Gokken blijft ook in 2025 een zwaargewicht in de Nederlandse economische boksring. Ondanks recente beleidsaanpassingen blijft de goksector flink geld in het nationale belastingpotje stoppen.
De overheid heeft onlangs nieuwe belastingregels doorgevoerd om de schatkist te spekken, wat voor flink wat opschudding zorgt. Deze maatregelen zijn bedoeld om de financiering van publieke diensten te versterken, maar roepen tegelijk vragen op over de toekomst van de kansspelindustrie en hoe de Hollandse casino spelers zullen reageren.
Zullen zij uiteindelijk kiezen voor meer veiligheid bij de zwaar gereguleerde Nederlandse casino’s, of toch gaan voor offshore
casino’s met beste uitbetalingspercentages en andere voordelen, ten koste van spelersbescherming?
Dit is de kern van het verhaal: de Nederlandse overheid heeft in 2025 de kansspelbelasting verhoogd van 30,5% naar 34,2%. Maar dat is nog niet alles, want in 2026 staat een verdere verhoging naar 37,8% op de planning. Het doel? Een extra opbrengst van zo’n 202 miljoen euro per jaar.
Deze belastingverhoging maakt deel uit van een
bredere financiële belastingstrategie om publieke voorzieningen op peil te houden. Aan de andere kant knijpt het de marges van de legitieme kansspelaanbieders flink af. Toch laat de sector financieel nog altijd spierballen zien.
In 2025 wordt de totale omzet uit Nederlandse kansspelen geschat op zo’n 5 miljard euro. Dat omvat alles: online gokken, fysieke weddenschappen, loterijen, sportweddenschappen, casino spellen, noem het maar op. Vooral de online casino’s blijven de koplopers, met een verwachte opbrengst van ongeveer 3 miljard euro dit jaar.
De vooruitzichten blijven daarnaast stabiel: van 2025 tot 2029 wordt een gemiddelde jaarlijkse groei van zo’n 2,41% verwacht. Als dat tempo aanhoudt, zou de markt tegen het einde van het decennium kunnen uitkomen op zo’n 5,5 miljard euro.
Deze belastingverhoging baart de goksector zorgen. Organisaties als de Nederlandse Online Gambling Associatie (NOGA), de VAN Kansspelen, en de Vereniging van Nederlandse Loterijaanbieders (VNLOK) hebben zich allemaal uitgesproken tegen de verhoging.
Zij stellen dat zelfs een gefaseerde invoering op lange termijn schadelijk kan zijn voor de gereguleerde kansspelsector. Hun grootste zorg? Dat sommige aanbieders het niet meer rendabel vinden om door slinkende winstmarges actief te blijven. Als dat inderdaad gebeurt, dan zou
de belastingopbrengst juist kunnen dalen in plaats van stijgen.
Er is nog een ander risico: Nederlandse gokkers zouden hun heil kunnen zoeken bij niet-gereguleerde platforms. Als vergunninghouders door de hogere belastingen kosten moeten besparen of moeten snijden in marketing en verantwoord speelbeleid, dan wordt het een stuk moeilijker om deze casino spelers binnen het legale circuit te houden.
Daardoor zouden meer spelers kunnen uitwijken naar illegale of buitenlandse aanbieders die geen belasting betalen en vaak minder bescherming bieden tegen onder meer fraude.
De gokindustrie is echter niet stil blijven zitten. De belangrijkste brancheorganisaties hebben hun krachten gebundeld om gezamenlijk te reageren. Ze erkennen dat het gefaseerd
verhogen van de gokbelasting enige aandacht toont voor mogelijke economische verstoringen.
Maar volgens hen pakt het voorstel de grotere problemen niet aan, zoals consumentenbescherming en structurele financiële stabiliteit. Als er minder gokexploitanten overblijven en meer casino spelers overstappen naar het grijze of illegale circuit, dan kan Nederland wel eens te maken krijgen met hogere maatschappelijke kosten door gokproblemen en een minder effectieve handhaving van de wetgeving.
De echte uitdaging ligt uiteindelijk in het vinden van de juiste balans tussen fiscale doelstellingen en het behoud van een stabiele, verantwoorde gokmarkt die voor zowel de casino spelers als aanbieders interessant is.