders zal zijn. Daarbij kijkt hij eerst en vooral naar Oost-Europa en dus -- sorry Poetin-liefhebbers! -- naar Rusland.

In Irak en Afghanistan, zegt Beulen, "was het ook oorlog," maar wel op een heel andere manier dan in Oost-Europa:

Daarom wil hij dat er het één en ander verandert: de landmacht (en andere delen van de krijgsmacht) moeten in staat worden gesteld om ook in dit soort conflicten een belangrijke rol te spelen.

Ik ben er helemaal voor, maar helaas is er één probleem: de politiek wil daar absoluut geen rooie cent aan besteden. Sterker nog, er is maar één partij die dat wél wil: VNL (VoorNederland), de partij van Jan Roos, Louis Bontes en Joram van Klaveren. Zoals zij uitleggen in hun program:

Natuurlijk roept de VVD met name rond verkiezingstijd dat ze het ook heel belangrijk vindt dat er "fors geïnvesteerd" wordt in defensie. Uiteindelijk blijkt dat steeds weer een loze belofte. Ze geven veel liever geld uit aan allerlei linkse hobby's, wat natuurlijk niet zo gek is: de moderne VVD is immers een knetterlinkse partij.

Gelukkig is er een tegenwoordig een alternatief voor handen: VNL. Niet-politiekcorrect, voor een kleine overheid, maar ook voor een stérke defensie. Zeg maar alles wat de VVD zegt te zijn, maar feitelijk juist niet is.