Veldslag in Giessen: Politie moet waterkanonnen inzetten tegen 'intolerant links' dat democratie haat

Terwijl de gevestigde media en de politieke elite in Berlijn (en Den Haag) de mond vol hebben over het "gevaar van rechts", zien we op straat wie de werkelijke bedreiging vormt voor de openbare orde. De AfD (Alternative für Deutschland), die in februari nog een verpletterende 20,8% van de stemmen haalde , wilde simpelweg een nieuw jongerencongres houden, genaamd 'Generation Deutschland'. Maar dat recht werd hen bijna ontnomen door de knokploegen van links.

De beelden liegen niet. Activisten van de radicale organisatie Antifa - door president Donald Trump terecht bestempeld als een binnenlandse terroristische organisatie - voerden de boventoon. Ze probeerden door de politiebarrières te breken om bij het congrescentrum te komen.

De politie moest pepperspray en knuppels gebruiken nadat er stenen naar hen werden gegooid. Waterkanonnen werden ingezet om blokkades van duizenden extremisten weg te spuiten die weigerden te vertrekken. Tien tot vijftien agenten raakten gewond bij het verdedigen van de vrijheid van vergadering. AfD-leider Alice Weidel haalde terecht keihard uit naar het tuig buiten: "Wat daar buiten gebeurt - beste linksen, beste extremisten, jullie moeten naar jezelf kijken - is iets wat ten diepste ondemocratisch is.". En gelijk heeft ze. Wie geweld gebruikt om politieke tegenstanders het zwijgen op te leggen, is geen 'antifascist', maar gedraagt zich als de bruinhemden van weleer.

Ook vanuit de Verenigde Staten wordt met afschuw gekeken naar de Duitse chaos. Richard Grenell, de voormalige Amerikaanse ambassadeur in Duitsland en vertrouweling van president Trump, luidde de noodklok op X. "De intolerante en gewelddadige linkerzijde wint terrein in Duitsland," waarschuwde hij. Grenell legde de vinger op de zere plek: deze groepen voelen zich gesterkt omdat ze rugdekking krijgen van de (met belastinggeld gefinancierde) media.

"Als ze de Amerikaanse linkerzijde volgen, zullen ze dodelijk geweld promoten, terwijl ze tegelijkertijd publieke steun en verkiezingen verliezen," aldus Grenell. Het is een angstaanjagend voorland. Een linkse beweging die electoraal verliest, maar radicaliseert op straat.

Ondanks de belegering lieten de jonge patriotten zich niet kisten. Binnen in de zaal werd de 28-jarige Jean-Pascal Hohm verkozen tot voorzitter van de nieuwe jongerenbeweging. Zijn boodschap was helder en onverzettelijk: "We zullen resoluut vechten voor een echte omslag in het migratiebeleid die ervoor zorgt dat Duitsland het thuisland van Duitsers blijft.".

Het is precies deze boodschap die de linkse elite en hun straattroepen niet kunnen verdragen. Ze willen geen debat over migratie, ze willen geen nationale identiteit. Ze willen onderwerping. Maar de beelden uit Giessen bewijzen één ding: rechts laat zich niet meer intimideren. Niet door de media, niet door de politiek, en zelfs niet door 30.000 schreeuwende radicalen en hun vliegende straatstenen.

De gevestigde orde in Duitsland weigert met de AfD te regeren vanwege hun zogenaamde "extremistische standpunten". Maar wie stak er zaterdag bijna een stad in brand? Wie viel de politie aan? Wie probeerde een democratische bijeenkomst met geweld te stoppen? Het antwoord is duidelijk. Het gevaar voor de democratie komt van links. En zolang politici en media dat weigeren te benoemen, zijn zij medeplichtig aan de chaos.